This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0020
Case C-20/14: Request for a preliminary ruling from the Bundespatentgericht (Germany) lodged on 17 January 2014 — BGW Marketing- & Management-Service GmbH v Bodo Scholz
Zaak C-20/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht (Duitsland) op 17 januari 2014 — BGW Marketing- & Management-Service GmbH/Bodo Scholz
Zaak C-20/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht (Duitsland) op 17 januari 2014 — BGW Marketing- & Management-Service GmbH/Bodo Scholz
PB C 129 van 28.4.2014, p. 11–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
28.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 129/11 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht (Duitsland) op 17 januari 2014 — BGW Marketing- & Management-Service GmbH/Bodo Scholz
(Zaak C-20/14)
2014/C 129/14
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundespatentgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: BGW Marketing- & Management-Service GmbH
Verwerende partij: Bodo Scholz
Prejudiciële vraag
Moet artikel 4, lid 1, sub b, van richtlijn 2008/95/EG (1) aldus worden uitgelegd dat in geval van dezelfde en soortgelijke waren en diensten gevaar voor verwarring bij het publiek kan worden aanvaard indien een lettercombinatie met onderscheidend vermogen, die het oudere woord-/beeldteken met een gemiddeld onderscheidend vermogen vormt, in het jongere woordteken van een derde zo wordt overgenomen dat aan deze lettercombinatie een beschrijvende woordcombinatie wordt toegevoegd die daarop betrekking heeft en de lettercombinatie als afkorting van de beschrijvende woorden verklaart?
(1) Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB L 299, blz. 25).