EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0271

Zaak C-271/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Amsterdam (Nederland) op 18 mei 2017 — Openbaar Ministerie tegen Sławomir Andrzej Zdziaszek

PB C 277 van 21.8.2017, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 277/24


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Amsterdam (Nederland) op 18 mei 2017 — Openbaar Ministerie tegen Sławomir Andrzej Zdziaszek

(Zaak C-271/17)

(2017/C 277/35)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Amsterdam

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: Openbaar Ministerie

Verweerder: Sławomir Andrzej Zdziaszek

Prejudiciële vragen

1)

Is een procedure

waarin de rechter in de uitvaardigende lidstaat beslist over het samenvoegen van afzonderlijke vrijheidsstraffen waartoe de betrokkene eerder onherroepelijk is veroordeeld tot één vrijheidsstraf en/of over het wijzigen van een samengestelde vrijheidsstraf waartoe de betrokkene eerder onherroepelijk is veroordeeld en

waarin die rechter zich niet meer buigt over de schuldvraag,

zoals de procedure die tot de cumulative sentence van 25 maart 2014 heeft geleid, een „proces dat tot de beslissing heeft geleid” als bedoeld in de aanhef van artikel 4 bis, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ? (1)

2)

Kan de uitvoerende rechterlijke autoriteit:

in een geval de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid,

maar waarin de uitvaardigende rechterlijke autoriteit noch in het EAB [Europees aanhoudingsbevel], noch in de op grond van artikel 15, tweede lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ opgevraagde aanvullende gegevens, de mededelingen over de toepasselijkheid van een of meer van de omstandigheden als bedoeld in de onderdelen a tot en met d van artikel 4 bis, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ. overeenkomstig de formulering van een of meer van de categorieën van punt 3 van onderdeel d) van het EAB-formulier heeft gedaan,

reeds om die reden concluderen dat aan geen van de voorwaarden van artikel 4 bis, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, Kaderbesluit is voldaan en reeds om die reden de tenuitvoerlegging van het EAB weigeren?

3)

Is een procedure in hoger beroep

waarin een behandeling ten gronde heeft plaatsgevonden en

die tot een (nieuwe) veroordeling van de betrokkene en/of tot een bekrachtiging van de in eerste aanleg gegeven veroordeling heeft geleid,

terwijl het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van die veroordeling,

het „proces dat tot de beslissing heeft geleid” als bedoeld in artikel 4 bis, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ?


(1)  Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB 2002, L 190, blz. 1).


Top