Tento dokument je výňatkem z internetových stránek EUR-Lex
Dokument C2007/042/61
Case T-401/06: Action brought on 28 December 2006 — Brosmann Footwear (HK) and Others v Council
Zaak T-401/06: Beroep ingesteld op 28 december 2006 — Brosmann Footwear (HK) e.a./Raad
Zaak T-401/06: Beroep ingesteld op 28 december 2006 — Brosmann Footwear (HK) e.a./Raad
PB C 42 van 24.2.2007, s. 34—35
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 42/34 |
Beroep ingesteld op 28 december 2006 — Brosmann Footwear (HK) e.a./Raad
(Zaak T-401/06)
(2007/C 42/61)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Brosmann Footwear (HK) Ltd (Kowloon, Hong Kong) Seasonable Footwear (Zhong Shan) Ltd (Banfu, China), Lung Pao Footwear (Guangzhou) Ltd (Guangzhou, China), Risen Footwear (HK) Co. Ltd (Kowloon, Hong Kong) (vertegenwoordigers: L. Ruessmann en A. Willems, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
nietig te verklaren verordening (EG) nr. 1472/2006 van de Raad, voor zover daarbij antidumpingrechten worden geheven op exporten van verzoeksters; |
— |
de Raad te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Met dit beroep vorderen verzoeksters nietigverklaring van de bestreden verordening voor zover daarbij antidumpingrechten worden geheven op hun exporten naar de Europese Unie. Het beroep is gebaseerd op:
— |
schending van de artikelen 2, lid 7, sub b, en 9, lid 5, van verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping (hierna: „basisverordening”) en van artikel VI van de GATT, alsmede van het non-discriminatiebeginsel, het nemo-auditur-beginsel en het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, wegens het verzuim van de gemeenschapsinstellingen om elk verzoek om behandeling als marktgericht bedrijf en om individuele behandeling afzonderlijk te onderzoeken; |
— |
schending van de artikelen 18 en 20 van de basisverordening en van verzoeksters' rechten van de verdediging, wegens het verzuim van de gemeenschapsinstellingen om verzoeksters te informeren omtrent de behandeling van de verzoeken om behandeling als marktgericht bedrijf en om individuele behandeling; |
— |
kennelijk onjuiste beoordeling alsmede schending van artikel 5, lid 4, van de basisverordening, voor wat betreft de evaluatie van de positie van de communautaire producenten met betrekking tot het steunen van het onderzoek, artikel 1, lid 4, van de basisverordening, voor wat betreft de omschrijving van de productdefinitie, artikel 17 van de basisverordening en artikel 253 EG, voor wat betreft de selectie van de steekproef van exporterende producenten, artikel 3, lid 2, van de basisverordening en artikel 253 EG, voor wat betreft het onderzoek van het causale verband tussen dumpimporten en schade, en, ten slotte, artikel 9, lid 4, van de basisverordening, voor wat betreft de berekening van de schademarge. |