This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0912
Council Decision 2014/912/CFSP of 15 December 2014 in support of physical security and stockpile management (PSSM) activities to reduce the risk of illicit trade in small arms and light weapons (SALW) and their ammunition in the Sahel region
Besluit 2014/912/GBVB van de Raad van 15 december 2014 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen
Besluit 2014/912/GBVB van de Raad van 15 december 2014 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen
PB L 360 van 17.12.2014, p. 30–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
17.12.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 360/30 |
BESLUIT 2014/912/GBVB VAN DE RAAD
van 15 december 2014
betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 26, lid 2, en artikel 31, lid 1,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 15 en 16 december 2005 heeft de Europese Raad de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens en van munitie daarvoor aangenomen. In deze strategie gaat de Europese Raad er van uit dat door de overvloedige voorraden SALW en munitie dergelijke wapens voor burgers, misdadigers, terroristen en strijders makkelijk te krijgen zijn, en benadrukt dat preventieve actie moet worden ondernomen om het illegale aanbod van conventionele wapens en de vraag ernaar te bestrijden. In de strategie wordt Afrika aangewezen als het werelddeel dat het meest te lijden heeft van de gevolgen van interne conflicten, die nog versterkt worden door de destabiliserende instroom van SALW. |
(2) |
Op 21 maart 2011 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan de strategie van de Europese Unie voor veiligheid en ontwikkeling in de Sahel, die voorziet in een geïntegreerd kader voor het optreden van de Unie in de Sahel-regio. Een van de vier aspecten van de acties van deze strategie is gericht op de versterking van de sectoren capaciteiten van de beveiliging, wetshandhaving en de rechtsstaat in deze regio, met als doel dreigingen te bestrijden en terrorisme en georganiseerde misdaad op een efficiëntere en gespecialiseerde wijze aan te pakken, in combinatie met maatregelen voor goed bestuur. |
(3) |
Op 14 juni 2006 hebben de lidstaten van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) in Abuja, Nigeria, de ECOWAS-Overeenkomst aangenomen inzake handvuurwapens en lichte wapens, de munitie daarvoor en ander daarmee verband houdend materiaal, die in werking is getreden op 29 september 2009. Op 30 april 2010 hebben de lidstaten van de Economische Gemeenschap van Centraal-Afrikaanse Staten (ECCAS) en de Republiek Rwanda in Kinshasa, de Democratische Republiek Congo, een Centraal-Afrikaanse Overeenkomst inzake de controle op handvuurwapens en lichte wapens, de bijbehorende munitie en onderdelen, die gebruikt kunnen worden voor de vervaardiging, reparatie of montage ervan, aangenomen. In beide overeenkomsten hebben de ondertekenende staten zich er onder meer toe verbonden de nodige maatregelen te nemen om te zorgen voor een veilig en doeltreffend beheer en een veilige en doeltreffende opslag en beveiliging van hun nationale voorraden SALW, in overeenstemming met de van toepassing zijnde normen en procedures. |
(4) |
Burkina Faso, Mali en Nigeria hebben het Wapenhandelsverdrag geratificeerd, evenals 23 lidstaten van de Unie; Tsjaad, Mauritanië en Niger hebben het ondertekend. In artikel 16, lid 1, van het Wapenhandelsverdrag staat dat bij de uitvoering van dit verdrag, elke staat die partij is om bijstand kan verzoeken, met inbegrip van juridische of wettelijke bijstand, opbouw van institutionele capaciteit, en technische, materiële en financiële bijstand. Tot deze bijstand kunnen behoren voorraadbeheer, programma's voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie, modelwetgeving en doeltreffende praktijken voor de uitvoering ervan. Elke staat die partij is en die daartoe de mogelijkheid heeft, zal deze bijstand op verzoek verlenen. |
(5) |
Burkina Faso, Mali, Mauritanië en Nigeria zijn partij bij het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (het „Vuurwapenprotocol”). |
(6) |
Alle lidstaten van de VN hebben zich verbonden tot de effectieve uitvoering van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (het „VN-actieprogramma”), alsook van het internationaal instrument waarmee staten tijdig en op betrouwbare wijze illegale handvuurwapens en lichte wapens kunnen identificeren en traceren. |
(7) |
