Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D0014

Besluit (EU) 2015/14 van de Commissie van 5 januari 2015 tot wijziging van Besluit 2012/88/EU van de Commissie betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 9909) Voor de EER relevante tekst

PB L 3 van 7.1.2015, p. 44–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 04/07/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0919

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/14/oj

7.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 3/44


BESLUIT (EU) 2015/14 VAN DE COMMISSIE

van 5 januari 2015

tot wijziging van Besluit 2012/88/EU van de Commissie betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 9909)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (1), en met name artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit C(2010) 2576 (2) heeft de Commissie het Europees Spoorwegbureau (het Bureau) de opdracht gegeven de technische specificaties inzake interoperabiliteit (TSI's) te herzien om de werkingssfeer daarvan overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 2008/57/EG uit te breiden tot het volledige spoorwegsysteem in de Unie. Op 10 januari 2013 heeft het Bureau een aanbeveling ingediend betreffende de TSI inzake de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem.

(2)

Op grond van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 2008/57/EG inzake de uitbreiding van de werkingssfeer hoeft een lidstaat de herziene TSI's niet toe te passen op projecten die zich in een gevorderde ontwikkelingsfase bevinden of die het voorwerp uitmaken van een uitvoeringsovereenkomst, en waarop de vorige TSI niet van toepassing was.

(3)

De herziene TSI besturing en seingeving (TSI CCS) moet van toepassing zijn op netwerken met een nominale spoorwijde van 1 435 mm, 1 520 mm, 1 524 mm, 1 600 mm en 1 668 mm. Op die manier wordt de interoperabiliteit tussen systemen met eenzelfde spoorwijdte gewaarborgd en ontstaat de mogelijkheid om voertuigen voor verschillende spoorwijdten te ontwikkelen en te exploiteren. Voorts zou het ook mogelijk worden om subsystemen en interoperabiliteitsonderdelen voor besturing en seingeving te ontwikkelen en te gebruiken die niet aan de bepaalde spoorwijdte zijn gekoppeld. Een groot percentage voertuigen rijdt zowel op het trans-Europese spoorwegnet als op spoorlijnen die niet tot het TEN behoren. Derhalve moeten de parameters voor de boord- en baansubsystemen besturing en seingeving voor het hele netwerk identiek zijn.

(4)

Een aantal open punten in verband met de compatibiliteit van treindetectiesystemen kunnen worden gesloten, rekening houdend met de eisen voor verschillende spoorwijdten (specificatie onder indexnummer 77 in bijlage A). Het open punt in verband met de veiligheidseis voor de ETCS-bestuurdersinterface (DMI) kan worden gesloten en er is vooruitgang geboekt om een oplossing te vinden voor het open punt inzake „betrouwbaarheid/beschikbaarheid”.

(5)

De bepalingen inzake de beoordeling van interoperabiliteitsonderdelen en subsystemen, in gevallen waarin gedeeltelijk aan de eisen is voldaan, moeten worden verduidelijkt.

(6)

Als autoriteit die verantwoordelijk is voor het Europees beheersysteem voor de spoorwegen (ERTMS) heeft het Bureau de in bijlage A van de TSI CCS genoemde bindende ERTMS-specificaties bijgewerkt. In afwachting van een consensus tussen alle belanghebbenden over het bindende karakter van de specificaties voor beide zijden van de treininterface (FFFIS — Form Fit Functional Interface Specification), dient het Bureau in de toepassingsvoorschriften naar die specificaties te verwijzen zodat ze in aanbestedingen kunnen worden gebruikt.

(7)

Het Bureau dient zo snel mogelijk testspecificaties voor baseline 3 te publiceren.

(8)

Besluit 2012/88/EU van de Commissie (3) bevatte een aantal fouten, die moeten worden rechtgezet.

(9)

De beschikbaarheid en kwaliteit van de GSM-R-signalen is essentieel voor de spoorwegexploitatie.

(10)

GSM-R-roaming naar publieke netwerken is een facultatieve functie. Indien roaming in een lidstaat wordt gebruikt, moet de toepassing daarvan worden vermeld in regel 1.1.1.3.3.3. van het register van de spoorweginfrastructuur overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2014/880/EU (4).

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het op grond van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2012/88/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel komt als volgt te luiden: „Besluit 2012/88/EU van de Commissie van 25 januari 2012 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving”.

2)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende tekst wordt toegevoegd aan het einde van deel 1.1:

„Deze TSI is van toepassing op de baansubsystemen besturing en seingeving van het in punt 1.2 van deze TSI gedefinieerde spoorwegnet (geografisch toepassingsgebied) en op de boordsubsystemen besturing en seingeving van voertuigen die bedoeld zijn om (nu of in de toekomst) op dat net te rijden. Deze voertuigen behoren tot een van de volgende typen (als gedefinieerd in de punten 1.2 en 2.2 van bijlage I bij Richtlijn 2008/57/EG):

1.

al dan niet elektrische motortreinstellen;

2.

al dan niet elektrische tractievoertuigen;

3.

passagiersrijtuigen, indien uitgerust met een stuurcabine;

4.

mobiele uitrusting voor de bouw en het onderhoud van spoorweginfrastructuur; indien uitgerust met een stuurcabine en bestemd om op eigen wielen als vervoermiddel te functioneren.”

