Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R1419

    Verordening (EG) nr. 1419/2007 van de Raad van 29 november 2007 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i's) van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    PB L 317 van 5.12.2007, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/10/2008

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/1419/oj

    5.12.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 317/1


    VERORDENING (EG) Nr. 1419/2007 VAN DE RAAD

    van 29 november 2007

    tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i's) van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name op artikel 9 en artikel 11, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   PROCEDURE

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 1470/2001 (2) heeft de Raad na een onderzoek definitieve antidumpingrechten van 0 tot 66,1 % ingesteld op geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen („CFL-i's”) van oorsprong uit de Volksrepubliek China (VRC). Daarvoor had de Commissie bij Verordening (EG) nr. 255/2001 (3) een voorlopig antidumpingrecht ingesteld.

    (2)

    Bij Verordening (EG) nr. 866/2005 (4) heeft de Raad de geldende antidumpingmaatregelen uitgebreid tot de invoer van CFL-i's verzonden uit de Socialistische Republiek Vietnam, de Islamitische Republiek Pakistan en de Republiek der Filipijnen en al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Socialistische Republiek Vietnam, de Islamitische Republiek Pakistan of de Republiek der Filipijnen. Aanleiding tot de uitbreiding was een antiontwijkingsonderzoek op grond van artikel 13 van de basisverordening.

    (3)

    Bij Verordening (EG) nr. 1322/2006 (5) heeft de Raad de geldende antidumpingmaatregelen gewijzigd. Aanleiding tot de wijziging was een tussentijds nieuw onderzoek betreffende de productomschrijving. Als resultaat van het onderzoek werden gelijkstroomlampen bij de wijzigingsverordening uitgesloten van het toepassingsgebied van de maatregelen. De antidumpingmaatregelen golden dienovereenkomstig alleen voor wisselstroomlampen (met inbegrip van elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen die zowel op wissel- als op gelijkstroom werken).

    (4)

    Bij Verordening (EG) nr. 1205/2007 (6) heeft de Raad de geldende antidumpingmaatregelen verlengd. Aanleiding tot de verlenging was een op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening ingesteld onderzoek bij het vervallen van de maatregelen.

    (5)

    Het onderzoek is geopend naar aanleiding van een verzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening. Het verzoek werd ingediend door de Community Federation of Lighting Industry of Compact Fluorescent Lamps Integrated („de indiener van het verzoek”).

    (6)

    Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie was gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal was om de opening van een dergelijk nieuw onderzoek te rechtvaardigen, heeft zij dit op 8 september 2006 overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening geopend (7). Het tussentijdse nieuwe onderzoek betreft uitsluitend de dumpingmarge voor één producent/exporteur, Lisheng Electronic & Lighting (Xiamen) Co. Ltd.

    (7)

    De Commissie heeft de indiener van het verzoek, de producent/exporteur in de VRC en de vertegenwoordigers van de regering van het land van uitvoer officieel van de opening van het nieuwe onderzoek in kennis gesteld.

    (8)

    Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en konden binnen de in het bericht van opening vermelde termijn een verzoek indienen om te worden gehoord.

    (9)

    Om de nodige gegevens voor haar onderzoek te verkrijgen, heeft de Commissie vragenlijsten naar de betrokken producent/exporteur gestuurd. Deze heeft de vragenlijsten ingevuld teruggestuurd, waarna bij de producent/exporteur en bij andere, met de producent/exporteur verbonden ondernemingen een controle ter plaatse is uitgevoerd, namelijk bij:

    Lisheng Electronic & Lighting (Xiamen) Co. Ltd;

    Verbonden onderneming in de VRC:

    Megaman Electrical & Lighting Ltd (Xiamen);

    Verbonden ondernemingen in Hongkong:

    Neonlite Electronic & Lighting Ltd (HK);

    Electric Light Systems Ltd (HK);

    Verbonden importeur in de Gemeenschap:

    IDV, Import- und Direkt-Vertriebs-Ges.mbH, Duitsland.

    (10)

    Het onderzoektijdvak voor het tussentijdse nieuwe onderzoek betreffende de dumpingmarge voor de producent/exporteur Lisheng Electronic & Lighting (Xiamen) Co. Ltd liep van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006.

    B.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

    (11)

    Het betrokken product is dat zoals bepaald in de wijzigingsverordening, d.w.z. elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen die op wisselstroom werken (met inbegrip van die welke zowel op wissel- als op gelijkstroom werken) en uitgerust zijn met een of meer glazen buizen, waarbij alle verlichtingselementen en elektronische componenten aan de lampvoet bevestigd of in de lampvoet geïntegreerd zijn, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder GN-code ex 8539 31 90.