Tijdens de Vijfde tweejaarlijkse bijeenkomst van staten over de uitvoering van het VN-actieprogramma (New York, 16-20 juni 2014) hebben alle lidstaten van de VN herhaald dat het goed beheer van de voorraden van SALW, in het bijzonder in conflict- en postconflictsituaties, van wezenlijk belang is voor de preventie van ongevallen en de beperking van het risico dat voorraden terechtkomen in de illegale handel of bij illegale gewapende groeperingen, terroristen, en andere afnemers zonder vergunning. De lidstaten van de VN hebben gepleit voor een versterking van de internationale en regionale samenwerking en bijstand op het vlak van voorraadbeheer en fysieke beveiliging, en hebben toegezegd om, waar mogelijk, gebruik te maken van de technologische vooruitgang om het voorraadbeheer te verbeteren, met inbegrip van fysieke beveiligingsmaatregelen. |
(8) |
De volksopstand in Libië in februari 2011 en het daaruit voortkomende gewapende conflict alsmede de politieke en veiligheidscrises in Mali in 2012 hebben duidelijk gemaakt hoe niet-overheidsactoren, zoals terroristen, zich dankzij een onvoldoende beveiliging en een verkeerd beheer van overheidsvoorraden meester kunnen maken van SALW en munitie, ten koste van vrede en veiligheid. Als gevolg van de toegenomen activiteiten van niet-overheidsactoren in de Sahel-regio, waaronder in het noorden van Nigeria, is verbetering van de beveiliging van wapens en munitie in staten van de Sahel een prioriteit geworden. |
(9) |
Het regionaal centrum van de Verenigde Naties voor Vrede en Ontwapening in Afrika (UNREC), dat deel uitmaakt van het Bureau van de Verenigde Naties voor ontwapeningszaken (UNODA), heeft een lange ervaring op het gebied van ondersteuning van staten en het maatschappelijk middenveld in de Sahel bij de uitvoering van internationale en regionale instrumenten voor controle op handvuurwapens en lichte wapens, overeenkomstig het mandaat dat het heeft gekregen van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (Resolutie 40/151 G van 16 december 1985). |
(10) |
Sinds 2013 helpt de geïntegreerde multidimensionale stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA), via de United Nations Mine Action Service (UNMAS), de Malinese autoriteiten bij mijnbestrijding en het beheer van wapens en munitie, overeenkomstig de Resoluties 2100 (2013) en 2164 (2014) van de VN-Veiligheidsraad. |
(11) |
De ngo-adviesgroep mijnen (MAG) is onlangs begonnen met een regionaal project voor de aanpak van dringende beveiligings- en beheersvraagstukken in verband met conventionele wapens en munitie in doellanden in de regio Sahel-Maghreb. |
(12) |
Uit hoofde van Besluit 2011/428/GBVB van de Raad (1), heeft de Unie onder meer het verstrekken van markeerapparatuur aan rechtshandhavingsinstanties in verschillende West-Afrikaanse staten gefinancierd, alsmede opleidingen op het gebied van het internationale traceringsinstrument en van de internationale technische richtsnoeren inzake munitie. |
(13) |
Op grond van Besluit 2013/320/GBVB van de Raad (2) steunt de Unie maatregelen die gericht zijn op het verzekeren van deugdelijke fysieke beveiliging en deugdelijk voorraadbeheer (PSSM) van de Libische wapenarsenalen, ter beperking van de risico's die illegale verspreiding van SALW en munitie met zich meebrengen voor de veiligheid van Libië en zijn buurlanden, waaronder in de Sahel. |
(14) |
Op grond van Besluit 2013/698/GBVB van de Raad (3) steunt de Unie de oprichting van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale SALW en andere conventionele wapens en munitie („iTrace”), dat met name gebaseerd zal zijn op veldonderzoek naar handvuurwapens en lichte wapens en munitie die in door conflicten getroffen gebieden circuleren, zoals in Afrika. |
(15) |
De Unie heeft in het kader van haar gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid drie acties in de Sahel opgezet: ten eerste: EUCAP Sahel Niger (begonnen op 8 augustus 2012) voor steun in de strijd tegen georganiseerde misdaad en terrorisme in Niger; ten tweede: de opleidingsmissie van de Europese Unie in Mali (begonnen op 18 februari 2013) als bijdrage tot de herstructurering en reorganisatie van de Malinese strijdkrachten door middel van opleiding en advies; ten derde: EUCAP Sahel Mali (gestart op 15 april 2014) voor het verstrekken van strategisch advies en opleiding aan de binnenlandse veiligheidstroepen in Mali. |
(16) |
In het kader van het stabiliteits- en vredesinstrument steunt de Unie sinds 2011 het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding in diens streven naar de bevordering van de ratificatie en uitvoering van het Vuurwapenprotocol, met name in West-Afrika. In het kader van datzelfde instrument verstrekt de Unie sedert 2010 financiële steun aan het regionaal centrum voor handvuurwapens (RECSA), in het gebied van de Grote Meren, de Hoorn van Afrika en aangrenzende staten, dat in Nairobi zetelt, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De Unie draagt bij tot de veiligheid en stabiliteit in de Sahel-regio door de staten in die regio te helpen bij het voorkomen van omleiding van en illegale handel in SALW en munitie die eigendom van de overheid zijn, door de fysieke beveiliging en het beheer van de voorraden („PSSM”) ervan te verbeteren.
