EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1622

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1622 van de Commissie van 17 mei 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende opkomende markten en geavanceerde economieën (Voor de EER relevante tekst)

C/2022/3103

PB L 244 van 21.9.2022, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 21/09/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/1622/oj

21.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/3


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1622 VAN DE COMMISSIE

van 17 mei 2022

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende opkomende markten en geavanceerde economieën

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 325 terquadragies, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De eigenvermogensvereisten voor het marktrisico in het kader van de in de artikelen 325 quater tot en met 325 duoquinquagies van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde alternatieve standaardbenadering vereisen, voor de berekening van het eigenvermogensvereiste in het kader van de in de artikelen 325 quinquies tot en met 325 duodecies bedoelde op gevoeligheden gebaseerde methode, de toepassing van de in tabel 8 in artikel 325 terquadragies van die verordening gespecificeerde risicogewichten overeenkomstig de in artikel 461 bis bedoelde gedelegeerde handeling. Aangezien markten die een geavanceerde economie vormen en opkomende markten elkaar uitsluitende categorieën zijn, moet worden verduidelijkt dat alle markten die geen geavanceerde economie vormen, als opkomende markt moeten worden beschouwd.

(2)

Bij het bepalen welke markten een geavanceerde economie en welke markten een opkomende markt zijn, is het noodzakelijk enerzijds te zorgen voor een gelijk speelveld en anderzijds een risicogebaseerde aanpak vast te stellen. In dit verband wordt het opstellen van de lijst van landen die een geavanceerde economie vormen de meest passende oplossing geacht in het licht van de aanpak van het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS) en de noodzaak om te komen tot een gemeenschappelijke toepassing van de berekeningsmethode voor de desbetreffende marktrisicovereisten in alle lidstaten. Hoewel rekening moet worden gehouden met internationale normen van het BCBS, moet worden gespecificeerd dat markten van lidstaten die minder volatiel zijn dan markten die overeenkomstig die internationale normen als geavanceerde economie worden erkend, geavanceerde economieën en geen opkomende markteconomieën zijn. Voorts moet bij het bepalen van geavanceerde en opkomende markteconomieën terdege rekening worden gehouden met de totstandbrenging van een interne markt in de Unie, het bestaan van de Europese Economische Ruimte en de specifieke kenmerken van de landen en gebieden overzee van sommige lidstaten.

(3)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Bankautoriteit aan de Commissie heeft voorgelegd.

(4)

De Europese Bankautoriteit heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft het advies ingewonnen van de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Geavanceerde economieën en opkomende markten

1.   Voor de vaststelling van risicogewichten voor de gevoeligheden voor aandelenrisicofactoren en aandelenrepotarievenrisicofactoren overeenkomstig artikel 325 terquadragies van Verordening (EU) nr. 575/2013 worden de volgende landen als geavanceerde economie beschouwd:

a)

de lidstaten van de Europese Unie;

b)

de landen en gebieden overzee die bijzondere betrekkingen hebben met Denemarken, Frankrijk of Nederland, inclusief de Faeröer en de landen en gebieden die zijn genoemd in bijlage II bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

c)

de volgende derde landen:

i)

de derde landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

ii)

Australië;

iii)

Canada;

iv)

Hongkong;

v)

Japan;

vi)

Mexico;

vii)

Nieuw-Zeeland;

viii)

Singapore;

ix)

Zwitserland;

x)

Verenigd Koninkrijk;

xi)

Verenigde Staten.

2.   Voor de vaststelling van risicogewichten voor de gevoeligheden voor aandelenrisicofactoren en aandelenrepotarievenrisicofactoren overeenkomstig artikel 325 terquadragies van Verordening (EU) nr. 575/2013 worden landen die niet in lid 1 van dit artikel zijn genoemd, als opkomende markt beschouwd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 mei 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


Top