EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0058

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 58/2013 van de Commissie van 23 januari 2013 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek Voor de EER relevante tekst

PB L 21 van 24.1.2013, p. 19–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/04/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0481

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/58/oj

24.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 21/19


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 58/2013 VAN DE COMMISSIE

van 23 januari 2013

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), en met name artikel 247,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2) werd het begrip geautoriseerde marktdeelnemer (AEO) ingevoerd. Marktdeelnemers die aan de voorwaarden voldoen voor een gecombineerd certificaat Douanevereenvoudigingen en Veiligheid of een certificaat Veiligheid, moeten als betrouwbare partners in de toeleveringsketen worden beschouwd en daarom in aanmerking komen voor faciliteiten met betrekking tot douanecontroles inzake veiligheid.

(2)

De Unie erkent de partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven van bepaalde derde landen, die zijn ontwikkeld in overeenstemming met het Framework of Standards to Secure and Facilitate Global Trade van de Werelddouaneorganisatie. De Unie biedt daarom faciliteiten aan marktdeelnemers van een derde land die deelnemen aan het programma van de douaneautoriteit van dat derde land. Het is bijgevolg wenselijk te bepalen op welke wijze in de summiere aangiften bij binnenkomst de marktdeelnemers die aan partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven van derde landen deelnemen, kunnen worden geïdentificeerd. De relevante faciliteiten zullen niet worden geboden zonder deugdelijke identificatie van deze marktdeelnemers in de summiere aangiften bij binnenkomst.

(3)

Daarom dient bijlage 30 bis bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (3) te worden aangepast zodat het unieke derdeland-identificatienummer van marktdeelnemers kan worden vermeld.

(4)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage 30 bis bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 januari 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(2)  PB L 360 van 19.12.2006, blz. 64.

(3)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


BIJLAGE

In bijlage 30 bis bij Verordening (EEG) nr. 2454/93, in punt 4 „Toelichtingen bij de gegevenselementen”, wordt de derde alinea van de toelichting bij het gegevenselement „Afzender”„Summiere aangiften bij binnenkomst” vervangen door:

Summiere aangiften bij binnenkomst:

dit gegeven bestaat uit het EORI-nummer van de afzender wanneer de indiener van de summiere aangifte over dit nummer beschikt.

Daar waar faciliteiten worden aangeboden in het kader van een door de Unie erkend partnerschapsprogramma met het bedrijfsleven van een derde land, kan dit gegeven bestaan uit een uniek derdeland-identificatienummer dat door het betrokken derde land aan de Unie beschikbaar is gesteld. Dat nummer kan worden gebruikt wanneer de indiener van de summiere aangifte hierover beschikt.

De structuur van het nummer is als volgt:

Veld

Inhoud

Soort veld

Formaat

Voorbeeld

1

Derdelandcode (tweeletterige ISO-landcode)

alfabetisch 2

a2

US

JP

2

Uniek identificatienummer in een derde land

alfanumeriek tot maximaal 15

an..15

1234567890ABCDE

AbCd9875F

pt20130101aa

Voorbeelden: „US1234567890ABCDE” voor een afzender in de VS (landcode: US) wiens unieke identificatienummer 1234567890ABCDE is. „JPAbCd9875F” voor een afzender in Japan (landcode: JP) wiens unieke identificatienummer AbCd9875F is. „USpt20130101aa” voor een afzender in de VS (landcode: US) wiens unieke identificatienummer pt20130101aa is.

Derdelandcode: de door de Unie gebruikte alfabetische codificering voor landen en gebieden is gebaseerd op de tweeletterige ISO-normen (a2) voor zover deze verenigbaar zijn met de landencodes die zijn vastgesteld in overeenstemming met artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad (1).


(1)  PB L 152 van 16.6.2009, blz. 23.”.


Top