2. Om de in lid 1 bedoelde doelstelling te verwezenlijken, ondersteunt de Unie activiteiten met de volgende specifieke doelstellingen:
a) |
het genereren van de noodzakelijke politieke betrokkenheid voor de verbetering van PSSM-procedures en voor de bevordering van regionale samenwerking en het delen van kennis; |
b) |
ondersteuning van doellanden bij de ontwikkeling van op de actuele situatie toegesneden wetgeving, administratieve procedures en praktische operationele standaardprocedures („SOP's”) als de grondslag van versterkte PSSM, in overeenstemming met internationale normen inzake goede praktijken; |
c) |
rechtstreeks de uitvoering steunen van voorraadbeheer en beveiliging, onder meer door herstel van opslaginstallaties, vernietiging van overtollige, verouderde of illegale SALW en het uittesten van nieuwe technologieën. |
In de bijlage gaat een nadere omschrijving van deze activiteiten.
Artikel 2
1. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („hoge vertegenwoordiger”) is belast met de uitvoering van dit besluit.
2. Met de technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde activiteiten wordt het UNODA belast, via het UNREC. Het UNODA voert deze taken uit onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger. De hoge vertegenwoordiger treft voor dit doel de nodige regelingen met het UNODA.
Artikel 3
1. Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde activiteiten is 3 561 257,06 EUR. De totale geraamde begroting van het gehele project bedraagt 4 129 393,06, welk bedrag door cofinanciering zal worden verstrekt.
2. De in lid 1 vermelde uitgaven worden beheerd volgens de procedures en regels van de Unie die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.
3. De Commissie houdt toezicht op de correcte besteding van de in lid 1 bedoelde bijdrage van de Unie. Hiertoe sluit zij een financieringsovereenkomst met het UNODA. In de overeenkomst wordt bepaald dat het UNODA ervoor moet zorgen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.
4. De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na 15 december 2014 te sluiten. Zij stelt de Raad en de hoge vertegenwoordiger in kennis van eventuele moeilijkheden in het proces en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst, binnen twee weken na de datum van ondertekening.
Artikel 4
1. De hoge vertegenwoordiger brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van geregelde verslagen die worden opgesteld door het UNODA. Deze verslagen vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.
2. De Commissie verstrekt informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van de in artikel 1, lid 2 bedoelde activiteiten.
Artikel 5
1. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
2. Dit besluit verstrijkt 42 maanden na de sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst, of zes maanden na de datum waarop het is vastgesteld indien binnen die termijn geen financieringsovereenkomst is gesloten.
Gedaan te Brussel, 15 december 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
F. MOGHERINI
(1) Besluit 2011/428/GBVB van de Raad van 18 juli 2011 betreffende de ondersteuning van de werkzaamheden van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken ter uitvoering van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (PB L 188 van 19.7.2011, blz. 37).
(2) Besluit 2013/320/GBVB van de Raad van 24 juni 2013 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in Libië en de regio te voorkomen (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 54).