;

b)

de tekst van punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„In geografische zin is deze TSI van toepassing op het gehele spoorwegsysteem, bestaande uit:

1.

het trans-Europese conventionele spoorwegsysteem (TEN) als omschreven in bijlage I, punt 1.1 „NET” van Richtlijn 2008/57/EG;

2.

het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem (TEN) als omschreven in bijlage I, punt 2.1 „NET” van Richtlijn 2008/57/EG;

3.

andere delen van het volledige spoorwegnet, overeenkomstig de uitbreiding van het toepassingsgebied als omschreven in bijlage I, deel 4, van Richtlijn 2008/57/EG;

met uitsluiting van de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2008/57/EG bedoelde gevallen.

De TSI is van toepassing op netwerken met een spoorwijdte van 1 435 mm, 1 520 mm, 1 524 mm, 1 600 mm en 1 668 mm. Zij is evenwel niet van toepassing op korte grensoverschrijdende lijnen met een spoorwijdte van 1 520 mm die met netwerken van derde landen zijn verbonden”

;

c)

de vijfde alinea van punt 2.2 komt als volgt te luiden:

„Klasse B-systemen voor het trans-Europese netwerk zijn een beperkt aantal oude systemen voor besturing en seingeving die voor 20 april 2001 op het trans-Europese spoorwegnet in gebruik waren.

Klasse B-systemen voor andere delen van het netwerk van het spoorwegsysteem in de Europese Unie zijn een beperkt aantal bestaande systemen voor besturing en seingeving die voor 1 juli 2015 op die netwerken werden gebruikt.

De lijst van klasse B-systemen is opgenomen in het technisch document van het Europees Spoorwegbureau „List of CCS Class B systems”, ERA/TD/2011-11, versie 2.0.

;

d)

in de tabel van punt 4.1 wordt „4.2.1” toegevoegd aan de fundamentele parameters voor het subsysteem baanapparatuur voor besturing en seingeving, onderdeel treinbeveiliging, en wordt de verwijzing „4.2.1.2” toegevoegd aan de fundamentele parameters voor het subsysteem baanapparatuur voor besturing en seingeving, onderdeel radiocommunicatie, en voor het subsysteem treinapparatuur voor besturing en seingeving, onderdeel radiocommunicatie;

e)

de tekst van punt 4.2.1.2 komt als volgt te luiden:

„4.2.1.2.   Betrouwbaarheid/beschikbaarheid

Dit punt heeft betrekking op het zich voordoen van exploitatiestoringen die geen veiligheidsrisico's opleveren maar wel tot gestoorde exploitatie leiden en waarvan het beheer de algemene veiligheid van het systeem verlaagt.

In de context van deze parameter betekent „storing” het einde van de mogelijkheid om een vereiste functie met de vereiste prestatie te vervullen en betekent „exploitatiestoring” het effect waardoor een storing aan het licht komt.

Om te waarborgen dat de betrokken infrastructuurbeheerders en spoorwegondernemingen alle informatie ontvangen die zij nodig hebben om passende procedures vast te stellen voor het beheer van situaties van gestoord bedrijf, moeten in het technisch dossier dat bij de EG-keuringsverklaring voor een baan- of boordsubsysteem CCS wordt gevoegd de berekende beschikbaarheids-/betrouwbaarheidswaarden worden opgenomen voor exploitatiestoringen die een impact hebben op de mogelijkheid van het subsysteem CCS om toe te zien op de veilige beweging van één of meer voertuigen of om een spraakverbinding via de radio tot stand te brengen tussen de verkeersleiding en machinisten.

Er moet worden voldaan aan de volgende berekende waarden:

1.

gemiddeld aantal uren exploitatie tussen storingen van een boordsubsysteem CCS die de isolatie van de treinbeveiligingsfuncties vergen: [open punt];

2.

gemiddeld aantal uren exploitatie tussen storingen van een boordsubsysteem CCS die het onmogelijk maken om een spraakverbinding via de radio tussen de verkeersleiding en de machinist tot stand te brengen: [open punt].

Om infrastructuurbeheerders en spoorwegondernemingen in staat te stellen tijdens de levensduur van de subsystemen toe te zien op het risiconiveau en de naleving van de betrouwbaarheids- en beschikbaarheidswaarden die voor de vaststelling van de procedures voor het beheer van situaties van gestoord bedrijf worden gehanteerd, moeten de in punt 4.5 (Onderhoudsvoorschriften) vastgestelde onderhoudseisen in acht worden genomen.”

