Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012BP0304

    Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: aanvraag EGF/2011/008 DK/Odense Steel Shipyard, Denemarken) Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2012 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/008 DK/Odense Steel Shipyard, Denemarken) (COM(2012)0272 – C7-0131/2012 – 2012/2110(BUD))
    BIJLAGE

    PB C 353E van 3.12.2013, p. 168–172 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    3.12.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 353/168


    Dinsdag 11 september 2012
    Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: aanvraag EGF/2011/008 DK/Odense Steel Shipyard, Denemarken)

    P7_TA(2012)0304

    Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2012 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/008 DK/Odense Steel Shipyard, Denemarken) (COM(2012)0272 – C7-0131/2012 – 2012/2110(BUD))

    2013/C 353 E/26

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2012)0272 – C7-0131/2012),

    gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1) (IIA van 17 mei 2006), en met name punt 28 hiervan,

    gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2) (EFG-Verordening),

    gezien de trialoogprocedure overeenkomstig punt 28 van het IIA van 17 mei 2006,

    gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

    gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0232/2012),

    A.

    overwegende dat de Europese Unie passende wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die gebukt gaan onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

    B.

    overwegende dat het EFG sinds 1 mei 2009 ook werd opengesteld werd voor tot en met december 2011 ingediende aanvragen om steun voor werknemers van wie het ontslag een rechtstreeks gevolg was van de wereldwijde financiële en economische crisis;

    C.

    overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers initiërend dient te zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die goedgekeurd is op het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 17 mei 2006 inzake de besluitvorming m.b.t. de beschikbaarstelling van middelen uit EFG;

    D.

    overwegende dat Denemarken, binnen een referentieperiode van vier maanden, ondersteuning heeft aangevraagd voor 981 personen die ontslagen zijn, waarvan er voor 550 steun wordt aangevraagd, bij de Odense Steel Shipyard en vier toeleverings- en afwerkingsbedrijven in Denemarken;

    E.

    overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit van de EFG-verordening;

    1.

    is het met de Commissie eens dat is voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2, onder a), van de EFG-verordening en dat Denemarken bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

    2.

    merkt op dat de Deense autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage van het EFG op 28 oktober 2011 indienden en dat de Commissie op 6 juni 2012 haar beoordeling ter beschikking stelde; dringt er bij de Commissie op aan om de evaluatieprocedure te bespoedigen, met name als er sprake is van aanvragen bedoeld voor sectoren waarvoor het EFG al meerdere keren is ingezet;

    3.

    merkt op dat het rechtstreekse verlies aan arbeidsplaatsen waar de twee EFG-aanvragen (deze en EGF/2010/025/Odense Steel Shipyard (3)) betrekking op hebben neerkomt op circa 2 % van de plaatselijke beroepsbevolking en dat met het bijkomende verlies aan indirecte arbeidsplaatsen de sluiting van de scheepswerf beschouwd wordt als een zware crisis in de regionale economie;

    4.

    merkt op dat de Deense autoriteiten in hun beoordeling aangegeven hebben dat slechts 550 van de 981 ontslagen werknemers ervoor zouden kiezen om deel te nemen aan de maatregelen, terwijl anderen zouden besluiten om met pensioen te gaan of dat ze zelf een nieuwe baan zouden zoeken; dringt er bij de Deense autoriteiten op aan om de EFG-ondersteuning volledig te benutten;

    5.

    merkt op dat het aantal arbeidskrachten in de scheepsbouw in Europa volgens het jaarverslag van 2010-2011 van de Europese vereniging van scheepswerven (CESA - Community of European Shipyards' Associations) (4) de afgelopen drie jaar met 23 % gedaald is, van 148 792 werknemers in 2007, tot 114 491 in 2010; en dat EFG-ondersteuning de afgelopen drie jaar al in drie gevallen binnen de scheepsbouwsector ter beschikking gesteld is (EGF/2010/001 DK/Noord-Jutland (5), EGF/2010/006 PL/H Cegileski-Poznan (6) en EGF/2010/025 DK/Odense Steel Shipyard);

