Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0664

    Zaak C-664/16: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 21 november 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Alba Iulia — Roemenië) –Lucreţiu Hadrian Vădan / Agenţia Naţională de Administrare Fiscală — Direcţia Generală de Soluţionare a Contestaţiilor, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Braşov — Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Alba (Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 167, 168, 178 en 273 — Omvang van het recht op aftrek — Ontbreken van facturen — Beroep op een gerechtelijke expertise — Bewijslast betreffende het recht op aftrek — Beginsel van fiscale neutraliteit en evenredigheidsbeginsel)

    PB C 25 van 21.1.2019, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.1.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 25/4


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 21 november 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Alba Iulia — Roemenië) –Lucreţiu Hadrian Vădan / Agenţia Naţională de Administrare Fiscală — Direcţia Generală de Soluţionare a Contestaţiilor, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Braşov — Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Alba

    (Zaak C-664/16) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 167, 168, 178 en 273 - Omvang van het recht op aftrek - Ontbreken van facturen - Beroep op een gerechtelijke expertise - Bewijslast betreffende het recht op aftrek - Beginsel van fiscale neutraliteit en evenredigheidsbeginsel))

    (2019/C 25/04)

    Procestaal: Roemeens

    Verwijzende rechter

    Curte de Apel Alba Iulia

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Lucreţiu Hadrian Vădan

    Verwerende partijen: Agenţia Naţională de Administrare Fiscală — Direcţia Generală de Soluţionare a Contestaţiilor, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Braşov — Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Alba

    Dictum

    Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en, in het bijzonder, de artikelen 167 en 168, artikel 178, onder a), en artikel 179 ervan, alsmede het beginsel van neutraliteit van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) en het evenredigheidsbeginsel moeten aldus worden uitgelegd dat in omstandigheden zoals in het hoofdgeding aan een belastingplichtige die niet in staat is met facturen of enig ander document bewijs te leveren van de door hem betaalde voorbelasting, geen recht op btw-aftrek kan worden verleend op basis van enkel een raming die is gemaakt in het kader van een door een nationale rechter gelaste expertise.


    (1)  PB C 104 van 3.4.2017.


    Top