;

f)

de tweede rij in de tabel in punt „4.3.2 Interface met het subsysteem rollend materieel”, wordt als volgt gewijzigd:

„Elektromagnetische compatibiliteit tussen rollend materieel en baanapparatuur voor besturing en seingeving

4.2.11

Karakteristieken van het rollend materieel die compatibel dienen te zijn met treindetectiesystemen op basis van spoorstroomkringen

TSI HS RS

TSI LOC & PAS

TSI Goederenwagen

4.2.6.6.1

4.2.3.3.1.1

n.v.t.

 

Karakteristieken van het rollend materieel die compatibel dienen te zijn met treindetectiesystemen op basis van assentellers

TSI HS RS

TSI LOC & PAS

TSI Goederenwagen

4.2.6.6.1

4.2.3.3.1.2

n.v.t.”

g)

de volgende tekst wordt toegevoegd aan het einde van punt 6.1.1:

„In verband met de controle van de overeenstemming met de essentiële eisen op basis van de conformiteit met de fundamentele parameters, en onverminderd de verplichtingen uit hoofde van hoofdstuk 7 van deze TSI, kan voor interoperabiliteitsonderdelen en subsystemen voor besturing en seingeving die niet alle in hoofdstuk 4 (met inbegrip van de in bijlage A bedoelde specificaties) gespecificeerde functies, prestaties en interfaces bieden, naargelang het geval een EG-keuringsverklaring of conformiteitsverklaring worden afgegeven onder de volgende voorwaarden voor de afgifte en het gebruik van die verklaringen:

1.

De aanvrager van een EG-keuring van een baansubsysteem besturing en seingeving dient te bepalen welke functies, prestaties en interfaces moeten worden geleverd om de bedrijfsdoelstellingen te halen en te waarborgen dat geen eisen die de TSI overstijgen of daarmee tegenstrijdig zijn, worden overgedragen naar de boordsubsystemen besturing en seingeving;

2.

Aan de exploitatie van een boordsubsysteem besturing en seingeving dat niet alle in deze TSI gespecificeerde functies, prestaties en interfaces omvat, kunnen voorwaarden of beperkingen worden opgelegd vanwege de verenigbaarheid en/of de veilige integratie met de baansubsystemen besturing en seingeving. Onverminderd de in de toepasselijke EU-regelgeving en gerelateerde documenten beschreven taken van de aangemelde instantie, dient de aanvrager van de EG-keuring ervoor te zorgen dat het technisch dossier alle informatie bevat die een exploitant nodig heeft om zich van dergelijke voorwaarden en beperkingen te kunnen vergewissen;

3.

Lidstaten mogen een vergunning tot indienststelling van subsystemen besturing en seingeving die niet alle in deze TSI gespecificeerde functies prestaties en interfaces bieden om gemotiveerde redenen weigeren of deze aan voorwaarden en exploitatiebeperkingen onderwerpen.

Indien de nationale regelgeving voldoet aan bepaalde essentiële eisen of indien een interoperabiliteitsonderdeel of een subsysteem besturing en seingeving niet alle in deze TSI gespecificeerde functies, prestaties en interfaces biedt, zijn de bepalingen van punt 6.4.2 van toepassing.”

;

h)

de tekst van punt 6.1.2, derde alinea, wordt als volgt gewijzigd: in paragraaf 2 worden de woorden „Zie bijlage A, 4.2.2c” geschrapt en in paragraaf 3 wordt „tenzij anders bepaald in bijlage A, 4.2.2c.” geschrapt;

i)

de tekst van punt 6.4 wordt als volgt vervangen:

„6.4.   Bepalingen in geval van gedeeltelijke overeenstemming met de eisen van de TSI

6.4.1.   Beoordeling van onderdelen van de subsystemen besturing en seingeving

Overeenkomstig artikel 18, lid 5, van de spoorweginteroperabiliteitsrichtlijn, mag de aangemelde instantie keuringsverklaringen afgeven voor bepaalde onderdelen van een subsysteem indien dat volgens de betrokken TSI is toegestaan.

Zoals aangegeven in punt 2.2 (Toepassingsgebied) van deze TSI omvat het baansubsysteem besturing en seingeving drie onderdelen, terwijl het boordsubsysteem besturing en seingeving de twee in punt 4.1 (Inleiding) genoemde onderdelen omvat.

Voor elk in deze TSI gespecificeerd onderdeel kan een keuringsverklaring worden afgegeven; de aangemelde instantie controleert slechts of dat specifieke onderdeel aan de eisen van de TSI voldoet.

Ongeacht de gekozen module dient de aangemelde instantie te controleren of:

1.

het onderdeel in kwestie aan de eisen van de TSI voldoet, en

2.

of het onderdeel nog steeds voldoet aan de reeds beoordeelde TSI-eisen voor andere delen van hetzelfde subsysteem.