    6.

    is verheugd over het feit dat de gemeentes Odense en Kerteminde, die zwaar getroffen zijn door de ontslagen bij Odense Steel Shipyard, nauw betrokken waren bij de aanvraag in het kader van een strategie voor nieuwe groeimogelijkheden in de regio, die geformuleerd is door een consortium van plaatselijke, regionale en nationale belanghebbenden naar aanleiding van de aankondiging van de sluiting van de scheepswerf in 2009;

    7.

    verheugt zich over het feit dat de Deense autoriteiten, met het oog op een snelle ondersteuning van de werknemers, besloten hebben met de uitvoering van de maatregelen te beginnen, vooruitlopend op het definitieve besluit over de verlening van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

    8.

    merkt op dat de Deense autoriteiten een relatief duur gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening voorstellen (11 737 EUR per werknemer); is echter verheugd over het feit dat het pakket bestaat uit maatregelen die iets toevoegen en innovatief zijn in vergelijking met de gebruikelijke door de arbeidsbureaus aangeboden maatregelen en die aangepast zijnom hooggekwalificeerde werknemers op een moeilijke arbeidsmarkt te ondersteunen;

    9.

    herinnert aan het belang van een verbetering van de inzetbaarheid van alle werknemers door middel van scholing op maat en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; spreekt de verwachting uit dat de scholing die in het gecoördineerd pakket wordt aangeboden, niet alleen toegesneden is op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het ondernemersklimaat van dit moment;

    10.

    merkt op dat de werknemersdoelgroep reeds zeer hooggekwalificeerd is, maar op een terrein waarvoor de vooruitzichten op werk ontmoedigend zijn; om die reden zullen de kosten van de voor hen voorgestelde maatregelen hoger uitvallen dan bij andere werknemers bij massaontslagen het geval zou zijn, waarbij het dan vaak gaat om mensen met verhoudingsgewijs beperkte vaardigheden;

    11.

    is verheugd over het feit dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening ook stimulansen en cursussen biedt om een nieuwe onderneming te beginnen, die voor tien werknemers voorzien worden (inclusief één starterslening van 26 000 EUR);

    12.

    verheugt zich over het feit dat er binnen een consortium van plaatselijke, regionale en nationale belanghebbenden een strategie besproken en geformuleerd is voor nieuwe groeimogelijkheden in de Odense-regio en dat deze strategie een leidraad vormt bij de keuze voor herscholingsmaatregelen in de aanvraag;

    13.

    neemt echter nota van de voorgestelde dagvergoeding van 103 EUR voor actieve deelname per deelnemende werknemer en van het feit dat het bedrag dat voor deze dagvergoedingen voorzien is meer dan een derde van de totale kosten van het pakket uitmaakt; herinnert eraan dat EFG-ondersteuning in de eerste plaats toegewezen dient te worden voor het vinden van werk en voor opleidingsprogramma's en beter niet gebruikt kan worden voor rechtstreekse bijdrages aan financiële toelages die krachtens nationale wetgeving de verantwoordelijkheid zijn van de lidstaten;

    14.

    verheugt zich over de nadruk die gelegd wordt op nieuwe terreinen van mogelijke groei en ontwikkeling in de regionale economie, zoals energietechnologie, robotica en welzijnstechnologie, die in het verlengde liggen van zowel de Lissabondoelstellingen voor een krachtig Europees concurrentievermogen, als van de Europa 2020-doelstellingen voor slimme, inclusieve en duurzame groei;

    15.

    is verheugd over het feit dat de EFG-ondersteuning in dit geval gecoördineerd wordt door een nieuw opgericht EFG-secretariaat dat ressorteert onder de gemeente Odense en dat er een speciale webpagina ontworpen is en dat er twee conferenties gepland staan om kekendheid te geven aan de resultaten van de twee EFG-aanvragen;

