EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0195

2013/195/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 23 april 2013 tot vaststelling van de praktische modaliteiten, uniforme formaten en een methode in verband met de bij Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid opgestelde inventaris van het radiospectrum (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 2235) Voor de EER relevante tekst

PB L 113 van 25.4.2013, p. 18–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/195/oj

25.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/18


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2013

tot vaststelling van de praktische modaliteiten, uniforme formaten en een methode in verband met de bij Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid opgestelde inventaris van het radiospectrum

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 2235)

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/195/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit nr. 243/2012/EU werd een inventaris ingesteld van het bestaande gebruik van het spectrum, zowel voor commerciële als voor publieke doeleinden. Om deze inventarisatie uit te voeren moet een uitvoeringshandeling worden vastgesteld om enerzijds de praktische modaliteiten en uniforme formaten te ontwikkelen voor het verzamelen en verstrekken van gegevens door de lidstaten aan de Commissie over het bestaande gebruik van het spectrum en anderzijds om een methode te ontwikkelen voor het analyseren van technologische tendensen, toekomstige behoeften en de vraag naar spectrum op die terreinen van het beleid die onder het programma voor het radiospectrumbeleid (RSPP) vallen, om opkomende en potentieel significante toepassingen van het spectrum te kunnen aanwijzen, met name in het frequentiegebied tussen de 400 MHz en de 6 GHz (hierna „het relevante spectrum” genoemd).

(2)

Deze inventaris moet het mogelijk maken frequentiebanden aan te wijzen waar de efficiëntie van bestaand spectrumgebruik kan worden verbeterd, met name banden die geschikt zouden kunnen zijn voor nieuwe toewijzing en mogelijkheden bieden voor spectrumdeling om het in het RSPP uiteengezette EU-beleid te steunen, teneinde in te spelen op de technologische tendensen en rekening te houden met de toekomstige spectrumbehoeften, onder andere op basis van de vraag van consumenten en exploitanten op EU-beleidsterreinen. Om de verschillende typen gebruik van het spectrum door particuliere d.w.z. hoofdzakelijk commerciële gebruikers en gebruikers uit de publieke sector (overheidsdiensten) te kunnen analyseren, zijn meer nauwkeurige gegevens nodig, met name kwantitatieve gegevens met betrekking tot vraag en aanbod voor bepaalde delen van het spectrum of bepaald spectrumgebruik, omdat de huidige gegevens sterk uiteenlopen per lidstaat en afhankelijk van de vraag of het spectrum gebruikt wordt voor privé-, commerciële of publieke doeleinden.

(3)

De spectruminventaris moet geleidelijk worden opgebouwd om de administratieve lasten voor de lidstaten te verlagen waarbij wel bepaalde prioriteiten moeten worden gehanteerd, afhankelijk van het type gebruik door eerst te kijken naar de in artikel 6 van Besluit nr. 243/2012/EU aangewezen banden en de banden die zijn aangewezen in artikel 8 van dat besluit met betrekking tot het EU-beleid. Het doel is een inventaris op te zetten die voortdurend wordt verbeterd en kan bijdragen aan een doeltreffend beheer van het spectrum in alle banden die relevant zijn voor het EU-beleid door de beschikbaarheid en de analyse van gegevens geleidelijk te verbeteren. Bij de inventarisatie moet de hoogste prioriteit worden verleend aan het aanwijzen van ten minste 1 200 MHz van het geschikt spectrum voor draadloze breedbanddiensten, overeenkomstig artikel 3, onder b), van Besluit nr. 243/2012/EU en het verhogen van efficiëntie en flexibiliteit, onder andere, door indien passend, het collectief en gedeeld gebruik van spectrum aan te moedigen overeenkomstig artikel 4, lid 1, van dat besluit.

(4)

De lidstaten moeten de gegevens zo consequent mogelijk verstrekken, hetzij via het European Communications Office Frequency Information System (EFIS), hetzij rechtstreeks aan de Commissie, in die gevallen waarin bijvoorbeeld gegevens worden verzameld bij publieke gebruikers en nationale autoriteiten die op beperkte of vertrouwelijke basis moeten worden behandeld. Specifieke uniforme formaten voor het bijeenbrengen van gegevens kunnen sterk variëren afhankelijk van het type gebruik en de betrokken frequentieband en het kan voorkomen dat gegevens in bepaalde gevallen niet beschikbaar zijn in een specifiek uniform formaat. Om ervoor te zorgen dat de beschikbare gegevens toch op efficiënte wijze aan de Commissie kunnen worden verstrekt om te worden geanalyseerd, moeten de lidstaten gegevens bijeenbrengen in door een machine leesbaar formaat zodat de gegevens met de Commissie en het EFIS kunnen worden uitgewisseld in hetzelfde elektronische formaat.

