Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013TB0187

    Zaak T-187/13: Beschikking van het Gerecht van 20 februari 2014 — Jannatian/Raad ( „Beroep tot nietigverklaring  — Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid  — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran  — Lijst van personen en entiteiten op wie die beperkende maatregelen van toepassing zijn  — Beroepstermijn  — Termijnoverschrijding  — Niet-ontvankelijkheid” )

    PB C 135 van 5.5.2014, p. 38–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.5.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 135/38


    Beschikking van het Gerecht van 20 februari 2014 — Jannatian/Raad

    (Zaak T-187/13) (1)

    ((„Beroep tot nietigverklaring - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran - Lijst van personen en entiteiten op wie die beperkende maatregelen van toepassing zijn - Beroepstermijn - Termijnoverschrijding - Niet-ontvankelijkheid”))

    2014/C 135/49

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Mahmoud Jannatian (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: E. Rosenfeld en S. Monnerville, advocaten)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: F. Naert en M. Bishop, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek tot nietigverklaring van de hierna volgende handelingen, voor zover zij verzoeker betreffen: gemeenschappelijk standpunt 2008/479/GBVB van de Raad van 23 juni 2008 tot wijziging van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 163, blz. 43); besluit 2008/475/EG van de Raad van 23 juni 2008 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 163, blz. 29); gemeenschappelijk standpunt 2008/652/GBVB van de Raad van 7 augustus 2008 tot wijziging van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 213, blz. 58); besluit 2009/840/GBVB van de Raad van 17 november 2009 tot uitvoering van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 303, blz. 64); verordening (EG) nr. 1100/2009 van de Raad van 17 november 2009 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van besluit 2008/475/EG(PB L 303, blz. 31); besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39); besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413 (PB L 281, blz. 81); verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1) en van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1).

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

    2)

    Mahmoud Jannatian zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie.


    (1)  PB C 171 van 15.6.2013.


    Top