(3) Besluit 2013/698/GBVB van de Raad van 25 november 2013 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale handvuurwapens en lichte wapens en andere illegale conventionele wapens en illegale munitie om het risico van illegale handel te beperken (PB L 320 van 30.11.2013, blz. 34).
BIJLAGE
Fysieke beveiliging en voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen
1. Achtergrond en motivering van de GBVB-steun
1.1. Achtergrond
Het gebrek aan doeltreffende PSSM, in overeenstemming met internationale normen, in bestaande opslagplaatsen voor conventionele wapens en munitie in de Sahel is aangemerkt als een ernstige bedreiging voor de vrede en de veiligheid in de regio en daarbuiten. In het recente verleden zijn voorraden van de overheid in Libië en Mali geplunderd door gewapende niet-overheidsactoren, waaronder terroristische groeperingen. Er bestaat een concreet risico dat een dergelijke situatie zich ook zal voordoen in delen van Burkina Faso, Tsjaad, Mauritanië, Niger en Nigeria, aangezien gewapende groeperingen en terroristische groeperingen grensoverschrijdend actief zijn en betrokken zijn bij de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW). Ontoereikende PSSM van wapens en munitie verhoogt het risico dat SALW — onder meer door diefstal en aanvallen — op de illegale markt terechtkomen en dat zich onvoorziene explosies in munitie-locaties voordoen. Dit zou kunnen leiden tot een destabiliserende accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens, met gevolgen voor de nationale, regionale en internationale vrede en veiligheid.
Deze dreiging wordt ook onderkend in de geïntegreerde strategie van de Verenigde Naties voor de Sahel, waarin staat dat het noodzakelijk wordt geacht het risico dat SALW in handen van niet-overheidsactoren vallen zoveel mogelijk te beperken door het verhogen van de beveiliging van bestaande voorraden en, indien nodig, het verplaatsen ervan, alsmede door de vernietiging van overtollige of illegale SALW en munitie. Dit is mogelijk door de daadwerkelijke uitvoering van het VN-actieprogramma inzake de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en het internationaal traceringsinstrument, met gebruikmaking van de internationale normen voor controle op handvuurwapens (ISACS) alsmede de internationale technische richtsnoeren inzake munitie (IATG) die in het kader van de Verenigde Naties zijn opgesteld.
1.2. Achtergrond
Binnen de grenzen van zijn mandaat op grond van Resolutie 40/151 G van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, verkeert het regionaal centrum van de Verenigde Naties voor Vrede en Ontwapening in Afrika (UNREC), in zijn hoedanigheid van regionale vertegenwoordiger in Afrika van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken (UNODA), in een unieke positie om bijstand te verlenen en de capaciteit en het vermogen van de staten van de Sahel met betrekking tot het doeltreffend gebruik van deze normen en beste praktijken te versterken, en daarbij hun SALW- en munitievoorraden te controleren om een destabiliserende effect van SALW-accumulatie en illegale SALW-handel in de subregio en verder daarbuiten te voorkomen.
UNREC stelt voor het project uit te voeren in samenwerking met de United Nations Mine Action Service (UNMAS) en de ngo-adviesgroep over mijnen (MAG), in coördinatie met de bevoegde regionale en subregionale organisaties zoals ECOWAS en de CEEAC, alsmede niet-gouvernementele organisaties. UNMAS voert activiteiten uit ter ondersteuning van de geïntegreerde multidimensionale stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA), als een van diens geïntegreerde componenten in het kader van Resolutie 2100 (2013) van de VN-Veiligheidsraad, en met het landenteam van de VN in Mali. MAG is onlangs begonnen met een regionaal project voor de aanpak van de beveiliging en het beheer van conventionele wapens en munitie in doellanden in de regio Sahel-Maghreb. De bevindingen in het kader van deze activiteiten zullen worden gebruikt voor de planning en uitvoering van het project. Synergieën zullen een grotere algemene impact mogelijk maken. Het project zal bovendien profiteren van de interne deskundigheid van het ODA op het hoofdkwartier van de VN en in de regio, alsmede van verdere ervaring die voorhanden is in het systeem van de VN.
