EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012XP0312
Electronic identification of bovine animals ***I Amendments adopted by the European Parliament on 11 September 2012 on the amended proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council amending Regulation (EC) No 1760/2000 as regards electronic identification of bovine animals and deleting the provisions on voluntary beef labelling (COM(2012)0162 – C7-0114/2012 – 2011/0229(COD))
Elektronische identificatie van runderen ***I Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 11 september 2012 op het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1760/2000 wat betreft de elektronische identificatie van runderen en tot schrapping van de bepalingen inzake de facultatieve etikettering van rundvlees (COM(2012)0162 – C7-0114/2012 – 2011/0229(COD))
Elektronische identificatie van runderen ***I Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 11 september 2012 op het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1760/2000 wat betreft de elektronische identificatie van runderen en tot schrapping van de bepalingen inzake de facultatieve etikettering van rundvlees (COM(2012)0162 – C7-0114/2012 – 2011/0229(COD))
PB C 353E van 3.12.2013, p. 179–190
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
3.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 353/179 |
Dinsdag 11 september 2012
Elektronische identificatie van runderen ***I
P7_TA(2012)0312
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 11 september 2012 op het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1760/2000 wat betreft de elektronische identificatie van runderen en tot schrapping van de bepalingen inzake de facultatieve etikettering van rundvlees (COM(2012)0162 – C7-0114/2012 – 2011/0229(COD)) (1)
2013/C 353 E/30
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST |
AMENDEMENT |
||||
Amendement 43 |
|||||
Voorstel voor een verordening Titel |
|||||
Amendement 2 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 4 |
|||||
|
|
||||
Amendement 4 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 6 |
|||||
|
|
||||
Amendement 5 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 7 |
|||||
|
|
||||
Amendement 6 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 9 |
|||||
|
|
||||
Amendement 7 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 16 |
|||||
|
|
||||
Amendement 8 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 17 |
|||||
|
|
||||
Amendement 9 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 18 |
|||||
|
|
||||
Amendement 10 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 19 |
|||||
|
|
||||
Amendement 11 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 19 bis (nieuw) |
|||||
|
|
||||
Amendement 12 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 20 |
|||||
|
|
||||
Amendement 14 en 45 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 22 |
|||||
|
|
||||
Amendement 15 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 23 |
|||||
|
|
||||
Amendement 16 |
|||||
Voorstel voor een verordening Overweging 23 bis (nieuw) |
|||||
|
|
||||
Amendement 17 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 2 |
|||||
|
|
||||
Amendement 18 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 2 |
|||||
|
|
||||
Amendement 19 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 – lid 1 – alinea 1 |
|||||
1. Alle op een bedrijf aanwezige dieren worden geïdentificeerd met ten minste twee afzonderlijke identificatiemiddelen die overeenkomstig de artikelen 10 en 10 bis zijn toegestaan en door de bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd. |
1. Alle op een bedrijf aanwezige dieren worden geïdentificeerd met ten minste twee afzonderlijke identificatiemiddelen die overeenkomstig de artikelen 10 en 10 bis zijn toegestaan en door de bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd. De Commissie zorgt ervoor dat de in de Unie gebruikte identificatiemiddelen interoperabel zijn en consistent met de ISO-normen . |
||||
Amendement 20 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 punt 3 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 – lid 1 – alinea 2 |
|||||
De identificatiemiddelen worden aan de bedrijven toegekend, verdeeld en bij de dieren aangebracht op de door de bevoegde autoriteit vastgestelde wijze. |
De identificatiemiddelen worden aan de bedrijven toegekend, verdeeld en bij de dieren aangebracht op de door de bevoegde autoriteit vastgestelde wijze. Dit is niet van toepassing op dieren die voor 1 januari 1998 zijn geboren en die niet zijn bestemd voor de handel binnen de Unie. |
||||
Amendement 21 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 punt 3 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 – lid 1 – alinea 3 |
|||||
Alle bij één dier aangebrachte identificatiemiddelen dragen dezelfde unieke identificatiecode aan de hand waarvan elk individueel dier kan worden geïdentificeerd en kan worden nagegaan op welk bedrijf het is geboren. |
Alle bij één dier aangebrachte identificatiemiddelen dragen dezelfde unieke identificatiecode aan de hand waarvan elk individueel dier kan worden geïdentificeerd en kan worden nagegaan op welk bedrijf het is geboren. In afwijking hierop kan de bevoegde autoriteit, in gevallen waar de twee afzonderlijke identificatiemiddelen niet dezelfde unieke identificatiecode kunnen dragen, onder haar toezicht toestaan dat het tweede identificatiemiddel een andere code draagt, mits volledige traceerbaarheid wordt gegarandeerd, het dier individueel kan worden geïdentificeerd en kan worden nagegaan op welk bedrijf het is geboren. |
