This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0084
Case T-84/14: Action brought on 6 February 2014 — Harrys Pubar v OHIM — Harry's New York Bar (HARRY'S NEW YORK BAR)
Zaak T-84/14: Beroep ingesteld op 6 februari 2014 — Harrys Pubar/BHIM — Harry’s New York Bar (HARRY'S NEW YORK BAR)
Zaak T-84/14: Beroep ingesteld op 6 februari 2014 — Harrys Pubar/BHIM — Harry’s New York Bar (HARRY'S NEW YORK BAR)
PB C 135 van 5.5.2014, p. 48–48
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 135/48 |
Beroep ingesteld op 6 februari 2014 — Harrys Pubar/BHIM — Harry’s New York Bar (HARRY'S NEW YORK BAR)
(Zaak T-84/14)
2014/C 135/61
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Harrys Pubar AB (Gothenburg, Zweden) (vertegenwoordiger: L.-E. Ström, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Harry’s New York Bar SA (Parijs, Frankrijk)
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 14 november 2013 in de gevoegde zaken R 1038/2012-1 en R 1045/2012-1 te vernietigen; |
— |
verweerder te verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk „HARRY’S NEW YORK BAR” voor waren en diensten van de klassen 25, 30, 32 en 43 — gemeenschapsmerkaanvraag nr. 3 383 445
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster
Oppositiemerk of -teken: de Zweedse merkinschrijvingen nrs. 356 009, 320 026, 315 142 en 55 6513-1066, voor waren en diensten van de klassen 25 en 42
Beslissing van de oppositieafdeling: gedeeltelijke toewijzing van de oppositie
Beslissing van de kamer van beroep: gedeeltelijke toewijzing van het beroep in zaak R 1038/2012-1 en verwerping van het beroep in zaak R 1045/2012-1
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009.