(5)

De lidstaten moeten niet alleen alle beschikbare relevante gegevens verstrekken, maar zich ook met de Commissie inzetten om de kwaliteit en vergelijkbaarheid van gegevens te verbeteren om de efficiëntie van de inventaris te verhogen, indien nodig en relevant voor een specifieke band, en om een vergelijkbaar gegevensformaat te vinden dat geen verdere verhoging van de administratieve lasten inhoudt.

(6)

Aanvullende gegevens kunnen eventueel worden verkregen via openbare raadplegingen en studies. Voor de inventaris kan bovendien gebruik worden gemaakt van gegevens die vrijwillig worden verstrekt door de lidstaten en particulieren die permanent toezicht houden op spectrum om dit op plaatselijk niveau te beheren, de geldigheid van vergunningsgegevens te controleren, na te gaan welk gebruik wordt gemaakt van bepaalde soorten vergunningsregelingen zoals vergunningvrije banden en het niveau van spectrumgebruik in de hele Unie te evalueren, met name voor banden waar veel vraag naar is.

(7)

Om de administratieve lasten voor de lidstaten zo licht mogelijk te houden moet bij de gekozen methode voor de inventaris zo veel mogelijk rekening worden gehouden met de gegevens die door de lidstaten zijn verstrekt overeenkomstig Beschikking 2007/344/EG van de Commissie van 16 mei 2007 inzake de geharmoniseerde beschikbaarheid van informatie over spectrumgebruik in de Gemeenschap (2). Verder kan de inventaris worden aangevuld met op vrijwillige basis verzamelde informatie, bijvoorbeeld uit studies, met inbegrip van studies van de Europese Conferentie van PTT-administraties.

(8)

Om frequentiebanden te kunnen aanwijzen die efficiënter gebruikt kunnen worden en geschikt zijn voor nieuwe toewijzing of spectrumdeling is een grondige kennis vereist van het huidige spectrumgebruik, bij voorkeur gestaafd met kwantitatieve gegevens. Zo kunnen oplossingen worden gevonden die inspelen op technologische tendensen, toekomstige behoeften en de vraag naar spectrum die met behulp van de uit te voeren analyse kunnen worden vastgesteld.

(9)

Deze inventarisering zou moeten leiden tot een steeds doelmatiger spectrumgebruik zodat wordt voldaan aan een voortdurend veranderende vraag met betrekking tot het EU-beleid terwijl rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van de technologie. Op die basis en om de doelstellingen te kunnen verwezenlijken die zijn vastgesteld bij artikel 9, lid 1, van Besluit nr. 243/2012/EU, zou de Commissie verslagen indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Dit zou op periodieke basis moeten gebeuren, afhankelijk van de tijd die nodig is om de analyse in het kader van de inventaris uit te voeren en de snelheid waarmee spectrumgebruik evolueert.

(10)

Transparantie met betrekking tot spectrumgebruik is weliswaar van fundamenteel belang om een inventaris op te stellen maar blijft wel onderworpen aan de bepalingen van de EU-wetgeving met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer, de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie en staatsgeheimen. Deze bepalingen zijn onder meer artikel 346, lid 1, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op grond waarvan de lidstaten mogen weigeren inlichtingen te verstrekken waarvan de verbreiding naar hun mening strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen van hun veiligheid, artikel 8 van Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) (3), Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (4), alsmede de bijlage bij het reglement van orde van de Commissie inzake de bescherming en verwerking van gerubriceerde EU-gegevens, met inbegrip van informatie van de EU zelf of informatie die ontvangen is van een lidstaat, derde land of internationale organisatie (5).

(11)

Overeenkomstig artikel 15 van Besluit nr. 243/2012/EU moet de doelmatigheid van de inventarisatie van tijd tot tijd geëvalueerd worden om ervoor te zorgen dat de in dat besluit vermelde doelstellingen doelmatig worden uitgevoerd en om na te gaan of ze moeten worden aangepast. De lidstaten verstrekken de Commissie de relevante informatie.