6.4.2.   Gedeeltelijke overeenstemming van subsystemen besturing en seingeving met de eisen vanwege de beperkte toepassing van de TSI

Indien de nationale regelgeving voldoet aan een aantal essentiële eisen wordt in de conformiteitsverklaring van een interoperabiliteitsonderdeel en de EG-keuringsverklaring van een subsysteem nauwkeurig vermeld met welke delen van de TSI de conformiteit is beoordeeld en met welke delen dat niet is gebeurd.

Indien een interoperabiliteitsonderdeel niet alle in deze TSI gespecificeerde functies, prestaties en interfaces biedt, mag slechts een EG-conformiteitsverklaring worden afgegeven indien de niet geboden functies, interfaces of prestaties niet vereist zijn voor de integratie van het interoperabiliteitsonderdeel in een subsysteem voor het door de aanvrager opgegeven gebruik, bijvoorbeeld (5),

a)

de ERTMS/ETCS-treininterface met STM, indien het interoperabiliteitsonderdeel in voertuigen moet worden geïnstalleerd waarvoor geen externe STM vereist is;

b)

de RBC-interface met andere RBC's, indien de RBC in een toepassing moet worden gebruikt waarvoor geen naburige RBC's zijn gepland.

De EG-conformiteitsverklaring (of begeleidende documenten) voor interoperabiliteitsonderdelen moet(en) voldoen aan de volgende eisen:

a)

in de verklaring is vermeld welke functies, interfaces of prestaties niet worden geboden;

b)

de verklaring bevat voldoende informatie om te kunnen bepalen onder welke voorwaarden het interoperabiliteitsonderdeel mag worden gebruikt;

c)

de verklaring bevat voldoende informatie om te kunnen bepalen welke voorwaarden en beperkingen van toepassing zullen zijn op een subsysteem waarin het onderdeel wordt geïntegreerd.

Indien een subsysteem besturing en seingeving niet alle in deze TSI gespecificeerde functies, prestaties en interfaces biedt (bv. omdat deze niet geïmplementeerd zijn in een interoperabiliteitsonderdeel dat opgenomen is in het betreffende subsysteem), wordt in de EG-keuringsverklaring vermeld welke eisen zijn beoordeeld en welke voorwaarden en beperkingen gelden voor het gebruik van het subsysteem en de compatibiliteit daarvan met andere subsystemen.

De aangemelde instanties plegen in de op grond van artikel 21 bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad (6) opgerichte werkgroep overleg met het Bureau over de manier waarop de voorwaarden en beperkingen voor het gebruik van interoperabiliteitsonderdelen en subsystemen in de toepasselijke verklaringen en technische dossiers worden beheerd.

6.4.3.   Tussentijdse keuringsverklaring

Indien de conformiteit wordt beoordeeld voor delen van de door de aanvrager aangeduide subsystemen en afwijkend van de bij punt 4.1 (Inleiding) van deze TSI toegestane delen, of indien slechts bepaalde stappen van de keuringsprocedure zijn uitgevoerd, mag slechts een tussentijdse keuringsverklaring worden afgegeven.

(5)  De in dit hoofdstuk beschreven procedures doen geen afbreuk aan de mogelijkheid om onderdelen te groeperen."

(6)  Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1).”"

;

j)

in punt 7.2.9.3 worden aan het einde van de tabel de volgende rijen toegevoegd:

„4.2.10   Baansystemen voor treindetectie

Indexnummer 77, punt 3.1.3.1:

De dikte van de velg (BR) voor een spoorwijdte van 1 600 mm bedraagt minstens 127 mm.

T3

Van toepassing in Noord-Ierland

4.2.10   Baansystemen voor treindetectie

Indexnummer 77, punt 3.1.3.3:

De dikte van de wielflens (Sd) voor een spoorwijdte van 1 600 mm bedraagt minstens 24 mm.

T3

Van toepassing in Noord-Ierland”

k)

de titel van punt 7.2.9.6 wordt vervangen door „Estland, Letland en Litouwen”.

l)

de tabel in punt 7.2.9.6 wordt vervangen door:

„Specifiek geval

Categorie

Opmerkingen

4.2.10   Baansystemen voor treindetectie

Indexnummer 77, punt 3.1.3.3:

De dikte van de wielflens (Sd) voor een spoorwijdte van 1 520 mm bedraagt minstens 20 mm.

T3

Dit specifieke geval is vereist zolang ČME-locomotieven op een netwerk met spoorbreedte van 1 520 mm blijven rijden.

4.2.10   Baansystemen voor treindetectie

Indexnummer 77, punt 3.1.3.4:

De flenshoogte (Sh) voor spoornetten met een spoorwijdte van 1 520 mm bedraagt minstens 26,25 mm.

T3

Dit specifieke geval is vereist zolang ČME-locomotieven op een netwerk met spoorbreedte van 1 520 mm blijven rijden.”

m)

in punt 7.2.9.7 wordt „indexnummer 65” vervangen door „indexnummer. 33”;

n)

de tekst van punt 7.3.3 komt als volgt te luiden:

„7.3.3.   Boorduitrusting met ERTMS

7.3.3.1.   Nieuwe voertuigen

Nieuwe voertuigen waarvoor voor het eerst een vergunning voor indienststelling wordt verleend, moeten zijn uitgerust met ERTMS, hetzij overeenkomstig de specificaties # 1, hetzij overeenkomstig de in bijlage A, tabel A2, opgesomde specificaties # 2.

