—

nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1835 van de Commissie van 30 oktober 2019 voor zover daarbij door de Tsjechische Republiek verrichte uitgaven uit hoofde van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) in het kader van maatregel M14 met betrekking tot de begrotingsjaren 2017, 2018 en 2019 voor een totaalbedrag van 35 109,02 EUR aan financiering door de Europese Unie zijn onttrokken, en verwijzing van de Europese Commissie in de kosten.

—

schending van artikel 52, lid 1, van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De Commissie heeft de financiële correctie gebaseerd op een vermeende schending van één bepaling van Unierecht, namelijk artikel 25 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden (hierna: „verordening nr. 809/2014”). Deze bepaling is echter niet geschonden. In wezen meent de Commissie ten onrechte dat het begin van het controlebezoek in het eerste landbouwbedrijf van de begunstigde een stilzwijgende aankondiging van verdere controles vormt en dat deze stilzwijgende aankondiging dezelfde gevolgen heeft als een daadwerkelijke aankondiging in de zin van artikel 25 van verordening nr. 809/2014.