This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015TA0731
Case T-731/15: Judgment of the General Court of 21 February 2018 — Sergiy Klyuyev v Council (Common foreign and security policy — Restrictive measures taken in view of the situation in Ukraine — Freezing of funds — List of persons, entities and bodies subject to the freezing of funds and economic resources — Maintenance of the applicant’s name on the list — Duty to state reasons — Legal basis — Factual basis — Manifest error of assessment — Rights of defence — Right to property — Right to reputation — Proportionality — Protection of fundamental rights equivalent to that guaranteed in the European Union — Plea of illegality)
Zaak T-731/15: Arrest van het Gerecht van 21 februari 2018 — Klyuyev/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne — Bevriezing van tegoeden — Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren — Handhaving van verzoekers naam op de lijst — Motiveringsplicht — Rechtsgrondslag — Feitelijke grondslag — Kennelijk onjuiste beoordeling — Rechten van verdediging — Recht op eigendom — Recht op bescherming van de goede naam — Evenredigheid — Bescherming van de grondrechten die gelijkwaardig is aan die welke in de Unie wordt gewaarborgd — Exceptie van onwettigheid”)
Zaak T-731/15: Arrest van het Gerecht van 21 februari 2018 — Klyuyev/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne — Bevriezing van tegoeden — Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren — Handhaving van verzoekers naam op de lijst — Motiveringsplicht — Rechtsgrondslag — Feitelijke grondslag — Kennelijk onjuiste beoordeling — Rechten van verdediging — Recht op eigendom — Recht op bescherming van de goede naam — Evenredigheid — Bescherming van de grondrechten die gelijkwaardig is aan die welke in de Unie wordt gewaarborgd — Exceptie van onwettigheid”)
PB C 123 van 9.4.2018, p. 15–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.4.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/15 |
Arrest van het Gerecht van 21 februari 2018 — Klyuyev/Raad
(Zaak T-731/15) (1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne - Bevriezing van tegoeden - Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren - Handhaving van verzoekers naam op de lijst - Motiveringsplicht - Rechtsgrondslag - Feitelijke grondslag - Kennelijk onjuiste beoordeling - Rechten van verdediging - Recht op eigendom - Recht op bescherming van de goede naam - Evenredigheid - Bescherming van de grondrechten die gelijkwaardig is aan die welke in de Unie wordt gewaarborgd - Exceptie van onwettigheid”))
(2018/C 123/20)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Sergiy Klyuyev (Donetsk, Oekraïne) (vertegenwoordigers: R. Gherson, T. Garner, solicitors, B. Kennelly, QC, en J. Pobjoy, barrister)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: Á. de Elera-San Miguel Hurtado en J.-P. Hix, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van, ten eerste, besluit (GBVB) 2015/1781 van de Raad van 5 oktober 2015 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2015, L 259, blz. 23), en uitvoeringsverordening (EU) 2015/1777 van de Raad van 5 oktober 2015 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2015, L 259, blz. 3), ten tweede, besluit (GBVB) 2016/318 van de Raad van 4 maart 2016 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2016, L 60, blz. 76), en uitvoeringsverordening (EU) 2016/311 van de Raad van 4 maart 2016 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2016, L 60, blz. 1), en, ten derde, besluit (GBVB) 2017/381 van de Raad van 3 maart 2017 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2017, L 58, blz. 34), en uitvoeringsverordening (EU) 2017/374 van de Raad van 3 maart 2017 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2017, L 58, blz. 1), voor zover verzoekers naam is gehandhaafd op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop die beperkende maatregelen van toepassing zijn
Dictum
1) |
Besluit (GBVB) 2017/381 van de Raad van 3 maart 2017 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne en uitvoeringsverordening (EU) 2017/374 van de Raad van 3 maart 2017 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne worden nietig verklaard, voor zover de naam van Sergiy Klyuyev is gehandhaafd op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop die beperkende maatregelen van toepassing zijn. |
2) |
De gevolgen van artikel 1 van besluit 2017/381 en artikel 1 van uitvoeringsverordening (EU) 2017/374 worden ten aanzien van Klyuyev gehandhaafd tot op de datum waarop de in artikel 56, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie bedoelde termijn voor het indienen van een verzoek om hogere voorziening verstrijkt of, indien binnen die termijn een verzoek om hogere voorziening is ingediend, tot op het moment waarop de hogere voorziening wordt afgewezen. |
3) |
Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
4) |
Klyuyev wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie wat betreft de in het verzoekschrift en in de eerste memorie tot aanpassing geformuleerde verzoeken tot nietigverklaring. |
5) |
De Raad wordt verwezen in zijn eigen kosten en in de kosten van Klyuyev wat betreft het in de tweede memorie tot aanpassing geformuleerde verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2017/381 en uitvoeringsverordening 2017/374. |