Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0500

    Zaak T-500/22: Beroep ingesteld op 16 augustus 2022 — Vleuten Insects en New Generation Nutrition/Commissie

    PB C 424 van 7.11.2022, p. 37–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.11.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 424/37


    Beroep ingesteld op 16 augustus 2022 — Vleuten Insects en New Generation Nutrition/Commissie

    (Zaak T-500/22)

    (2022/C 424/48)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Vleuten Insects vof (Hoogeloon, Nederland), New Generation Nutrition BV (Helvoirt, Nederland) (vertegenwoordigd door: N. Carbonnelle, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 2 juni 2022 tot beëindiging van de toelatingsprocedure voor het in de handel brengen van Alphitobius diaperinus als nieuw voedingsmiddel zonder de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen bij te werken (1), nietig verklaren;

    de Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van het beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.

    1.

    Schending van artikel 6, lid 3, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/2469 van de Commissie (2) voor zover het besluit is vastgesteld zonder te voldoen aan de in deze bepaling vastgestelde procedurele vereisten en waarborgen, en aldus onrechtmatig is.

    2.

    Schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en meer in het bijzonder:

    Niet-inachtneming van de plicht tot procedurele loyaliteit alsmede schending van het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van gewettigd vertrouwen (eerste onderdeel van het tweede middel);

    niet-inachtneming van de toepasselijke vormvereisten en van de plicht om een geldige en wettelijk toelaatbare motivering te verstrekken (tweede onderdeel van het tweede middel), en

    schending van het evenredigheidsbeginsel (derde onderdeel van het tweede middel).

    3.

    Subsidiair, als de eerste twee middelen niet worden aanvaard, werpen verzoeksters op grond van artikel 277 VWEU een exceptie van onwettigheid op tegen artikel 10, lid 6, van verordening 2015/2283 (3) en artikel 6 van uitvoeringsverordening 2017/2469 van de Commissie, waarbij zij betogen dat deze bepalingen nietig zijn wegens inbreuk op het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling.


    (1)  Referentienummer: C(2022)3478.

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2469 van de Commissie van 20 december 2017 tot vaststelling van administratieve en wetenschappelijke voorschriften voor aanvragen bedoeld in artikel 10 van verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen (PB 2017, L 351, blz. 64).

    (3)  Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB 2015, L 327, blz. 1).


    Top