    (12)

    Zoals bij het oorspronkelijke onderzoek bleken de in de VRC vervaardigde en aldaar op de binnenlandse markt verkochte CFL-i's en de uit de VRC uitgevoerde CFL-i's dezelfde fysieke en technische basiskenmerken en dezelfde toepassingen te hebben. Zoals in de verlengingsverordening werd geconcludeerd, gaat het dus om soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

    C.   DUMPING

    (13)

    Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening moet bij antidumpingonderzoeken inzake invoer van oorsprong uit de VRC de normale waarde overeenkomstig de leden 1 tot en met 6 van dat artikel worden vastgesteld voor producenten/exporteurs die kunnen aantonen dat zij voldoen aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening, d.w.z. dat zij het soortgelijke product op marktvoorwaarden vervaardigen en verkopen.

    (14)

    Hoewel bij het oorspronkelijke onderzoek aan de Chinese producent/exporteur een BMO werd toegekend, moest bij het tussentijdse nieuwe onderzoek worden nagegaan of nog altijd aan de desbetreffende criteria werd voldaan. Op grond van artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening werd derhalve een BMO-aanvraagformulier verzonden dat door de Chinese producent/exporteur en de met hem verbonden onderneming Megaman Electrical & Lighting Ltd (Xiamen) ingevuld werd teruggestuurd.

    (15)

    Gemakshalve worden de BMO-criteria hieronder nog eens kort samengevat:

    1.

    besluiten van ondernemingen en de door hen gemaakte kosten zijn een reactie op marktsignalen, zonder staatsinmenging van betekenis;

    2.

    bedrijven beschikken over een duidelijke boekhouding die door een onafhankelijke instantie in overeenstemming met de internationale standaarden voor jaarrekeningen (IAS) wordt gecontroleerd en alle terreinen bestrijkt;

    3.

    er zijn geen verstoringen van betekenis die nog voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie;

    4.

    faillissements- en eigendomswetten bieden rechtszekerheid en stabiliteit;

    5.

    munteenheden worden tegen de marktkoers omgerekend.

    (16)

    Zoals hierboven al werd vermeld, verzamelde en controleerde de Commissie bij haar bezoek aan de producent/exporteur en de met hem verbonden onderneming Megaman Electrical & Lighting Ltd alle noodzakelijk geachte gegevens die in de BMO-aanvragen waren verstrekt. Uit het onderzoek bleek dat de Chinese producent/exporteur aan alle criteria voor een BMO voldeed.

    (17)

    Om de normale waarde vast te stellen, werd eerst gecontroleerd of de totale binnenlandse verkoop van de producent/exporteur representatief was in de zin van artikel 2, lid 2, van de basisverordening, d.w.z. of deze verkoop ten minste 5 % van de totale naar de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheid van het betrokken product bedroeg.

    (18)

    Uit het onderzoek kwam naar voren dat de binnenlandse verkoop van de producent/exporteur niet als representatief kon worden beschouwd en dat de normale waarde daarom overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de basisverordening moest worden vastgesteld, d.w.z. dat zij aan de hand van de productiekosten in het land van uitvoer, vermeerderd met een redelijk bedrag voor verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten („VAA-kosten”) en winst, moest worden berekend.

    (19)

    De normale waarde werd dienovereenkomstig vastgesteld op basis van de gegevens van de producent/exporteur over de fabricagekosten voor de voor binnenlands verbruik bestemde producten.

    (20)

    Het was evenwel niet mogelijk de bedragen voor verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (VAA) en winst overeenkomstig de aanhef van artikel 2, lid 6, van de basisverordening te baseren op feitelijke gegevens over de productie en de verkoop van het soortgelijke product in het kader van normale handelstransacties.

    (21)

    Er werd onderzocht of de VAA-kosten en de winst in overeenstemming met artikel 2, lid 6, onder a) en b), konden worden vastgesteld. Aangezien echter geen andere exporteurs bij dit nieuwe onderzoek betrokken waren, kon de methode van artikel 2, lid 6, onder a), namelijk de berekening op basis van het gewogen gemiddelde van de werkelijke bedragen voor andere exporteurs, niet worden gebruikt. Ook de methode van artikel 2, lid 6, onder b), viel af, omdat geen producten in dezelfde categorie op de binnenlandse markt werden verkocht.

    (22)

    Daarom heeft de Commissie een gewogen gemiddelde berekend aan de hand van de VAA-kosten en de winst van twee medewerkende producenten/exporteurs in het referentieland dat bij het nieuwe onderzoek in het verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, was gebruikt, die wel in het kader van normale handelstransacties op hun binnenlandse markt verkochten. De gemiddelde VAA-kosten en de winst van deze medewerkende producenten/exporteurs in Zuid-Korea werden overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de basisverordening opgeteld bij de fabricagekosten van de betrokken producent/exporteur voor de uitgevoerde productsoorten.

