Este documento é um excerto do sítio EUR-Lex
Documento 62016CA0158
Case C-158/16: Judgment of the Court (Tenth Chamber) of 20 December 2017 (request for a preliminary ruling from the Juzgado de lo Contencioso-Administrativo n. 1 de Oviedo (Administrative Court No 1, Oviedo — Spain)) — Margarita Isabel Vega González v Consejería de Hacienda y Sector Público del Gobierno del Principado de Asturias (Reference for a preliminary ruling — Social policy — Directive 1999/70/EC — Framework agreement on fixed-term work concluded by ETUC, UNICE and CEEP — Clause 4 — Principle of non-discrimination — Concept of ‘employment conditions’ — Placement on the administrative status for special service leave — National legislation providing for special leave to be granted, in case of election to public office, only to established civil servants, to the exclusion of non-established civil servants)
Zaak C-158/16: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Contencioso-Administrativo n° 1 de Oviedo — Spanje) — Margarita Isabel Vega González / Consejería de Hacienda y Sector Público del gobierno del Principado de Asturias (Prejudiciële verwijzing — Sociale politiek — Richtlijn 1999/70/EG — Door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd — Clausule 4 — Non-discriminatiebeginsel — Begrip „arbeidsvoorwaarden” — Toekenning van de ambtelijke stand van verlof wegens bijzondere diensten — Nationale regeling die in geval van verkiezing voor een openbaar ambt enkel voor ambtenaren in vaste dienst voorziet in de toekenning van verlof wegens bijzondere diensten en ambtenaren in tijdelijke dienst hiervan uitsluit)
Zaak C-158/16: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Contencioso-Administrativo n° 1 de Oviedo — Spanje) — Margarita Isabel Vega González / Consejería de Hacienda y Sector Público del gobierno del Principado de Asturias (Prejudiciële verwijzing — Sociale politiek — Richtlijn 1999/70/EG — Door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd — Clausule 4 — Non-discriminatiebeginsel — Begrip „arbeidsvoorwaarden” — Toekenning van de ambtelijke stand van verlof wegens bijzondere diensten — Nationale regeling die in geval van verkiezing voor een openbaar ambt enkel voor ambtenaren in vaste dienst voorziet in de toekenning van verlof wegens bijzondere diensten en ambtenaren in tijdelijke dienst hiervan uitsluit)
PB C 72 van 26.2.2018, p. 8—9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 72/8 |
Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Contencioso-Administrativo no 1 de Oviedo — Spanje) — Margarita Isabel Vega González / Consejería de Hacienda y Sector Público del gobierno del Principado de Asturias
(Zaak C-158/16) (1)
((Prejudiciële verwijzing - Sociale politiek - Richtlijn 1999/70/EG - Door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd - Clausule 4 - Non-discriminatiebeginsel - Begrip „arbeidsvoorwaarden” - Toekenning van de ambtelijke stand van verlof wegens bijzondere diensten - Nationale regeling die in geval van verkiezing voor een openbaar ambt enkel voor ambtenaren in vaste dienst voorziet in de toekenning van verlof wegens bijzondere diensten en ambtenaren in tijdelijke dienst hiervan uitsluit))
(2018/C 072/10)
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Juzgado de lo Contencioso-Administrativo no 1 de Oviedo
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Margarita Isabel Vega González
Verwerende partij: Consejería de Hacienda y Sector Público del gobierno del Principado de Asturias
Dictum
1) |
Clausule 4, lid 1, van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „arbeidsvoorwaarden” als bedoeld in deze bepaling voor een in een parlementaire functie gekozen werknemer het recht omvat dat hem de mogelijkheid wordt geboden te profiteren van verlof wegens bijzondere diensten, welk recht is vastgelegd in een nationale regeling op grond waarvan de dienstbetrekking wordt opgeschort, zodat is gewaarborgd dat deze werknemer voor de duur van zijn parlementaire mandaat zijn arbeidsplaats en recht op bevordering behoudt. |
2) |
Clausule 4 van de raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70, moet aldus worden uitgelegd dat deze clausule zich verzet tegen een nationale regeling zoals die in het hoofdgeding, waarin volledig wordt uitgesloten dat een werknemer voor bepaalde tijd met het oog op de uitoefening van een politiek mandaat verlof wordt toegekend op grond waarvan de arbeidsverhouding wordt opgeschort tot de terugkeer van deze werknemer na afloop van dit mandaat, terwijl het recht op een dergelijk verlof wel wordt toegekend aan werknemers in vaste dienst. |