Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0204

    Zaak C-204/13: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 13 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Finanzamt Saarlouis/Heinz Malburg (Fiscaliteit  — Belasting over de toegevoegde waarde  — Ontstaan en omvang van recht op aftrek  — Ontbinding van vennootschap door vennoot  — Verwerving van deel van clientèle van deze vennootschap  — Inbreng in natura in andere vennootschap  — Voorbelasting  — Mogelijkheid tot aftrek)

    PB C 135 van 5.5.2014, p. 18–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.5.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 135/18


    Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 13 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Finanzamt Saarlouis/Heinz Malburg

    (Zaak C-204/13) (1)

    ((Fiscaliteit - Belasting over de toegevoegde waarde - Ontstaan en omvang van recht op aftrek - Ontbinding van vennootschap door vennoot - Verwerving van deel van clientèle van deze vennootschap - Inbreng in natura in andere vennootschap - Voorbelasting - Mogelijkheid tot aftrek))

    2014/C 135/19

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesfinanzhof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Finanzamt Saarlouis

    Verwerende partij: Heinz Malburg

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesfinanzhof — Uitlegging van de artikelen 4, leden 1 en 2, en 17, lid 2, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Ontstaan en omvang van recht op aftrek — Verwering van een deel van de clientèle van een ontbonden vennootschap door een vennoot van deze vennootschap, met het oog op inbreng in natura in een nieuwe vennootschap — Mogelijkheid tot aftrek van voorbelasting

    Dictum

    De artikelen 4, leden 1 en 2, en 17, lid 2, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995, moeten, gelet op het beginsel van neutraliteit van de belasting over de toegevoegde waarde, aldus worden uitgelegd dat een vennoot van een burgerrechtelijke vennootschap van belastingconsulenten, die van deze vennootschap een deel van de clientèle verwerft met als enig doel de clientèle onmiddellijk daarop om niet voor bedrijfsgebruik ter beschikking te stellen van een nieuw opgerichte burgerrechtelijke vennootschap van belastingconsulenten waarin deze vennoot meerderheidsaandeelhouder is, zonder dat deze clientèle evenwel wordt ingebracht in het vermogen van de nieuw opgerichte vennootschap, geen aanspraak kan maken op aftrek van de over de verkrijging van de betrokken clientèle betaalde voorbelasting.


    (1)  PB C 178 van 22.06.2013.


    Top