Vanaf 1 januari 2018 moeten nieuwe voertuigen waarvoor voor het eerst een vergunning voor indienststelling wordt verleend, uitgerust zijn met ERTMS overeenkomstig de in bijlage A, tabel A2, opgesomde specificaties # 2.

De verplichting om het voertuig met ERTMS uit te rusten geldt niet voor nieuwe mobiele uitrusting voor de bouw en het onderhoud van spoorweginfrastructuur, nieuwe rangeerlocomotieven of andere nieuwe voertuigen die niet voor hogesnelheidsverkeer zijn bedoeld indien deze uitsluitend zijn bestemd voor binnenlandse diensten die niet op de in deel 7.3.4 gedefinieerde corridors rijden, noch op de in punt 7.3.5 gedefinieerde lijnen die de verbinding vormen met de belangrijkste Europese havens, emplacementen, goederenterminals en goederenzones, of indien ze bestemd zijn voor grensoverschrijdend vervoer buiten het TEN, bv. tot het eerste station in een buurland of tot het eerste station waar aansluitingen naar verdere bestemmingen in een buurland worden geboden.

7.3.3.2.   Modernisering en vernieuwing van bestaande voertuigen

Bestaande voertuigen voor hogesnelheidsverkeer moeten bij de installatie van een nieuw boordsubsysteem besturing en seingeving worden uitgerust met ERTMS/ETCS.

7.3.3.3.   Aanvullende eisen

De lidstaten kunnen op nationaal niveau aanvullende eisen opleggen, teneinde:

1.

uitsluitend locomotieven die met ERTMS zijn uitgerust toegang te verlenen tot lijnen die met ERTMS zijn uitgerust, zodat de bestaande nationale systemen buiten dienst kunnen worden gesteld;

2.

te eisen dat nieuwe en verbeterde of vernieuwde mobiele uitrusting voor de bouw en het onderhoud van spoorweginfrastructuur, rangeerlocomotieven en/of andere voertuigen, ook indien deze uitsluitend voor binnenlands verkeer zijn bestemd, met ERTMS worden uitgerust.”

;

o)

bijlage A wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit;

p)

de tabel in bijlage G wordt als volgt gewijzigd:

1.

de rij betreffende de „metaalmassa van het voertuig” wordt geschrapt;

2.

de rij betreffende „DC en onderdelen met een lage frequentie van tractiestroom” wordt geschrapt;

3.

de rij betreffende „veiligheidseisen voor ETCS DMI-functies” wordt geschrapt.

Artikel 2

Het volgende artikel wordt toegevoegd aan Besluit 2012/88/EU:

„Artikel 7 bis

1.   Het Europees Spoorwegbureau publiceert uiterlijk op 1 juli 2015 de bindende specificaties als bedoeld in bijlage A, tabel A2, indexnummers 37b en 37c, kolom „specificaties # 2”, bij dit besluit.

Voorafgaand aan de publicatie, dient het Bureau bij de Commissie een technisch advies in over de invoeging van deze documenten in bijlage A, tabel A2, van dit besluit, met vermelding van de referentie, naam en versie. De Commissie stelt het op grond van artikel 29 van Richtlijn 2008/57/EG opgerichte comité daarvan in kennis.

2.   Het Europees Spoorwegbureau publiceert de specificaties in verband met de treininterface (FFFIS — Form Fit Functional Interface Specification — bijlage A, tabel A2, indexnummers 81 en 82 bij dit besluit) zodra het van oordeel is dat deze stabiel zijn. Het Europees Spoorwegbureau brengt regelmatig verslag uit over de beoordeling van de stabiliteit aan het op grond van artikel 29 van Richtlijn 2008/57/EG opgerichte comité. Voorafgaand aan de publicatie, dient het Bureau bij de Commissie een technisch advies in over de invoeging van deze documenten in bijlage A, tabel A2, van dit besluit, met vermelding van de referentie, naam en versie. De Commissie wordt bijgestaan door het op grond van artikel 29 van Richtlijn 2008/57/EG opgerichte comité.”

Artikel 3

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 juli 2015.

Dit besluit is gericht tot de lidstaten en het Europees Spoorwegbureau.

Gedaan te Brussel, 5 januari 2015.

Voor de Commissie

Violeta BULC

Lid van de Commissie


(1)  PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1.

(2)  Besluit C(2010) 2576 final van de Commissie van 29 april 2010 betreffende een mandaat aan het Europees Spoorwegbureau voor de ontwikkeling en herziening van de technische specificaties inzake interoperabiliteit teneinde de werkingssfeer daarvan uit te breiden tot het volledige spoorwegsysteem in de Europese Unie.

