EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0678

Zaak C-678/15: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 juni 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Mohammad Zadeh Khorassani/Kathrin Pflanz (Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2004/39/EG — Markten voor financiële instrumenten — Artikel 4, lid 1, punt 2 — Begrip „beleggingsdiensten” — Bijlage I, deel A, punt 1 — Ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten — Bemiddeling bij het sluiten van een vermogensbeheerovereenkomst eventueel daaronder begrepen)

PB C 277 van 21.8.2017, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 277/9


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 juni 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Mohammad Zadeh Khorassani/Kathrin Pflanz

(Zaak C-678/15) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2004/39/EG - Markten voor financiële instrumenten - Artikel 4, lid 1, punt 2 - Begrip „beleggingsdiensten” - Bijlage I, deel A, punt 1 - Ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten - Bemiddeling bij het sluiten van een vermogensbeheerovereenkomst eventueel daaronder begrepen))

(2017/C 277/11)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Mohammad Zadeh Khorassani

Verwerende partij: Kathrin Pflanz

Dictum

Artikel 4, lid 1, punt 2, van richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van richtlijn 93/22/EEG van de Raad, in samenhang met bijlage I, deel A, punt 1, van deze richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat de beleggingsdienst die bestaat in het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten niet mede bemiddeling bij het sluiten van een vermogensbeheerovereenkomst omvat.


(1)  PB C 106 van 21.3.2016.


Top