Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0937

    Zaak C-937/19: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 8 juli 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Köln — Duitsland) — KA [Prejudiciële verwijzing – Verordening (EG) nr. 1072/2009 – Artikel 1, lid 5, onder d) – Artikel 8 – Internationaal goederenvervoer over de weg vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat – Op dit internationale vervoer aansluitend cabotagevervoer op het grondgebied van laatstgenoemde lidstaat – Beperkingen – Vereiste van een communautaire vergunning en, in voorkomend geval, van een vervoersvergunning – Uitzonderingen – Cabotagevervoer aansluitend op internationaal vervoer voor eigen rekening – Voorwaarden]

    PB C 338 van 23.8.2021, p. 4–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.8.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 338/4


    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 8 juli 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Köln — Duitsland) — KA

    (Zaak C-937/19) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Verordening (EG) nr. 1072/2009 - Artikel 1, lid 5, onder d) - Artikel 8 - Internationaal goederenvervoer over de weg vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat - Op dit internationale vervoer aansluitend cabotagevervoer op het grondgebied van laatstgenoemde lidstaat - Beperkingen - Vereiste van een communautaire vergunning en, in voorkomend geval, van een vervoersvergunning - Uitzonderingen - Cabotagevervoer aansluitend op internationaal vervoer voor eigen rekening - Voorwaarden)

    (2021/C 338/05)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Amtsgericht Köln

    Partij in het hoofdgeding

    KA

    in tegenwoordigheid van: Staatsanwaltschaft Köln, Bundesamt für Güterverkehr

    Dictum

    Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg, moet aldus worden uitgelegd dat een vervoerder die voor eigen rekening over de weg internationaal goederenvervoer heeft verricht in de zin van artikel 1, lid 5, onder d), van deze verordening waarbij hij goederen vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat heeft vervoerd, krachtens artikel 8 van deze verordening aansluitend op dat internationale vervoer cabotagevervoer mag verrichten op het grondgebied van laatstgenoemde lidstaat, op voorwaarde evenwel dat hij voldoet aan de voorwaarden die in artikel 8, leden 2 tot en met 4, van deze verordening zijn vastgesteld.


    (1)  PB C 95 van 23.3.2020.


    Top