This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CN0547
Case C-547/12 P: Appeal brought on 28 November 2012 by the Hellenic Republic against the judgment delivered on 10 October 2012 by the General Court (Second Chamber) in Case T-158/09 Greece v Commission
Zaak C-547/12 P: Hogere voorziening ingesteld op 28 november 2012 door de Helleense Republiek tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 10 oktober 2012 in zaak T-158/09, Griekenland/Commissie
Zaak C-547/12 P: Hogere voorziening ingesteld op 28 november 2012 door de Helleense Republiek tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 10 oktober 2012 in zaak T-158/09, Griekenland/Commissie
PB C 26 van 26.1.2013, p. 38–38
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.1.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 26/38 |
Hogere voorziening ingesteld op 28 november 2012 door de Helleense Republiek tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 10 oktober 2012 in zaak T-158/09, Griekenland/Commissie
(Zaak C-547/12 P)
2013/C 26/72
Procestaal: Grieks
Partijen
Rekwirante: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: I. Chalkias en S. Papaïoannou, gemachtigden)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie
Conclusies
— |
de hogere voorziening toewijzen en het arrest van het Gerecht van de Europese Unie vernietigen voor zover daarin is geoordeeld dat in zaak nr. 4, Magrizos II (EL/1995/017) de Commissie de Griekse autoriteiten terecht nalatigheid heeft verweten ter zake van het achterwege blijven van de terugvordering van de betrokken bedragen; |
— |
het eerste middel van het beroep, waarmee werd verzocht om nietigverklaring van de beschikking van de Commissie, aanvaarden aangezien in die zaak niet was voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 32 van verordening nr. 1290/2005 en om de Commissie in staat te stellen het bedrag van 276 347,86 EUR ten laste van de Helleense Republiek te brengen; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten van de Helleense Republiek. |
Middelen en voornaamste argumenten
In zaak nr. 4, Magrizos II (EL/1995/017) heeft het Gerecht van de Europese Unie de feiten onjuist uitgelegd door de inhoud van de bewijselementen van het dossier kennelijk te verdraaien, wat heeft geleid tot de onjuiste conclusie dat in die zaak was voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 32 van verordening nr. 1290/2005 en om de Europese Commissie in staat te stellen het bedrag van 276 347,86 EUR ten laste van de Helleense Republiek te brengen.