(3)  Besluit 2012/88/EU van de Commissie van 25 januari 2012 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem (PB L 51 van 23.2.2012, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsbesluit 2014/880/EU van de Commissie van 26 november 2014 inzake de gemeenschappelijke specificaties van het register van spoorweginfrastructuur en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2011/633/EU (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 489).


BIJLAGE

Bijlage A bij Besluit 2012/88/EU komt als volgt te luiden:

1)

In tabel A1 wordt de volgende rij geschrapt:

„4.2.1 b

28”

2)

In tabel A1 wordt de volgende rij als volgt gewijzigd:

„4.2.2.f

7, 81, 82”

3)

Tabel A2 wordt vervangen door de volgende tabel en aantekeningen:

„Index-nr.

Reeks specificaties # 1

(ETCS baseline 2 en GSM-R baseline 0)

Reeks specificaties # 2

(ETCS baseline 3 en GSM-R baseline 0)

Referentie

Titel specificatie

Versie

Aantekeningen

Referentie

Titel specificatie

Versie

Aantekeningen

1

ERA/ERTMS/003204

ERTMS/ETCS Functional requirement specification

5.0

 

Geschrapt

 

 

 

2

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

3

SUBSET-023

Glossary of Terms and Abbreviations

2.0.0

 

SUBSET-023

Glossary of Terms and Abbreviations

3.1.0

 

4

SUBSET-026

System Requirements Specification

2.3.0

 

SUBSET-026

System Requirements Specification

3.4.0

 

5

SUBSET-027

FFFIS Juridical recorder-downloading tool

2.3.0

Aantekening 1

SUBSET-027

FIS Juridical Recording

3.1.0

 

6

SUBSET-033

FIS Driver Machine interface

2.0.0

 

ERA_ERTMS_015560

ETCS Driver Machine interface

3.4.0

 

7

SUBSET-034

Train Interface FIS

2.0.0

 

SUBSET-034

Train Interface FIS

3.1.0

 

8

SUBSET-035

Specific Transmission Module FFFIS

2.1.1

 

SUBSET-035

Specific Transmission Module FFFIS

3.1.0

 

9

SUBSET-036

FFFIS for Eurobalise

2.4.1

 

SUBSET-036

FFFIS for Eurobalise

3.0.0

 

10

SUBSET-037

EuroRadio FIS

2.3.0

 

SUBSET-037

EuroRadio FIS

3.1.0

 

11

SUBSET-038

Offline key management FIS

2.3.0

 

SUBSET-038

Offline key management FIS

3.0.0

 

12

SUBSET-039

FIS for the RBC/RBC handover

2.3.0

 

SUBSET-039

FIS for the RBC/RBC handover

3.1.0

 

13

SUBSET-040

Dimensioning and Engineering rules

2.3.0

 

SUBSET-040

Dimensioning and Engineering rules

3.3.0

 

14

SUBSET-041

Performance Requirements for Interoperability

2.1.0

 

SUBSET-041

Performance Requirements for Interoperability

3.1.0

 

15

SUBSET-108

Interoperability related consolidation on TSI Annex A documents

1.2.0

 

Geschrapt

 

 

 

16

SUBSET-044

FFFIS for Euroloop

2.3.0

 

SUBSET-044

FFFIS for Euroloop

2.4.0

 

17

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

18

SUBSET-046

Radio infill FFFS

2.0.0

 

Geschrapt

 

 

 

19

SUBSET-047

Trackside-Trainborne FIS for Radio infill

2.0.0

 

SUBSET-047

Trackside-Trainborne FIS for Radio infill

3.0.0

 

20

SUBSET-048

Trainborne FFFIS for Radio infill

2.0.0

 

SUBSET-048

Trainborne FFFIS for Radio infill

3.0.0

 

21

SUBSET-049

Radio infill FIS with LEU/interlocking

2.0.0

 

Geschrapt

 

 

 

22

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

23

SUBSET-054

Responsibilities and rules for the assignment of values to ETCS variables

2.1.0

 

SUBSET-054

Responsibilities and rules for the assignment of values to ETCS variables

3.0.0

 

24

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

25

SUBSET-056

STM FFFIS Safe time layer

2.2.0

 

SUBSET-056

STM FFFIS Safe time layer

3.0.0

 

26

SUBSET-057

STM FFFIS Safe link layer

2.2.0

 

SUBSET-057

STM FFFIS Safe link layer

3.0.0

 

27

SUBSET-091

Safety Requirements for the Technical Interoperability of ETCS in Levels 1 and 2

2.5.0

 

SUBSET-091

Safety Requirements for the Technical Interoperability of ETCS in Levels 1 and 2

3.3.0

 

28

Geschrapt

 

 

Aantekening 8

Geschrapt

 

 

Aantekening 8

29

SUBSET-102

Test specification for interface” K„

1.0.0

 

SUBSET-102

Test specification for interface” K„

2.0.0

 

30

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

31

SUBSET-094

Functional requirements for an on-board reference test facility

2.0.2

 

