This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018TA0402
Case T-402/18: Judgment of the General Court of 29 January 2020 — Aquino and Others v Parliament (Civil service — Strike action by interpreters — Measures for the requisition of interpreters adopted by the European Parliament — No legal basis — Liability — Non-material damage)
Zaak T-402/18: Arrest van het Gerecht van 29 januari 2020 – Aquino e.a./Parlement („Openbare dienst – Staking van tolken – Door het Europees Parlement vastgestelde maatregelen om tolken op te roepen – Ontbreken van een rechtsgrondslag – Aansprakelijkheid – Immateriële schade”)
Zaak T-402/18: Arrest van het Gerecht van 29 januari 2020 – Aquino e.a./Parlement („Openbare dienst – Staking van tolken – Door het Europees Parlement vastgestelde maatregelen om tolken op te roepen – Ontbreken van een rechtsgrondslag – Aansprakelijkheid – Immateriële schade”)
PB C 77 van 9.3.2020, p. 43–44
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.3.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 77/43 |
Arrest van het Gerecht van 29 januari 2020 – Aquino e.a./Parlement
(Zaak T-402/18) (1)
(„Openbare dienst - Staking van tolken - Door het Europees Parlement vastgestelde maatregelen om tolken op te roepen - Ontbreken van een rechtsgrondslag - Aansprakelijkheid - Immateriële schade”)
(2020/C 77/62)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: Roberto Aquino (Brussel, België) en 25 overige verzoekers wier namen zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)
Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: O. Caisou-Rousseau, T. Lazian en E. Taneva, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bauer en R. Meyer, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, ten eerste strekkende tot nietigverklaring van het besluit van 2 juli 2018 van de directeur-generaal Personeelszaken van het Parlement om tolken en conferentietolken op te roepen voor 3 juli 2018 en de latere besluiten van de directeur-generaal Personeelszaken van het Parlement om tolken en conferentietolken op te roepen voor 4, 5, 10 en 11 juli 2018 en ten tweede tot vergoeding van de immateriële schade die verzoekers door deze besluiten zouden hebben geleden en die ex aequo et bono wordt begroot op 1 000 EUR per persoon
Dictum
1) |
Het besluit van 2 juli 2018 van de directeur-generaal Personeelszaken van het Europees Parlement tot oproeping van tolken en conferentietolken voor 3 juli 2018, wordt nietig verklaard. |
2) |
Het Parlement wordt ertoe veroordeeld Barbara Carli-Ganotis, Claudine de Seze, Maria Corina Diaconu Olszewski, Maria Provata, Irène Sevastikoglou en Benedetta Tissi elk 500 EUR te betalen. |
3) |
Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
4) |
Het Parlement zal zijn eigen kosten dragen en de kosten van de verzoeksters die zijn opgeroepen bij het besluit van 2 juli 2018, met inbegrip van de kosten van de kortgedingprocedure en die van de interventie van de Raad van de Europese Unie. |
5) |
Verzoekers die zijn opgeroepen bij de na de instelling van het beroep vastgestelde besluiten, zullen elk hun eigen kosten dragen. |
6) |
De Raad zal zijn eigen kosten dragen. |