||||
Amendement 22 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 – lid 2 – alinea 2 |
|||||
De lidstaten die van deze mogelijkheid gebruik maken, delen de tekst van die nationale bepalingen aan de Commissie mee. |
De lidstaten die van deze mogelijkheid gebruik maken, delen de tekst van die nationale bepalingen aan de Commissie mee. De Commissie verstrekt op haar beurt de overige lidstaten, in een voor die lidstaten gemakkelijk te begrijpen taal, een samenvatting van de geldende nationale bepalingen ingeval van vervoer van dieren naar de lidstaten die gekozen hebben voor verplichte EID en maakt ze openbaar. |
||||
Amendement 23 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 4 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 bis –lid 1 – alinea 1 – letter b |
|||||
|
|
||||
Amendement 24 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 punt 4 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 1 bis – lid 2 – alinea 4 |
|||||
Geen enkel dier mag het bedrijf waarop het is geboren, verlaten voordat de twee identificatiemiddelen zijn aangebracht. |
Geen enkel dier mag het bedrijf waarop het is geboren, verlaten voordat de twee identificatiemiddelen zijn aangebracht , behoudens in geval van overmacht . |
||||
Amendement 25 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 4 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 bis – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw) |
|||||
|
De eerste alinea heeft geen betrekking op dieren die voor 1 januari 1998 zijn geboren en die niet zijn bestemd voor de handel binnen de Unie. |
||||
Amendement 26 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 4 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 ter – lid 2 – alinea 2 |
|||||
Die termijn mag niet meer bedragen dan 20 dagen na de in lid 1 bedoelde veterinaire controles. In elk geval moeten de identificatiemiddelen bij de dieren worden aangebracht voordat zij het bedrijf van bestemming verlaten. |
Die termijn mag niet meer bedragen dan 20 dagen na de in lid 1 bedoelde veterinaire controles. In afwijking hierop kan deze termijn, om redenen die samenhangen met de fysiologische ontwikkeling van de dieren, voor het tweede identificatiemiddel met maximaal 60 dagen worden verlengd. In elk geval moeten de identificatiemiddelen bij de dieren worden aangebracht voordat zij het bedrijf van bestemming verlaten. |
||||
Amendement 27 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 4 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 quater – lid 2 – alinea 2 |
|||||
De onder b) bedoelde termijn mag niet meer bedragen dan 20 dagen te rekenen vanaf de datum waarop de dieren op het bedrijf van bestemming zijn aangekomen. In elk geval moeten de identificatiemiddelen bij de dieren worden aangebracht voordat zij het bedrijf van bestemming verlaten. |
De onder b) bedoelde termijn mag niet meer bedragen dan 20 dagen te rekenen vanaf de datum waarop de dieren op het bedrijf van bestemming zijn aangekomen. In afwijking hierop kan deze termijn, om redenen die samenhangen met de fysiologische ontwikkeling van de dieren, voor het tweede identificatiemiddel met maximaal 60 dagen worden verlengd. In elk geval moeten de identificatiemiddelen bij de dieren worden aangebracht voordat zij het bedrijf van bestemming verlaten. |
||||
Amendement 28 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 4 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 quater – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw) |
|||||
|
Onverminderd artikel 4, lid 1, derde alinea, kan de bevoegde autoriteit in gevallen waar geen elektronisch identificatiemiddel met dezelfde unieke identificatiecode bij het dier kan worden aangebracht, onder haar toezicht toestaan dat het tweede identificatiemiddel een andere code draagt, mits volledige traceerbaarheid wordt gegarandeerd, het dier individueel kan worden geïdentificeerd en kan worden nagegaan op welk bedrijf het is geboren. |
||||
Amendement 29 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 4 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 4 quinquies |
|||||
Identificatiemiddelen mogen enkel worden verwijderd of vervangen als de bevoegde autoriteit daarvoor toestemming verleent en daarop controle uitoefent. Die toestemming mag alleen worden verleend als de verwijdering of vervanging de traceerbaarheid van het dier niet in het gedrang brengt. |
Identificatiemiddelen worden enkel gewijzigd, verwijderd of vervangen als de bevoegde autoriteit daarvoor toestemming verleent en daarop controle uitoefent. Die toestemming mag alleen worden verleend als de wijziging, verwijdering of vervanging de traceerbaarheid van het dier niet in het gedrang brengt. |
||||
Amendement 30 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 5 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 5 – lid 2 – alinea 1 |
|||||
De lidstaten kunnen elektronische gegevens tussen hun gecomputeriseerde gegevensbestanden uitwisselen vanaf de datum waarop de Commissie erkent dat het gegevensuitwisselingssysteem volledig operationeel is. |
De lidstaten kunnen elektronische gegevens tussen hun gecomputeriseerde gegevensbestanden uitwisselen vanaf de datum waarop de Commissie erkent dat het gegevensuitwisselingssysteem volledig operationeel is. Dit dient op dusdanige wijze te gebeuren dat gegevensbescherming wordt gewaarborgd en dat iedere vorm van misbruik wordt voorkomen teneinde de belangen van het bedrijf te bewaken. |
||||