SUBSET-094

Functional requirements for an on-board reference test facility

3.0.0

 

32

EIRENE FRS

GSM-R Functional requirements specification

7.4.0

Aantekening 10

EIRENE FRS

GSM-R Functional requirements specification

7.4.0

Aantekening 10

33

EIRENE SRS

GSM-R System requirements specification

15.4.0

Aantekening 10

EIRENE SRS

GSM-R System requirements specification

15.4.0

Aantekening 10

34

A11T6001

(MORANE) Radio Transmission FFFIS for EuroRadio

12,4

 

A11T6001

(MORANE) Radio Transmission FFFIS for EuroRadio

12.4

 

35

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

36 a

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

36 b

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

36 c

SUBSET-074-2

FFFIS STM Test cases document

1.0.0

 

SUBSET-074-2

FFFIS STM Test cases document

3.0.0

 

37 a

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

37 b

SUBSET-076-5-2

Test cases related to features

2.3.3

 

SUBSET-076-5-2

Test cases related to features

 

Aantekening 11

37 c

SUBSET-076-6-3

Test sequences

2.3.3

 

Gereserveerd

Test sequences generation: methodology and rules

 

Aantekening 11

37 d

SUBSET-076-7

Scope of the test specifications

1.0.2

 

SUBSET-076-7

Scope of the test specifications

3.0.0

 

37 e

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

38

06E068

ETCS Marker-board definition

2.0

 

06E068

ETCS Marker-board definition

2.0

 

39

SUBSET-092-1

ERTMS EuroRadio Conformance Requirements

2.3.0

 

SUBSET-092-1

ERTMS EuroRadio Conformance Requirements

3.0.0

 

40

SUBSET-092-2

ERTMS EuroRadio test cases safety layer

2.3.0

 

SUBSET-092-2

ERTMS EuroRadio test cases safety layer

3.0.0

 

41

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

42

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

43

SUBSET 085

Test specification for Eurobalise FFFIS

2.2.2

 

SUBSET 085

Test specification for Eurobalise FFFIS

3.0.0

 

44

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

Aantekening 9

45

SUBSET-101

Interface” K „Specification

1.0.0

 

SUBSET-101

Interface” K „Specification

2.0.0

 

46

SUBSET-100

Interface” G „Specification

1.0.1

 

SUBSET-100

Interface” G „Specification

2.0.0

 

47

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

48

Gereserveerd

Test specification for mobile equipment GSM-R

 

Aantekening 4

Gereserveerd

Test specification for mobile equipment GSM-R

 

Aantekening 4

49

SUBSET-059

Performance requirements for STM

2.1.1

 

SUBSET-059

Performance requirements for STM

3.0.0

 

50

SUBSET-103

Test specification for Euroloop

1.0.0

 

SUBSET-103

Test specification for Euroloop

1.1.0

 

51

Gereserveerd

Ergonomic aspects of the DMI

 

 

Geschrapt

 

 

 

52

SUBSET-058

FFFIS STM Application layer

2.1.1

 

SUBSET-058

FFFIS STM Application layer

3.1.0

 

53

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

54

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

55

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

56

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

57

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

58

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

59

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

60

Geschrapt

 

 

 

SUBSET-104

ETCS System Version Management

3.2.0

 

61

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

62

Gereserveerd

RBC-RBC Test specification for safe communication interface

 

 

Geschrapt

 

 

 

63

SUBSET-098

RBC-RBC Safe Communication Interface

1.0.0

 

SUBSET-098

RBC-RBC Safe Communication Interface

3.0.0

 

64

EN 301 515

Global System for Mobile Communication (GSM); Requirements for GSM operation on railways

2.3.0

Aantekening 2

EN 301 515

Global System for Mobile Communication (GSM); Requirements for GSM operation on railways

2.3.0

Aantekening 2

65

TS 102 281

Detailed requirements for GSM operation on railways

2.3.0

Aantekening 3

TS 102 281

Detailed requirements for GSM operation on railways

2.3.0

Aantekening 3

66

TS 103169

ASCI Options for Interoperability

1.1.1

 

TS 103169

ASCI Options for Interoperability

1.1.1

 

67

(MORANE) P 38 T 9001

FFFIS for GSM-R SIM Cards

4.2

 

(MORANE) P 38 T 9001

FFFIS for GSM-R SIM Cards

4.2

 

68

ETSI TS 102 610

Railway Telecommunication; GSM; Usage of the UUIE for GSM operation on railways

1.3.0

 

ETSI TS 102 610

Railway Telecommunication; GSM; Usage of the UUIE for GSM operation on railways

1.3.0

 

69

(MORANE) F 10 T 6002

FFFS for Confirmation of High Priority Calls

5.0

 

(MORANE) F 10 T 6002

FFFS for Confirmation of High Priority Calls

5.0

 

70

(MORANE) F 12 T 6002

FIS for Confirmation of High Priority Calls

5.0

 

