Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0679

    Rechtssache C-679/17: Urteil des Gerichtshofs (Erste Kammer) vom 22. November 2018 (Vorabentscheidungsersuchen des Hof van beroep te Antwerpen — Belgien) — Vlaamse Gewest, vertreten durch die Vlaamse regering in Person des Vlaamse Minister van Begroting, Financiën en Energie, Vlaamse Gewest, vertreten durch die Vlaamse regering in Person des Vlaamse Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw/Johannes Huijbrechts (Vorlage zur Vorabentscheidung — Kapitalverkehrsfreiheit — Beschränkungen — Steuerrecht — Erbschaftsteuer — Nachhaltige Forstwirtschaft — Befreiung — Schutz von Waldflächen)

    ABl. C 25 vom 21.1.2019, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.1.2019   

    DE

    Amtsblatt der Europäischen Union

    C 25/13


    Urteil des Gerichtshofs (Erste Kammer) vom 22. November 2018 (Vorabentscheidungsersuchen des Hof van beroep te Antwerpen — Belgien) — Vlaamse Gewest, vertreten durch die Vlaamse regering in Person des Vlaamse Minister van Begroting, Financiën en Energie, Vlaamse Gewest, vertreten durch die Vlaamse regering in Person des Vlaamse Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw/Johannes Huijbrechts

    (Rechtssache C-679/17) (1)

    ((Vorlage zur Vorabentscheidung - Kapitalverkehrsfreiheit - Beschränkungen - Steuerrecht - Erbschaftsteuer - Nachhaltige Forstwirtschaft - Befreiung - Schutz von Waldflächen))

    (2019/C 25/15)

    Verfahrenssprache: Niederländisch

    Vorlegendes Gericht

    Hof van beroep te Antwerpen

    Parteien des Ausgangsverfahrens

    Kläger: Vlaamse Gewest, vertreten durch die Vlaamse regering in Person des Vlaamse Minister van Begroting, Financiën en Energie, Vlaamse Gewest, vertreten durch die Vlaamse regering in Person des Vlaamse Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw

    Beklagter: Johannes Huijbrechts

    Tenor

    Art. 63 AEUV ist dahin auszulegen, dass er einer Regelung eines Mitgliedstaats wie der im Ausgangsverfahren fraglichen entgegensteht, wonach für Wälder, die durch Vererbung erworben werden, unter der Voraussetzung eine Steuerbegünstigung gewährt wird, dass sie entsprechend dem nationalen Recht nachhaltig bewirtschaftet werden, aber diese Begünstigung auf Wälder beschränkt wird, die sich im Hoheitsgebiet dieses Mitgliedstaats befinden.


    (1)  ABl. C 94 vom 12.3.2018.


    Top