Deze activiteiten zullen een voortzetting vormen van, alsmede een aanvulling op en een kapitalisatie van synergieën met projecten die reeds in de regio worden uitgevoerd door UNREC en andere bilaterale partners, organen van de VN, subregionale en niet-gouvernementele organisaties, zoals: een project ter ondersteuning van de heractivering van de Malinese nationale SALW-commissie en voor de ontwikkeling van een nationaal SALW-actieplan; Besluit 2011/428/GBVB van de Raad, waarmee onder meer markeringstoestellen aan Burkina Faso en Niger zijn geleverd; het lopende project ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in vuurwapens in Afrika, dat door de Europese Commissie wordt gefinancierd in het kader van het stabiliteits- en vredesinstrument en in de eerste fase waarvan (2010-2013) onder meer markeringsactiviteiten zijn ondernomen en elektronische markeringstoestellen zijn geleverd en maatsoftware is geïnstalleerd voor gegevensopslag in Oost-Afrikaanse landen, terwijl in de huidige fase (2013-2016) soortgelijke activiteiten zullen plaatsvinden in andere landen (zoals: Burundi, Kameroen, Tsjaad, Ivoorkust, Equatoriaal Guinee, Gabon, Ghana, Liberia, Mali, Rwanda, Somalië, Zuid-Sudan, Togo, Oeganda); een transregionaal project, uitgevoerd door het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding, onder meer in West-Afrika (te weten Benin, Burkina Faso, Gambia, Ghana, Mali, Mauritanië, Senegal, Togo), eveneens gefinancierd door het stabiliteits- en vredesinstrument van de Unie en gericht op het stimuleren van de ratificatie en uitvoering van het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en het bijbehorend Vuurwapenprotocol, in eerste instantie door middel van steun aan wetgevingsherziening en -hervorming; opleidingsactiviteiten inzake wapenbeheer uitgaande van de EU-missie van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid EUCAP Sahel Niger, en een NAVO-project in Mauritanië dat wordt uitgevoerd door het NATO Support Agency (NSPA).
Bovendien moet in de PSSM-activiteiten in het kader van dit project waar relevant rekening worden gehouden met en steun worden geboden aan ruimere beveiligingsprogramma's in de begunstigde landen, onder meer op het gebied van ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR) en de hervorming van de veiligheidssector (SSR). De herziening van de wetgeving en van de administratieve kaders van PSSM en de verdere aanbevelingen inzake het voldoen aan internationale normen inzake de controle op wapens, evenals de ontwikkeling van nationale standaardwerkwijzen voor PSSM, zullen bijdragen tot de inspanningen ter hervorming van de veiligheidssector in elk land en in de subregio. Activiteiten in het kader van het project kunnen ook inhouden dat er steun wordt verleend aan DDR-inspanningen, waar passend (in het bijzonder inspanningen die verband houden met praktische ontwapening), aangezien de ontwikkeling van nationale SOP's inzake wapenbeheersing kan worden geïntegreerd in DDR-processen, bijvoorbeeld door het vastleggen van normen voor het markeren en registreren of vernietigen van ingezamelde wapens. Bestaande praktijken, waarvan de toepassing ook gestimuleerd wordt via andere relevante door de EU gefinancierde projecten, moeten worden gebruikt om te zorgen voor geharmoniseerde processen.
Dankzij de toepassing van de internationale normen inzake goede handelwijzen inzake wapenbeheersing, zal dit project staten bijstaan bij het ontwikkelen van een onafhankelijk civiel toezicht op nationale PSSM-activiteiten. Het noodzakelijke civiele toezicht zal worden geïntegreerd in de verschillende activiteiten van het project, met name in overleg en workshops.
2. Algemene doelstellingen
De hierna beschreven actie zal bijdragen tot de veiligheid en stabiliteit in de Sahel en zal zes staten in de Sahel-regio (Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Niger en Nigeria) helpen bij het voorkomen van de omleiding van en illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en munitie die eigendom van de overheid zijn, door verbetering van de PSSM ervan.
