Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0646

Zaak T-646/18: Beroep ingesteld op 26 oktober 2018 — Bonnafous/Commissie

PB C 25 van 21.1.2019, p. 42–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.1.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 25/42


Beroep ingesteld op 26 oktober 2018 — Bonnafous/Commissie

(Zaak T-646/18)

(2019/C 25/55)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Laurence Bonnafous (Brussel, België) (vertegenwoordigers: A. Blot en S. Rodrigues, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

dientengevolge,

het bestreden besluit nietig verklaren;

verweerster verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 9 oktober 2018 tot afwijzing van het confirmatief verzoek om toegang tot een document (het auditverslag 2018 van de afdeling Personeelszaken van het Uitvoerend Agentschap „Onderwijs, audiovisuele media en cultuur” met het interne registratienummer ARES (2018) 361356 en gedateerd 21 januari 2018), voert verzoekster drie middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending van verordening nr. 1049/2001, artikel 15, lid 3, VWEU en artikel 42 van het Handvest, op grond dat de Commissie de verplichtingen op haar rusten ingevolge het recht van het publiek op toegang tot de documenten van de instellingen en de transparantieplicht niet is nagekomen.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van artikel 296 VWEU en artikel 41 van het Handvest, dat wil zeggen schending van de motiveringsplicht, aangezien de in het bestreden besluit gemaakte analyse is gebaseerd op algemene beweringen en redenen die op een abstracte manier zijn uiteengezet.

3.

Derde middel, ontleend aan schending van het evenredigheidsbeginsel, op grond dat de Commissie de toegang tot het gevraagde document heeft geweigerd door ten zich onrechte op een algemeen vermoeden van niet-openbaarmaking te beroepen.


Top