(12)

De in dit besluit vervatte maatregelen moeten zoveel mogelijk rekening houden met de standpunten van de Beleidsgroep radiospectrum en in overeenstemming zijn met het advies van het Radiospectrumcomité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstelling

Dit besluit definieert de praktische modaliteiten en uniforme formaten voor het bijeenbrengen en indienen van gegevens door de lidstaten bij de Commissie over bestaande gebruiken van spectrum tussen 400 MHz en 6 GHz (hierna „relevant spectrum”), en de methode voor het analyseren van technologische tendensen, toekomstige behoeften en de vraag naar spectrum op EU-beleidsterreinen, overeenkomstig artikel 9 van Besluit nr. 243/2012/EU tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid.

Artikel 2

Bijeenbrengen en indienen van gegevens

Om te kunnen voldoen aan de bij artikel 9, lid 1, van Besluit nr. 243/2012/EU vermelde doelstellingen moeten de lidstaten gegevens waarover zij beschikken met betrekking tot het gebruiksrecht en het daadwerkelijk gebruik van het relevante spectrum als volgt bijeenbrengen en via elektronische weg bij de Commissie indienen:

1.

de lidstaten zorgen ervoor dat de relevante informatie die overeenkomstig Beschikking 2007/344/EG door het Europees Bureau voor communicatie al bijeen is gebracht, bij de Commissie wordt ingediend om de administratieve lasten zo licht mogelijk te houden;

2.

afgezien van de in punt 1 vermelde gegevens verstrekken de lidstaten indien mogelijk nationale gegevens in door een machine leesbaar formaat dat op nationaal niveau wordt gebruikt, met inbegrip van gegevens over het publiek gebruik van spectrum die de Commissie nodig heeft om haar taken uit hoofde van dit besluit en Besluit nr. 243/2012/EU uit te voeren;

3.

de lidstaten werken samen met de Commissie om het volume van de gegevens met betrekking tot spectrumgebruik dat uit hoofde van punt 2 kan worden ingediend, uit te breiden, met name door kwantitatieve gegevens te verstrekken, behalve wanneer zij dit gezien de nationale omstandigheden onmogelijk achten, over bijvoorbeeld het aantal zenders, de duur van het gebruik en de coördinaten of locatie-informatie die het geografische bereik van spectrumgebruik tonen alsmede de technologieën die gebruikt worden en de voorwaarden voor gedeeld spectrumgebruik, en dit in een voor alle lidstaten vergelijkbaar formaat. Om de administratieve lasten te beperken worden gegevens met betrekking tot frequentiebanden die relevant zijn voor de verwezenlijking van de bij Besluit nr. 243/2012/EU vastgestelde doelstellingen overeenkomstig dit artikel als eerste bijeengebracht en ingediend, rekening houdend met het advies van de Beleidsgroep radiospectrum. Gegevens over alle frequentiebanden in het relevante spectrum moeten door de lidstaten stapsgewijs worden bijeengebracht en vóór 31 december 2015 worden ingediend.

Artikel 3

Vaststellen van de toekomstige vraag naar spectrum

1.   Om te helpen bij het vaststellen van de toekomstige vraag naar spectrum alsmede spectrumbanden die het meest geschikt zijn voor toekomstige behoeften en vraag naar spectrum, rekening houdend met het advies van de Beleidsgroep radiospectrum, gaat de Commissie alle bijeengebrachte gegevens analyseren overeenkomstig artikel 2 of op andere wijze, zoals openbare raadplegingen en studies, rekening houdend met:

de technische efficiëntie van bestaand gebruik;

de economische efficiëntie van bestaand gebruik door de mogelijkheden en de opties te vergelijken die beschikbaar zijn voor individuele banden om tegemoet te komen aan toekomstige behoeften;

de sociaaleconomische impact voor bestaande gebruikers van de relevante of aangrenzende banden.

2.   De in lid 1 bedoelde analyse beoogt technologische tendensen, toekomstige behoeften en de vraag naar spectrum op EU-beleidsterreinen vast te stellen met betrekking tot de toepassingen die gegroepeerd zijn volgens technische kenmerken en functionaliteit zoals beschreven in deel I van de bijlage en opkomende en potentieel significante toepassingen van het spectrum aan te wijzen. Daar waar nodig en mogelijk zal de analyse ten minste de in deel II van de bijlage vermelde informatie bevatten. De Commissie zorgt voor transparantie door workshops of openbare raadplegingen te organiseren.

