Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TA0338

    Zaak T-338/16 P: Arrest van het Gerecht van 27 februari 2018 — Zink / Commissie („Hogere voorziening — Openbare dienst — Ambtenaren — Bezoldiging — Ontheemdingstoelage — Niet-betaling van de toelage gedurende een aantal jaren als gevolg van een administratieve fout — Artikel 90, lid 1, van het Statuut — Redelijke termijn”)

    PB C 134 van 16.4.2018, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.4.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 134/20


    Arrest van het Gerecht van 27 februari 2018 — Zink / Commissie

    (Zaak T-338/16 P) (1)

    ((„Hogere voorziening - Openbare dienst - Ambtenaren - Bezoldiging - Ontheemdingstoelage - Niet-betaling van de toelage gedurende een aantal jaren als gevolg van een administratieve fout - Artikel 90, lid 1, van het Statuut - Redelijke termijn”))

    (2018/C 134/27)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Rekwirant: Richard Zink (Bamako, Mali) (vertegenwoordigers: N. de Montigny en J.-N. Louis, advocaten)

    Andere partij in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. Bohr en F. Simonetti, gemachtigden)

    Voorwerp

    Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 11 april 2016, Zink/Commissie (F-77/15, EU:F:2016:74), en strekkende tot vernietiging van dat arrest

    Dictum

    1)

    Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 11 april 2016, Zink/Commissie (F-77/15), wordt vernietigd.

    2)

    Het besluit van het Bureau „Beheer en afwikkeling van individuele rechten” (PMO) van de Europese Commissie van 23 juli 2014 wordt nietig verklaard, voor zover de Commissie op grond van dat besluit had geweigerd om Richard Zink de ontheemdingstoelage toe te kennen voor de periode van 1 september 2007 tot en met 30 april 2009.

    3)

    Het in zaak F-77/15 bij het Gerecht voor ambtenarenzaken ingestelde beroep wordt verworpen voor het overige.

    4)

    De Commissie wordt verwezen in de kosten van de procedure in hogere voorziening en in die van de procedure in eerste aanleg.


    (1)  PB C 305 van 22.8.2016.


    Top