Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TA0348

Zaak T-348/14: Arrest van het Gerecht van 15 september 2016 — Yanukovych/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne — Bevriezing van tegoeden — Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren — Plaatsing van verzoekers naam op die lijst — Motiveringsplicht — Rechtsgrond — Rechten van de verdediging — Recht op een effectieve rechterlijke bescherming — Misbruik van bevoegdheid — Niet-nakoming van de criteria voor plaatsing op de lijst — Kennelijk onjuiste beoordeling — Eigendomsrecht”)

PB C 402 van 31.10.2016, p. 36–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

31.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 402/36


Arrest van het Gerecht van 15 september 2016 — Yanukovych/Raad

(Zaak T-348/14) (1)

((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne - Bevriezing van tegoeden - Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren - Plaatsing van verzoekers naam op die lijst - Motiveringsplicht - Rechtsgrond - Rechten van de verdediging - Recht op een effectieve rechterlijke bescherming - Misbruik van bevoegdheid - Niet-nakoming van de criteria voor plaatsing op de lijst - Kennelijk onjuiste beoordeling - Eigendomsrecht”))

(2016/C 402/39)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Oleksandr Viktorovych Yanukovych (Donetsk, Oekraïne) (vertegenwoordigers: T. Beazley, P. Saini, S. Fatima, QC, J. Hage, K. Howard, barristers, en C. Kennedy, solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk E. Finnegan en J.-P. Hix, vervolgens J.-P. Hix en P. Mahnič Bruni, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Gauci en S. Bartelt, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring, ten eerste, van besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2014, L 66, blz. 26) en verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2014, L 66, blz. 1), zoals gewijzigd bij respectievelijk uitvoeringsbesluit 2014/216/GBVB van de Raad van 14 april 2014 tot uitvoering van besluit 2014/119 (PB 2014, L 111, blz. 91) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 381/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot uitvoering van verordening nr. 208/2014 (PB 2014, L 111, blz. 33), ten tweede, van besluit (GBVB) 2015/143 van de Raad van 29 januari 2015 tot wijziging van besluit 2014/119 (PB 2015, L 24, blz. 16) en verordening (EU) 2015/138 van de Raad van 29 januari 2015 tot wijziging van verordening (EU) 208/2014 (PB 2015, L 24, blz. 1), en ten derde, van besluit (GBVB) 2015/364 van de Raad van 5 maart 2015 tot wijziging van besluit 2014/119 (PB 2015, L 62, blz. 25) en uitvoeringsverordening (EU) 2015/357 van de Raad van 5 maart 2015 tot uitvoering van verordening nr. 208/2014 (PB 2015, L 62, blz. 1), voor zover verzoekers naam is geplaatst of gehandhaafd op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop deze beperkende maatregelen van toepassing zijn.

Dictum

1)

Besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, zoals gewijzigd bij uitvoeringsbesluit 2014/216/GBVB van de Raad van 14 april 2014 tot uitvoering van besluit 2014/119, en verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 381/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot uitvoering van verordening nr. 208/2014, worden nietig verklaard voor zover de naam van Oleksandr Viktorovych Yanukovych is geplaatst op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop deze beperkende maatregelen van toepassing zijn, en dit tot de inwerkingtreding van besluit (GBVB) 2015/364 van de Raad van 5 maart 2015 tot wijziging van besluit 2014/119, en van uitvoeringsverordening (EU) 2015/357 van de Raad van 5 maart 2015 tot uitvoering van verordening nr. 208/2014.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van Yanukovych, wat het in het verzoekschrift geformuleerde verzoek tot nietigverklaring betreft.

4)

Yanukovych wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van de Raad, wat het in de memorie tot aanpassing van de conclusies geformuleerde verzoek tot nietigverklaring betreft.

5)

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.


(1)  PB C 253 van 4.8.2014.


Top