This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CA0155
Case C-155/13: Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 13 March 2014 (request for a preliminary ruling from the Commissione tributaria regionale di Venezia-Mestre — Italy) — Società Italiana Commercio e Servizi srl (SICES), in liquidation, Agrima KG D. Gritsch Herbert & Gritsch Michael & Co., Agricola Lusia srl, Romagnoli Fratelli SpA, Agrimediterranea srl, Parini Francesco, Duoccio srl, Centro di Assistenza Doganale Triveneto Service srl, Novafruit srl, Evergreen Fruit Promotion srl v Agenzia Dogane Ufficio delle Dogane di Venezia (Agriculture — Regulation (EC) No 341/2007 — Article 6(4) — Tariff quotas — Garlic of Chinese origin — Import licences — Non-transferable nature of rights deriving from certain import licences — Circumvention — Abuse of rights)
Zaak C-155/13: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione tributaria regionale di Venezia-Mestre — Italië) — Società Italiana Commercio e Servizi srl, in liquidatie (SICES) e.a./Agenzia Dogane Ufficio delle Dogane di Venezia [Landbouw — Verordening (EG) nr. 341/2007 — Artikel 6, lid 4 — Tariefcontingenten — Chinese knoflook — Invoercertificaten — Niet-overdraagbaarheid van rechten voortvloeiend uit bepaalde invoercertificaten — Omzeiling — Misbruik van recht]
Zaak C-155/13: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione tributaria regionale di Venezia-Mestre — Italië) — Società Italiana Commercio e Servizi srl, in liquidatie (SICES) e.a./Agenzia Dogane Ufficio delle Dogane di Venezia [Landbouw — Verordening (EG) nr. 341/2007 — Artikel 6, lid 4 — Tariefcontingenten — Chinese knoflook — Invoercertificaten — Niet-overdraagbaarheid van rechten voortvloeiend uit bepaalde invoercertificaten — Omzeiling — Misbruik van recht]
PB C 135 van 5.5.2014, p. 16–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 135/16 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione tributaria regionale di Venezia-Mestre — Italië) — Società Italiana Commercio e Servizi srl, in liquidatie (SICES) e.a./Agenzia Dogane Ufficio delle Dogane di Venezia
(Zaak C-155/13) (1)
([Landbouw - Verordening (EG) nr. 341/2007 - Artikel 6, lid 4 - Tariefcontingenten - Chinese knoflook - Invoercertificaten - Niet-overdraagbaarheid van rechten voortvloeiend uit bepaalde invoercertificaten - Omzeiling - Misbruik van recht])
2014/C 135/17
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Commissione Tributaria Regionale di Mestre-Venezia
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Società Italiana Commercio e Servizi srl, in liquidatie (SICES), Agrima KG D. Gritsch Herbert & Gritsch Michael & Co., Agricola Lusia srl, Romagnoli Fratelli SpA, Agrimediterranea srl, Francesco Parini, Duoccio srl, Centro di Assistenza Doganale Triveneto Service srl, Novafruit srl, Evergreen Fruit Promotion srl
Verwerende partij: Agenzia Dogane Ufficio delle Dogane di Venezia
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Commissione Tributaria Regionale di Mestre-Venezia — Uitlegging van artikel 6 van verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie van 29 maart 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten (PB L 90, blz. 12) — Niet-overdraagbaarheid van uit A-certificaten voortvloeiende rechten — Vennootschappen die invoercertificaten houden en vóór invoer Chinese knoflook hebben gekocht van een vennootschap die geen houder van dergelijke certificaten is, welke knoflook zij na voldoening van douanerechten weer aan deze vennootschap hebben verkocht
Dictum
Artikel 6, lid 4, van verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie van 29 maart 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten, moet aldus worden uitgelegd dat het zich in beginsel niet verzet tegen transacties waarmee een importeur, die houder is van certificaten voor invoer tegen verlaagd tarief, goederen koopt buiten de Europese Unie — van een marktdeelnemer die zelf traditioneel importeur is in de zin van artikel 4, lid 2, van die verordening maar zijn eigen certificaten voor invoer tegen verlaagd tarief heeft opgebruikt — en deze goederen vervolgens, na ze te hebben ingevoerd in de Unie, aan diezelfde marktdeelnemer doorverkoopt. Wanneer dergelijke transacties evenwel kunstmatig in het leven zijn geroepen met als voornaamste doel om te profiteren van het preferentiële tarief, leveren zij misbruik van recht op. De verwijzende rechter dient wanneer hij nagaat of van een dergelijk misbruik sprake is, alle feiten en omstandigheden van de zaak in aanmerking te nemen, met inbegrip van de handelstransacties die aan de betrokken invoer vooraf gingen en de handelstransacties die op die invoer volgden.