    (23)

    De uitvoer naar de Gemeenschap van de producent/exporteur vond zowel rechtstreeks aan onafhankelijke afnemers als via verbonden importeurs in een derde land en in de Gemeenschap plaats. Waar het betrokken product naar onafhankelijke afnemers in de Gemeenschap werd uitgevoerd, werd de uitvoerprijs vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening, d.w.z. aan de hand van de werkelijk betaalde of te betalen prijs.

    (24)

    Waar de verkoop via een verbonden importeur of handelaar had plaatsgevonden, werd de uitvoerprijs berekend aan de hand van de wederverkoopprijzen van die verbonden importeur aan onafhankelijke afnemers. Overeenkomstig artikel 2, lid 9, van de basisverordening werden correcties toegepast voor alle kosten tussen de invoer en de wederverkoop, inclusief de VAA-kosten en een redelijke winstmarge. De winstmarge werd vastgesteld aan de hand van de gegevens die waren verstrekt door niet-verbonden medewerkende handelaren/importeurs op de communautaire markt.

    (25)

    Om een billijke vergelijking tussen de normale waarde en de uitvoerprijs te kunnen maken, werden overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening correcties toegepast voor verschillen die van invloed zijn op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. Voor de onderzochte producent/exporteur werden, waar van toepassing en gerechtvaardigd, correcties toegepast voor de kosten van vervoer, zeevracht, verzekering, lading, overlading, lossing en aanverwante kosten, verpakking, krediet, waarborgen, garanties en commissies.

    (26)

    Met betrekking tot de correctie voor kredietkosten voert de producent/exporteur aan dat in plaats van de kredietrente de depositorente zou moeten worden gebruikt, omdat de onderneming over voldoende liquide middelen beschikt en haar kredietkosten daarom beperkt zijn tot gederfde rente-inkomsten op haar bankdeposito's.

    (27)

    In overeenstemming met de vaste praktijk van de communautaire instellingen werd het niet passend geacht bij de berekening van de correctie voor kredietkosten uit te gaan van de depositorente, aangezien het hierbij gaat om alternatieve en niet om werkelijke kosten.

    (28)

    In dit verband zij opgemerkt dat de rente die afnemers bij achterstallige betaling in rekening wordt gebracht, erop duidt dat de onderneming daarbij uitgaat van de kredietrentevoet en niet van de depositorentevoet.

    (29)

    Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening werd de gemiddelde gewogen normale waarde van elke soort van het naar de Gemeenschap uitgevoerde betrokken product vergeleken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs van elke overeenkomstige soort van het betrokken product. Uit deze vergelijking kwam naar voren dat de dumpingmarge voor de producent/exporteur in het nieuwe onderzoektijdvak onder de de minimis-drempel lag.

    D.   CONCLUSIE

    (30)

    Op basis hiervan werd geconcludeerd dat de omstandigheden met betrekking tot de dumping, die bij het oorspronkelijke onderzoek reden waren de maatregelen voor de onderneming vast te stellen, niet zijn gewijzigd. Het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening moet derhalve worden beëindigd.

    E.   BEËINDIGING VAN HET NIEUWE ONDERZOEK

    (31)

    Gelet op bovenstaande overwegingen moet het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek ten aanzien van Lisheng Electronic & Lighting (Xiamen) Co. Ltd worden beëindigd zonder wijziging van Verordening (EG) nr. 1205/2007.

    (32)

    De Commissie heeft alle belanghebbenden in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan zij voorstelde deze procedure te beëindigen. De standpunten die haar daarop kenbaar werden gemaakt, werden onderzocht, maar waren geen reden bovenstaande conclusies te wijzigen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op geïntegreerde elektronische compacte fluorescerende gasontladingslampen vervaardigd door Lisheng Electronic & Lighting (Xiamen) Co. Ltd en van oorsprong uit de Volksrepubliek China, dat op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 werd geopend, wordt hierbij beëindigd zonder dat Verordening (EG) nr. 1205/2007 wordt gewijzigd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 november 2007.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. LINO


    (1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

    (2)  PB L 195 van 19.7.2001, blz. 8.

    (3)  PB L 38 van 8.2.2001, blz. 8.

    (4)  PB L 145 van 9.6.2005, blz. 1.

    (5)  PB L 244 van 7.9.2006, blz. 1.

    (6)  PB L 272 van 17.10.2007, blz. 1.

    (7)  PB C 217 van 8.9.2006, blz. 2.


    Top