EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0362

Zaak C-362/12: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 12 december 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom — Verenigd Koninkrijk) — Test Claimants in the Franked Investment Income Group Litigation/Commissioners of Inland Revenue, Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs (Rechterlijke bescherming — Doeltreffendheidsbeginsel — Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel — Teruggave van onverschuldigd betaalde — Rechtsmiddelen — Nationale wetgeving — Verkorting van verjaringstermijn van beschikbare beroepen zonder voorafgaande kennisgeving en met terugwerkende kracht)

PB C 52 van 22.2.2014, p. 16–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 52/16


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 12 december 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom — Verenigd Koninkrijk) — Test Claimants in the Franked Investment Income Group Litigation/Commissioners of Inland Revenue, Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

(Zaak C-362/12) (1)

(Rechterlijke bescherming - Doeltreffendheidsbeginsel - Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel - Teruggave van onverschuldigd betaalde - Rechtsmiddelen - Nationale wetgeving - Verkorting van verjaringstermijn van beschikbare beroepen zonder voorafgaande kennisgeving en met terugwerkende kracht)

2014/C 52/26

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Supreme Court of the United Kingdom

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Test Claimants in the Franked Investment Income Group Litigation

Verwerende partijen: Commissioners of Inland Revenue, Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Supreme Court of the United Kingdom — Uitlegging van de artikelen 49 VWEU en 63 VWEU — Nationale belastingen die in strijd zijn met het gemeenschapsrecht — Terugvordering van het onverschuldigd betaalde — Naast elkaar bestaan in het nationale recht van twee voor de belastingplichtigen openstaande alternatieve rechtswegen om terugbetaling van de onverschuldigd betaalde bedragen te vorderen, waarbij voor een rechtsweg een langere beroepstermijn geldt dan voor de andere — Nationale wettelijke regeling waarbij de langere termijn zonder voorafgaande kennisgeving met terugwerkende kracht wordt verkort — Verenigbaarheid met het doeltreffendheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel

Dictum

1)

In een situatie waarin de belastingbetalers naar nationaal recht kunnen kiezen tussen twee mogelijke rechtsmiddelen om teruggave van in strijd met het Unierecht geheven belasting te vorderen, waarbij voor een van deze rechtsmiddelen een langere verjaringstermijn geldt, verzetten het doeltreffendheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel zich ertegen dat een nationale wettelijke regeling deze verjaringstermijn zonder voorafgaande kennisgeving en met terugwerkende kracht verkort.

2)

De omstandigheid dat, op het tijdstip waarop de belastingbetaler zijn vordering heeft ingesteld, de mogelijkheid om gebruik te maken van het rechtsmiddel waarvoor de langste verjaringstermijn gold, pas korte tijd voordien door een lagere rechterlijke instantie was erkend en pas later door de hoogste rechterlijke instantie definitief is aanvaard, maakt geen verschil uit voor het antwoord op de eerste vraag.


(1)  PB C 311 van 13.10.2012.


Top