Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CA0462

    Zaak C-462/09: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 juni 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Stichting de Thuiskopie/Opus Supplies Deutschland GmbH, Mijndert van der Lee, Hananja van der Lee (Harmonisatie van wetgevingen — Auteursrecht en naburige rechten — Richtlijn 2001/29/EG — Reproductierecht — Uitzonderingen en beperkingen — Uitzondering voor kopiëren voor privégebruik — Artikel 5, leden 2, sub b, en 5 — Billijke compensatie — Schuldenaar van vergoeding ter financiering van die compensatie — Verkoop op afstand tussen twee personen die in verschillende lidstaten woonachtig zijn)

    PB C 232 van 6.8.2011, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    6.8.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 232/7


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 juni 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Stichting de Thuiskopie/Opus Supplies Deutschland GmbH, Mijndert van der Lee, Hananja van der Lee

    (Zaak C-462/09) (1)

    (Harmonisatie van wetgevingen - Auteursrecht en naburige rechten - Richtlijn 2001/29/EG - Reproductierecht - Uitzonderingen en beperkingen - Uitzondering voor kopiëren voor privégebruik - Artikel 5, leden 2, sub b, en 5 - Billijke compensatie - Schuldenaar van vergoeding ter financiering van die compensatie - Verkoop op afstand tussen twee personen die in verschillende lidstaten woonachtig zijn)

    (2011/C 232/10)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Hoge Raad der Nederlanden

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Stichting de Thuiskopie

    Verwerende partijen: Opus Supplies Deutschland GmbH, Mijndert van der Lee, Hananja van der Lee

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hoge Raad der Nederlanden — Uitlegging van artikel 5, leden 2, sub b, en 5 van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167, blz. 10) — Reproductierecht — Billijke compensatie — Koop op afstand tussen twee in verschillende lidstaten gevestigde personen — Wettelijke regeling die inning van compensatie onmogelijk maakt

    Dictum

    1)

    Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, in het bijzonder artikel 5, leden 2, sub b, en 5 ervan, moet aldus moeten worden uitgelegd dat de eindgebruiker die voor privégebruik een reproductie vervaardigt van een beschermd werk, in beginsel moet worden aangemerkt als de schuldenaar van de in voornoemd lid 2, sub b, bedoelde billijke compensatie. Het staat de lidstaten evenwel vrij een vergoeding voor privégebruik in te voeren die dient te worden betaald door de personen die installaties, apparaten of informatiedragers ter beschikking stellen van de eindgebruiker, wanneer die personen beschikken over de mogelijkheid om het bedrag van die vergoeding door te berekenen in de door de eindgebruiker betaalde prijs van die terbeschikkingstelling.

    2)

    Richtlijn 2001/29, in het bijzonder artikel 5, leden 2, sub b, en 5 ervan, moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaat die een stelsel heeft ingevoerd waarin de vergoedingen voor het kopiëren voor privégebruik van beschermde werken moeten worden betaald door de fabrikant of importeur van informatiedragers, en op wiens grondgebied het nadeel ontstaat dat auteurs lijden als gevolg van het privégebruik van hun werken door de aldaar wonende kopers, verplicht is om te garanderen dat die auteurs daadwerkelijk de billijke compensatie ontvangen die is bestemd om hen schadeloos te stellen voor dat nadeel. Dienaangaande is de enkele omstandigheid dat de bedrijfsmatig handelende verkoper van installaties, apparaten en informatiedragers is gevestigd in een andere lidstaat dan die waar de kopers wonen, niet van invloed op die resultaatsverplichting. Het staat aan de nationale rechter om, wanneer het onmogelijk is om de billijke compensatie bij de kopers te incasseren, het nationale recht aldus uit te leggen dat die compensatie bij een schuldenaar die optreedt als handelaar kan worden geïncasseerd.


    (1)  PB C 24 van 30.1.2010.


    Top