This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TA0139
Case T-139/14: Judgment of the General Court of 15 September 2016 — PT Wilmar Bioenergi Indonesia and PT Wilmar Nabati Indonesia v Council (Dumping — Imports of biodiesel originating in Indonesia — Definitive anti-dumping duties — Article 2(3) and (5) of Regulation (EC) No 1225/2009 — Normal value — Production costs)
Zaak T-139/14: Arrest van het Gerecht van 15 september 2016 — PT Wilmar Bioenergi Indonesia en PT Wilmar Nabati Indonesia/Raad [„Dumping — Invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië — Artikel 2, leden 3 en 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 — Normale waarde — Productiekosten”]
Zaak T-139/14: Arrest van het Gerecht van 15 september 2016 — PT Wilmar Bioenergi Indonesia en PT Wilmar Nabati Indonesia/Raad [„Dumping — Invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië — Artikel 2, leden 3 en 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 — Normale waarde — Productiekosten”]
PB C 402 van 31.10.2016, p. 33–33
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.10.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 402/33 |
Arrest van het Gerecht van 15 september 2016 — PT Wilmar Bioenergi Indonesia en PT Wilmar Nabati Indonesia/Raad
(Zaak T-139/14) (1)
([„Dumping - Invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië - Artikel 2, leden 3 en 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 - Normale waarde - Productiekosten”])
(2016/C 402/36)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: PT Wilmar Bioenergi Indonesia (Medan, Indonesië) en PT Wilmar Nabati Indonesia (Medan) (vertegenwoordiger: P. Vander Schueren, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Boelaert, vervolgens H. Marcos Fraile, gemachtigden, bijgestaan door R. Bierwagen en C. Hipp, advocaten)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-F. Brakeland, M. França en A. Stobiecka-Kuik, gemachtigden) en European Biodiesel Board (EBB) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: O. Prost en M.-S. Dibling, advocaten)
Voorwerp
Verzoek op grond van artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië (PB 2013, L 315, blz. 2)
Dictum
1) |
De artikelen 1 en 2 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië worden nietig verklaard voor zover zij betrekking hebben op PT Wilmar Bioenergi Indonesia en PT Wilmar Nabati Indonesia. |
2) |
De Europese Commissie zal haar eigen kosten en die van PT Wilmar Bioenergi Indonesia en PT Wilmar Nabati Indonesia dragen. |
3) |
De Europese Commissie en de European Biodiesel Board (EBB) zullen hun eigen kosten dragen. |