1.   Het EPO-comité bestaat, enerzijds, uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van de Europese Commissie en, anderzijds, uit vertegenwoordigers van Ivoorkust, op ministerieel niveau of op het niveau van hoge ambtenaren.

2.   De verwijzing naar „de partijen” in het reglement van orde is in overeenstemming met de definitie in artikel 72 van de overeenkomst.

3.   Het EPO-comité wordt telkens voor een periode van twaalf maanden beurtelings door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en door een vertegenwoordiger van Ivoorkust voorgezeten. De eerste periode vangt aan op de datum van de eerste vergadering van het EPO-comité en loopt af op 31 december van het daaropvolgende jaar. De voorzitter van het EPO-comité (de „voorzitter”) wordt eerst bekleed door een vertegenwoordiger van Ivoorkust.

4.   Vertegenwoordigers van de commissie van de West-Afrikaanse Economische en Monetaire Unie (Waemu) en van de commissie van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) kunnen door de partijen worden uitgenodigd om aan de vergaderingen van het EPO-comité deel te nemen. De partijen kunnen tevens besluiten om op ad-hocbasis vertegenwoordigers van de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld, alsmede deskundigen, uit te nodigen als waarnemers.

1.   Het EPO-comité komt met regelmatige tussenpozen van maximaal een jaar bijeen en het houdt buitengewone vergaderingen indien de omstandigheden dit vereisen en de partijen dit gezamenlijk besluiten.

2.   Elke vergadering van het EPO-comité wordt op een gezamenlijk door de partijen besloten plaats en datum gehouden.

3.   Vergaderingen van het EPO-comité worden bijeengeroepen door de voorzitter van het EPO-comité.

1.   Alle aan het EPO-comité gerichte correspondentie wordt naar het secretariaat gestuurd.

2.   Het secretariaat zorgt ervoor dat de aan het EPO-comité gerichte correspondentie wordt doorgezonden naar de voorzitter en, in voorkomend geval, dat de correspondentie als documenten van het EPO-comité naar de in artikel 73 van de overeenkomst bedoelde aangewezen correspondenten (de „correspondenten”) van de partijen wordt rondgezonden.

3.   De correspondentie van de voorzitter wordt door het secretariaat naar de correspondenten van de partijen gezonden en in voorkomend geval rondgezonden als documenten van het EPO-comité.

1.   Het secretariaat stelt op basis van voorstellen van de partijen voor elke vergadering een voorlopige agenda op. Deze wordt uiterlijk 15 dagen vóór het begin van de vergadering door het secretariaat aan de correspondenten van de partijen toegezonden.

2.   Op de voorlopige agenda staan de punten waarvoor het secretariaat uiterlijk 21 dagen vóór het begin van de vergadering een verzoek tot plaatsing op de agenda heeft ontvangen, op voorwaarde dat de bijbehorende documenten uiterlijk op de datum waarop die voorlopige agenda wordt verzonden, door het secretariaat zijn ontvangen.

3.   De agenda wordt aan het begin van elke vergadering door het EPO-comité vastgesteld. Indien de partijen dit overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan, als agendapunt worden opgenomen.

4.   De voorzitter kan met instemming van de partijen deskundigen uitnodigen de vergaderingen van het EPO-comité bij te wonen om informatie over specifieke onderwerpen te verstrekken.

5.   Het secretariaat kan met instemming van de partijen de in lid 1 genoemde termijnen inkorten, als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.

1.   Van elke vergadering stelt het secretariaat zo snel mogelijk ontwerpnotulen op.

2.   De notulen geven in de regel een samenvatting van elk agendapunt, met in voorkomend geval vermelding van:

3.   De notulen omvatten tevens een lijst van de personen die aan het EPO-comité hebben deelgenomen en een lijst van de leden van de delegaties die hen vergezelden.

4.   De notulen worden binnen twee maanden na de datum van de vergadering door beide partijen schriftelijk goedgekeurd. Na de goedkeuring worden twee exemplaren van de notulen door het secretariaat ondertekend en ontvangt elk van de partijen een origineel van deze authentieke documenten.

1.   De besluiten en aanbevelingen van het EPO-comité worden met eenparigheid van stemmen vastgesteld.

2.   Het EPO-comité kan besluiten elke aangelegenheid van algemene aard, die van belang is voor zowel de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) als de Europese Unie (ACS-EU), die zich in het kader van de overeenkomst voordoet in verband met de uitvoering daarvan, voor te leggen aan de ACS-EU-Raad van ministers als bedoeld in artikel 15 van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (de „Overeenkomst van Cotonou”).

3.   In de periode tussen twee vergaderingen kan het EPO-comité, indien beide partijen daarmee instemmen, besluiten of aanbevelingen volgens de schriftelijke procedure vaststellen. Een schriftelijke procedure bestaat uit een uitwisseling van nota's tussen de partijen.

4.   Elk besluit of aanbeveling van het EPO-comité wordt respectievelijk aangeduid als „besluit” of „aanbeveling” en wordt gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp. In elk besluit of aanbeveling wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.

5.   De door het EPO-comité vastgestelde besluiten en aanbevelingen worden geauthenticeerd door een vertegenwoordiger van de Europese Commissie namens de Europese Unie en door een vertegenwoordiger van Ivoorkust.

6.   De besluiten en aanbevelingen worden als document van het EPO-comité aan de partijen toegezonden.

1.   De vergaderingen van het EPO-comité zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders besluiten.

2.   Elke partij kan beslissen om de besluiten van het EPO-comité in haar staatsblad of publicatieblad bekend te maken.

1.   De werktaal van het EPO-comité is de officiële taal die de partijen gemeen hebben.

2.   Het EPO-comité beraadslaagt en stelt besluiten vast op basis van documenten en voorstellen die in de in lid 1 genoemde taal zijn opgesteld.

1.   Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan de vergaderingen van het EPO-comité.

2.   Uitgaven in verband met de organisatie van de vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt.

3.   Uitgaven voor tolkdiensten tijdens vergaderingen en voor de vertaling van documenten in de werktaal komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt. Uitgaven voor tolkdiensten en vertaling van documenten in en uit andere officiële talen van de instellingen van de Europese Unie komen ten laste van de Europese Unie.