    16.

    verzoekt de betrokken instellingen de nodige inspanningen te leveren om de procedurele en begrotingsregelingen te verbeteren teneinde de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert de verbeterde procedure die de Commissie heeft aangenomen naar aanleiding van het verzoek van het Parlement om de vrijgave van de subsidies te bespoedigen en die gericht is op het aan de begrotingsautoriteit voorleggen van de beoordeling door de Commissie over de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag samen met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG; hoopt dat verdere verbeteringen aan de procedure zullen worden ingepast in de nieuwe verordening betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020), en dat er meer doelmatigheid, transparantie en zichtbaarheid van het EFG zullen worden bewerkstelligd;

    17.

    brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe verbonden hebben een soepel lopende en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele ondersteuning te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos geworden zijn; benadrukt de rol die het EFG kan vervullen om ontslagen werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

    18.

    betreurt het feit dat, ondanks meerdere geslaagde beschikbaarstellingen van middelen uit het EFG voor Denemarken, zowel volgens de handels- als de crisisgerelateerde criteria, dit land behoort tot de landen die de toekomst van het EFG na 2013 ondermijnen doordat ze de verlenging van de crisisafwijking blokkeren en de financiële toewijzing aan de Commissie verlagen voor de technische ondersteuning aan het EFG voor 2012;

    19.

    beklemtoont, in overeenstemming met artikel 6 van de EFG-verordening, dat er een waarborg moet zijn dat er vanuit het EFG ondersteuning geboden wordt aan de individuele werknemer bij diens terugkeer op de arbeidsmarkt na het ontslag; benadrukt bovendien dat EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat ondersteuning vanuit het EFG niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of sectoren; betreurt het feit dat het EFG een stimulans zou kunnen zijn voor bedrijven om hun vaste personeel te vervangen door flexibeler personeel en personeel met kortlopende contracten;

    20.

    merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening die door het EFG moeten worden gefinancierd, gegevens bevat over de complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen zodat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en er geen dubbel gebruik van door de Unie gefinancierde diensten voor kan komen;

    21.

    verheugt zich over het feit dat er, na herhaalde verzoeken van het Parlement, 50 000 000 EUR aan betalingskredieten op begrotingslijn 04 05 01 van het EFG opgenomen is op de begroting 2012; herinnert eraan dat het EFG in het leven geroepen is als een afzonderlijk en specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen, en dat het om die reden ook een speciale toewijzing verdient, waardoor wordt voorkomen dat er, zoals in het verleden, overschrijvingen zijn vanuit andere begrotingslijnen, wat nadelig kan zijn voor de verwezenlijking van de beleidsdoelen van het EFG;

    22.

    betreurt het dat de Raad besloten heeft om de verlenging van de "crisisafwijking" te blokkeren voor aanvragen die na de termijn van 31 december 2011 ingediend zijn en dringt bij de Raad aan op een onverwijld herstel van deze maatregel, die ruimte biedt voor de financiële ondersteuning van werknemers die ontslagen zijn als gevolg van de huidige financiële en economische crisis, naast de ondersteuning van diegenen die hun baan zijn kwijtgeraakt als gevolg van veranderingen in wereldhandelspatronen, en die tevens ruimte biedt voor een verhoging van het medefinancieringspercentage van de Unie tot 65 % van de programmakosten;

    23.

    hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

    24.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

    25.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

    (2)  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.

    (3)  PB L 195 van 27.07.2011, blz. 52.

    (4)  http://www.cesa.eu/presentation/publication/CESA_AR_2010_2011/pdf/CESA%20AR%202010-2011.pdf.

    (5)  PB L 286 van 04.11.2010, blz. 18.

    (6)  PB L 342 van 28.12.2010, blz. 19.


    Dinsdag 11 september 2012
    BIJLAGE

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/008 DK/Odense Steel Shipyard, Denemarken)

    (De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit 2012/537/EU.)


    Top