Amendement 31 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 6 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 6 – letter c bis (nieuw) |
|||||
|
|
||||
Amendement 32 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 7 – punt b Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 7 –lid 5 – letter b |
|||||
|
|
||||
Amendement 33 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 9 bis |
|||||
De lidstaten zien erop toe dat wie verantwoordelijk is voor de identificatie en de registratie van dieren, instructies en richtsnoeren krijgt met betrekking tot de van toepassing zijnde bepalingen van deze verordening en van de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die de Commissie op grond van de artikelen 10 en 10 bis vaststelt, en dat passende opleidingscursussen beschikbaar zijn. |
De lidstaten zien erop toe dat wie verantwoordelijk is voor de identificatie en de registratie van dieren, instructies en richtsnoeren krijgt met betrekking tot de van toepassing zijnde bepalingen van deze verordening en van de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die de Commissie op grond van de artikelen 10 en 10 bis vaststelt, en dat passende opleidingscursussen beschikbaar zijn. Deze informatie wordt kosteloos verstrekt, bij iedere wijziging van de relevante bepalingen en zo vaak als nodig. De lidstaten wisselen optimale werkmethoden uit om een goede cursuskwaliteit en informatie-uitwisseling in de hele Unie te waarborgen. |
||||
Amendement 34 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 9 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 10 – lid 1 – letter e |
|||||
|
|
||||
Amendement 35 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 11 – letter b bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 13 –lid 5 bis (nieuw) |
|||||
|
|
||||
Amendement 46 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 14 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Titel II – deel II |
|||||
|
|
||||
Amendement 51 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 15 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 19 – letter b |
|||||
|
|
||||
Amendement 40 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 17 – letter a Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 22 – lid 1 – alinea 3 |
|||||
De Commissie stelt via uitvoeringshandelingen de nodige regels, met inbegrip van de voor de invoering daarvan vereiste overgangsmaatregelen, vast met betrekking tot de procedures voor de toepassing van de in de tweede alinea bedoelde sancties. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
De Commissie is bevoegd, overeenkomstig artikel 22 ter, gedelegeerde handelingen vast te stellen met de nodige regels, met inbegrip van de voor de invoering daarvan vereiste overgangsmaatregelen, met betrekking tot de procedures voor de toepassing van de in de tweede alinea bedoelde sancties. |
||||
Amendement 47 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 18 Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 22 ter |
|||||
1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend volgens de in dit artikel vastgestelde voorwaarden. |
1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend volgens de in dit artikel vastgestelde voorwaarden. |
||||
2. De delegatie van de in artikel 4, lid 5, artikel 4 bis, lid 2, de artikelen 5, 7, 10, 14 en 19 en artikel 22, lid 4 bis, bedoelde bevoegdheid wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd, met ingang van (4). |
2. De in artikel 4, lid 5, artikel 4 bis, lid 2, de artikelen 5, 7, 10, 14 en 19 , artikel 22, lid 1, derde alinea, en artikel 22, lid 4 bis, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van (5). |
||||
3. De in artikel 4, lid 5, artikel 4 bis, lid 2, de artikelen 5, 7, 10, 14 en 19, en artikel 22, lid 4 bis, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in het besluit worden vermeld. Het besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, lid 5, artikel 4 bis, lid 2, de artikelen 5, 7, 10, 14 en 19, en artikel 22, lid 1, derde alinea, en artikel 22, lid 4 bis, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit vermelde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
||||
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis. |
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad |
||||
5. Een krachtens artikel 4, lid 5, artikel 4 bis, lid 2, de artikelen 5, 7, 10, 14 en 19 en artikel 22, lid 4 bis, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als noch het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of als zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie vóór het verstrijken van deze termijn heeft meegedeeld geen bezwaar te zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met twee maanden worden verlengd.”. |
5. Een overeenkomstig artikel 4, lid 5, artikel 4 bis, lid 2, de artikelen 5, 7, 10, 14 en 19 en artikel 22, lid 1, derde alinea , of artikel 22, lid 4 bis, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
||||
Amendement 42 |
|||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 19 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1760/2000 Artikel 23 bis (nieuw) |
|||||
|
|
(1) De zaak werd terugverwezen voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7- 0199/2012).
(2) PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18.
(3) Zes maanden na inwerkingtreding van deze verordening
(4) [datum van inwerkingtreding van deze verordening of een andere door de wetgever vastgestelde datum].
(5) Datum van inwerkingtreding van deze verordening.