EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CA0205

Zaak C-205/09: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 oktober 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szombathelyi Városi Bíróság) — Strafzaak tegen Emil Eredics, Mária Vassné Sápi (Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken — Kaderbesluit 2001/220/JBZ — Status van slachtoffers in strafprocedures — Begrip slachtoffer — Rechtspersoon — Strafbemiddeling in strafprocedure — Toepassingsmodaliteiten)

PB C 346 van 18.12.2010, p. 14–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/14


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 oktober 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szombathelyi Városi Bíróság) — Strafzaak tegen Emil Eredics, Mária Vassné Sápi

(Zaak C-205/09) (1)

(Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken - Kaderbesluit 2001/220/JBZ - Status van slachtoffers in strafprocedures - Begrip „slachtoffer” - Rechtspersoon - Strafbemiddeling in strafprocedure - Toepassingsmodaliteiten)

2010/C 346/23

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Szombathelyi Városi Bíróság

Partijen in de strafzaak

Emil Eredics, Mária Vassné Sápi

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Szombathelyi Városi Bíróság — Uitlegging van artikel 1, sub a, en van artikel 10 kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure — Strafzaak waarin het slachtoffer een rechtspersoon is en de toepassing van de bemiddeling in strafzaken volgens het nationale recht is uitgesloten — Begrip „slachtoffer” in het kaderbesluit — Zijn daaronder, wat de bepalingen inzake de bemiddeling in strafzaken betreft, mede andere dan natuurlijke personen begrepen? — Voorwaarden voor toepassing van bemiddeling in strafzaken in het kader van de strafprocedure

Dictum

1)

De artikelen 1, sub a, en 10 van kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure, moeten aldus worden uitgelegd dat het begrip „slachtoffer” niet ook rechtspersonen omvat met het oog op de bevordering van bemiddeling in strafzaken als bedoeld in genoemd artikel 10, lid 1.

2)

Artikel 10 van kaderbesluit 2001/220 moet aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten niet verplicht om het gebruik van de bemiddelingsprocedure toe te staan voor alle strafbare feiten waarvan het in de nationale wetgeving gedefinieerde materiële bestanddeel overeenkomt met dat van de strafbare feiten waarvoor zij uitdrukkelijk in bemiddeling voorziet.


(1)  PB C 205 van 29.08.2009.


Top