Artikel 4

Verslag aan het Europees Parlement en de Raad

1.   De Commissie neemt de resultaten van de overeenkomstig dit besluit uitgevoerde analyse en de in deel II van de bijlage opgenomen informatie op in haar periodieke verslagen die overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Besluit nr. 243/2012/EU moeten worden ingediend.

2.   Om te kunnen voldoen aan de doelstellingen van artikel 9, lid 1, van Besluit nr. 243/2012/EU en rekening houdend met de analyse van technologische tendensen, toekomstige behoeften en de vraag naar spectrum, alsmede met een analyse van de op grond van artikel 2 van dit besluit bijeengebrachte gegevens, kan de Commissie in deze verslagen eventuele specifieke opties opnemen om in te spelen op de vastgestelde behoeften en de efficiëntie van het spectrumgebruik te optimaliseren, rekening houdend met de nadelen (zoals de kosten voor de gebruikers, de producenten en de financiële begroting van de Unie en de betrokken lidstaten) en de voordelen, met inbegrip van een analyse van de algemene gevolgen van deze opties.

Artikel 5

Vertrouwelijkheid en gerubriceerde informatie

De lidstaten en de Commissie zorgen voor de bescherming van informatie die door een lidstaat, een internationale instelling, de Commissie of derde partijen als vertrouwelijke of gerubriceerde informatie wordt beschouwd, overeenkomstig de nationale en de EU-wetgeving, en met name:

vertrouwelijke zakelijke informatie,

informatie met betrekking tot de bescherming van de privacy en

informatie met betrekking tot openbare veiligheid en defensie.

Dit doet geen afbreuk aan het recht van de betrokken autoriteiten om, indien de nationale wetgeving dit toelaat, en indien dit essentieel is voor de nakoming van hun verplichtingen informatie te verstrekken. Hierbij moet rekening worden gehouden met het evenredigheidsbeginsel en met de gewettigde belangen die de betrokken partij heeft bij de bescherming van alle hierboven vermelde informatie.

Artikel 6

Evaluatie

Om de Commissie bijstand te verlenen bij de verslaglegging over het functioneren van de radiospectruminventarisatie, verstrekken de lidstaten de Commissie informatie over de toepassing en doeltreffendheid van dit besluit.

Artikel 7

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 23 april 2013.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Vicevoorzitter


(1)  PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7.

(2)  PB L 129 van 17.5.2007, blz. 67.

(3)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.

(4)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

(5)  PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.


BIJLAGE

DEEL I

Groepen van toepassingen

De volgende groepen van toepassingen zijn van belang voor de analyse van tendensen, behoeften en de vraag door de Commissie en houden geen beperking in van de bewoordingen die de lidstaten kunnen gebruiken voor het indienen van gegevens. Deze groepen moeten als uitgangspunt dienen voor een gestructureerde beoordeling van spectrumgebruik met soortgelijke technische kenmerken en functionaliteit en kunnen eventueel verder worden ontwikkeld voor de beoordeling van technologische tendensen, toekomstige behoeften en de vraag naar spectrum.

1.

Systemen voor de luchtvaart, zeevaart en civiele radioplaatsbepaling

2.

Omroep (terrestrisch)

3.

Mobiele telefonie/draadloze breedbandtoegang (BWA)

4.

Defensiesystemen

5.

Vaste verbindingen

6.

Intelligente vervoerssystemen (Intelligent Transport Systems, ITS)

7.

Meteorologie

8.

Private mobiele radio (PMR/PAMR)

9.

Diensten voor programmaproductie en speciale evenementen (PMSE)

10.

Civiele bescherming en rampenbestrijding (PPDR)

11.

Radioastronomie

12.

Satellietsystemen

13.

Korteafstandsapparatuur (SRD)

14.

Draadloze lokale netwerken (WLAN/RLAN)

DEEL II

Overeenkomstig artikel 4 door de Commissie te verstrekken informatie

Het verslag dat de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Besluit nr. 243/2012/EU moet indienen omvat ten minste, indien mogelijk afhankelijk van het niveau van de bijeengebrachte gegevens, de volgende informatie:

1.

de huidige technologische tendensen voor het gebruik van het relevante spectrum op EU-beleidsterreinen die onder het programma voor het radiospectrumbeleid (RSPP) vallen;

2.

toekomstige behoeften en de vraag naar spectrum.


Top