(MORANE) F 12 T 6002

FIS for Confirmation of High Priority Calls

5.0

 

71

(MORANE) E 10 T 6001

FFFS for Functional Addressing

4.1

 

(MORANE) E 10 T 6001

FFFS for Functional Addressing

4.1

 

72

(MORANE) E 12 T 6001

FIS for Functional Addressing

5.1

 

(MORANE) E 12 T 6001

FIS for Functional Addressing

5.1

 

73

(MORANE) F 10 T6001

FFFS for Location Dependent Addressing

4

 

(MORANE) F 10 T6001

FFFS for Location Dependent Addressing

4

 

74

(MORANE) F 12 T6001

FIS for Location Dependent Addressing

3

 

(MORANE) F 12 T6001

FIS for Location Dependent Addressing

3

 

75

(MORANE) F 10 T 6003

FFFS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

(MORANE) F 10 T 6003

FFFS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

76

(MORANE) F 12 T 6003

FIS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

(MORANE) F 12 T 6003

FIS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

77

ERA/ERTMS/033281

Interfaces between CCS track-side and other subsystems

2.0

Aantekening 7

ERA/ERTMS/033281

Interfaces between CCS track-side and other subsystems

2,0

Aantekening 7

78

Gereserveerd

Safety requirements for ETCS DMI functions

 

 

Geschrapt

 

 

Aantekening 6

79

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

 

 

SUBSET-114

KMC-ETCS Entity Off-line KM FIS

1.0.0

 

80

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

 

 

Geschrapt

 

 

Aantekening 5

81

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

 

 

SUBSET-119

Train Interface FIS

 

Aantekening 12

82

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

 

 

SUBSET-120

FFFIS TI — Safety Analysis

 

Aantekening 12

Aantekening 1:

enkel de functionele omschrijving van de te noteren informatie is bindend, niet de technische eigenschappen van de interface.

Aantekening 2:

de in punt 2.1 van EN 301 515 genoemde bepalingen die onder de indexnummers 32 en 33 zijn aangemerkt als” MI „zijn bindend;

Aantekening 3:

de in de tabellen 1 en 2 van TS 102 281 genoemde wijzigingsverzoeken die onder de indexnummers 32 en 33 zijn aangemerkt als” MI „zijn bindend;

Aantekening 4:

indexnummer 48 verwijst uitsluitend naar de testcases voor mobiele GSM-R-uitrusting en wordt voorlopig gereserveerd. In de toepassingsgids wordt een catalogus opgenomen van beschikbare geharmoniseerde testcases voor de beoordeling van mobiele uitrusting en netwerken overeenkomstig de in punt 6.1.2 van deze TSI vastgestelde stappen;

Aantekening 5:

de op de markt beschikbare producten zijn reeds afgestemd op de behoefte van de spoorwegondernemingen inzake de bestuurdersinterface en zijn volledig interoperabel. Derhalve is het niet nodig in de TSI CCS een norm vast te stellen;

Aantekening 6:

informatie die bestemd was voor indexnummer 78 is nu ondergebracht onder indexnummer 27 (SUBSET-091);

Aantekening 7:

dit document is onafhankelijk van de ETCS en GSM-R-baseline;

Aantekening 8:

de eisten inzake betrouwbaarheid/beschikbaarheid zijn nu opgenomen in de TSI (punt 4.2.1.2);

Aantekening 9:

uit analyses van het Bureau blijkt dat er geen behoefte is aan bindende specificaties voor de odometrie-interface;

Aantekening 10:

alleen de (MI) eisen worden bepaald door de TSI CCS;

Aantekening 11:

specificaties die moeten worden beheerd via een technisch advies van het Europees Spoorwegbureau;

Aantekening 12:

een verwijzing naar deze specificaties wordt gepubliceerd in de toepassingsgids in afwachting van verduidelijking van de rollend-materieelzijde van de interface.”

.

4)

Tabel A3 wordt vervangen door de volgende tabel en aantekeningen:

„Nr.

Referentie

Documentnaam en Aantekeningen

Versie

Aantekening

1

EN 50126

Spoorwegtoepassingen — Specificatie en het bewijs van de bruikbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid en veiligheid (RAMS)

1999

1

2

EN 50128

Spoorwegtoepassingen — Telecommunicatie, seinwezen en verkeersleiding — Programmatuur voor besturings- en beveiligingssystemen

2011 of 2001

 

3

EN 50129

Spoorwegtoepassingen — Communicatiesystemen, seinwezen en procesleiding — Veiligheidsgerelateerde elektronische systemen voor het seinwezen

2003

1

4

EN 50159

Spoorwegen en soortgelijk geleid vervoer — Communicatie-, sein- en verkeersleidingsystemen — Veiligheidsgerelateerde communicatie in transmissiesystemen

2010

1

Aantekening 1:

deze norm is gestandaardiseerd, zie de mededeling van de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB C 345 van 26.11.2013, blz. 3), waarin ook redactionele corrigenda zijn opgenomen.”

.


Top