This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018D0011(01)
Decision (EU) 2018/547 of the European Central Bank of 27 March 2018 nominating heads of work units to adopt delegated own funds decisions (ECB/2018/11)
Besluit (EU) 2018/547 van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2018 houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van gedelegeerde eigenvermogenbesluiten (ECB/2018/11)
Besluit (EU) 2018/547 van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2018 houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van gedelegeerde eigenvermogenbesluiten (ECB/2018/11)
PB L 90 van 6.4.2018, p. 110–111
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2020; opgeheven door 32020D1333
6.4.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/110 |
BESLUIT (EU) 2018/547 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 27 maart 2018
houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van gedelegeerde eigenvermogenbesluiten (ECB/2018/11)
DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 11.6,
Gezien Besluit (EU) 2017/933 van de Europese Centrale Bank van 16 november 2016 betreffende een algemeen kader voor de delegatie van besluitvormingsbevoegdheden voor met toezichttaken verband houdende rechtsinstrumenten (ECB/2016/40) (1), en met name artikel 4 en 5,
Gezien Besluit (EU) 2018/546 van de Europese Centrale Bank van 15 maart 2018 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van eigenvermogenbesluiten (ECB/2018/10) (2), en met name artikel 2,
Gezien Besluit ECB/2004/2 van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (3), en met name artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om het aanzienlijk aantal besluiten te kunnen adresseren dat de Europese Centrale Bank (ECB) moet vaststellen voor de vervulling van haar toezichttaken, is een procedure opgezet voor de vaststelling van specifieke gedelegeerde besluiten. |
(2) |
Een delegatiebesluit is van toepassing vanaf de vaststelling van een directiebesluit, bij welk besluit één of meerdere hoofden van arbeidseenheden worden benoemd om besluiten te nemen op basis van dat delegatiebesluit. |
(3) |
De directie houdt bij de benoeming van hoofden van arbeidseenheden rekening met het belang van het delegatiebesluit en het aantal geadresseerden aan wie gedelegeerde besluiten gestuurd moeten worden. |
(4) |
De voorzitter van de Raad van toezicht werd geraadpleegd betreffende de hoofden van arbeidseenheden aan wie de bevoegdheid tot vaststelling van eigenvermogenbesluiten moet worden gedelegeerd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Gedelegeerde eigenvermogenbesluiten
Gedelegeerde besluiten krachtens artikel 2 van Besluit (EU) 2018/546 (ECB/2018/10) worden vastgesteld door een van de volgende hoofden van een arbeidseenheid:
a) |
de directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht I, indien toezicht op de betrokken onder toezicht staande entiteit of groep wordt uitgeoefend door het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht I; |
b) |
de directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht II, indien toezicht op de betrokken onder toezicht staande entiteit of groep wordt uitgeoefend door het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht II, of |
c) |
bij ontstentenis van een directeur-generaal, hun plaatsvervangend directeur-generaal. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Frankfurt am Main, 27 maart 2018.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 141 van 1.6.2017, blz. 14.
(2) Zie bladzijde 105 van dit Publicatieblad.
(3) PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33.