Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0734

    Zaak T-734/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 17 december 2015 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 6 oktober 2015 in zaak F-119/14, FE/Commissie

    PB C 68 van 22.2.2016, p. 36–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 68/36


    Hogere voorziening ingesteld op 17 december 2015 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 6 oktober 2015 in zaak F-119/14, FE/Commissie

    (Zaak T-734/15 P)

    (2016/C 068/46)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Rekwirerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Simonetti en G. Gattinara, gemachtigden)

    Andere partij in de procedure: FE (Luxemburg, Luxemburg)

    Conclusies

    De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

    het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 6 oktober 2015 in zaak F-119/14, FE/Commissie, te vernietigen;

    het door FE in zaak F-119/14 ingestelde beroep te verwerpen;

    te beslissen dat elke partij de eigen kosten van deze procedure zal dragen;

    FE te verwijzen in de kosten van de procedure voor het Gerecht voor ambtenarenzaken.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan verschillende rechtsdwalingen van het Gerecht voor ambtenarenzaken (GVA) en aan een verkeerde opvatting van de stukken van het dossier bij de uitlegging en de toepassing door de jury van de toelatingsvoorwaarde betreffende de minimale beroepservaring.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan een verkeerde rechtsopvatting van het GVA bij zijn vaststelling dat het TABG een kennelijke beoordelingsfout had gemaakt.

    3.

    Derde middel, ontleend aan een verkeerde rechtsopvatting en aan het feit dat het GVA op meerdere punten niet heeft voldaan aan zijn motiveringsplicht bij de veroordeling van de Commissie tot betaling van 10 000 EUR aan verzoekster in eerste aanleg.


    Top