De actie wordt specifiek gericht op:
a) |
het genereren van de noodzakelijke politieke betrokkenheid voor de verbetering van PSSM-procedures en voor de bevordering van regionale samenwerking en het delen van kennis; |
b) |
ondersteuning van doellanden bij de ontwikkeling van op de actuele situatie toegesneden wetgeving, administratieve procedures en praktische SOP's als de grondslag van versterkte PSSM, in overeenstemming met internationale normen inzake goede praktijken; |
c) |
rechtstreekse steun aan de uitvoering van voorraadbeheer, onder meer door herstel van opslaginstallaties, vernietiging van overtollige, verouderde of illegale SALW en het uittesten van nieuwe technologieën. |
3. Resultaten
De actie zal de onderstaande resultaten opleveren:
a) |
Adequate wetgevings- en administratieve normen voor PSSM. |
b) |
Betere PSSM van SALW door middel van het upgraden van de opslagplaatsen. |
c) |
Minder risico op ontvreemding en onbedoelde explosies van overtollige, verouderde en illegale SALW en munitie, dank zij de vernietiging ervan. |
d) |
Betere markering, tracering en registratie van SALW. |
e) |
Intensievere regionale samenwerking en informatie-uitwisseling. |
f) |
Vaststelling van mogelijkheden voor het gebruik van nieuwe technologieën op het vlak van PSSM. |
g) |
Meer nationale capaciteit en verantwoordelijkheid inzake PSSM in de begunstigde landen. |
h) |
Meer begrip kweken voor de bijdrage van PSSM tot de regionale veiligheid. |
i) |
Bijdragen tot het verminderen van het risico op regionale destabilisering, die kan worden veroorzaakt door de buitensporige accumulatie van SALW en munitie daarvoor of doordat SALW terechtkomen bij niet-overheidsactoren, zoals terroristische groeperingen. |
4. Omschrijving van de actie
4.1. Wilton Park Conference over PSSM in de Sahel
Doelstellingen
Een gelegenheid bieden voor het uitwisselen van ervaringen en het genereren van de noodzakelijke politieke betrokkenheid bij de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van het project.
Beschrijving
Organisatie van een conferentie door Wilton Park en het UNREC, met als doel de gevolgen van de onbeveiligde Libische voorraden voor de wapenbeveiliging in de Sahel te bespreken, en strategieën te ontwikkelen om omleiding van en illegale handel in SALW en munitie die eigendom zijn van de overheid, te voorkomen door de PSSM ervan te verbeteren. De conferentie biedt tevens de gelegenheid om de balans op te maken van de geboekte vooruitgang op het gebied van PSSM in de Sahel-regio, meer bepaald in het kader van internationale bijstand, de concrete behoeften van de landen te bespreken, de relevante lopende acties in kaart te brengen en na te gaan welke tekortkomingen moeten worden aangepakt. Bovendien zal de conferentie worden benut om synergieën te verkennen met andere door de EU gesteunde instrumenten voor de beheersing van SALW, waaronder het mondiale bewakingsmechanisme „iTrace” (dat wordt gefinancierd uit hoofde van Besluit 2013/698/GBVB), in overleg met de begunstigde landen. Deelname is alleen mogelijk op uitnodiging, en er zal worden gestreefd naar participatie op hoog niveau van de zes staten van de Sahel-regio (Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Niger en Nigeria), alsmede van Libië, andere relevante buurlanden en de ECOWAS, de CEEAC en de Afrikaanse Unie (AU).
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
Aan de conferentie van Wilton Park zal volgens plan worden deelgenomen door relevante belanghebbenden, onder wie vertegenwoordigers van de zes doellanden (maximaal 40 deelnemers).
4.2. Herziening van wetgeving en administratieve procedures en overleg op het gebied van PSSM
4.2.1. Nationaal overleg over PSSM-procedures en ter bepaling van proeflocaties
Doelstellingen
a) |
Een duidelijk inzicht verwerven in het wetgevend en administratief kader voor PSSM per land en in de regio. |
b) |
In de landen zonder een geactualiseerd regelgevingskader, aanbevelingen doen over wetgeving en procedures om te voldoen aan internationale voorschriften in juridisch bindende internationale instrumenten (bijvoorbeeld het VN-protocol inzake vuurwapens, het ECOWAS-Verdrag inzake SALW (1) en het Verdrag van Kinshasa inzake SALW (2)), het VN-actieprogramma betreffende de illegale handel in SALW, het internationaal traceringsinstrument, de IATG en de ISACS, alsmede aan andere relevante normen en instrumenten. |
c) |
Prioritaire opslagfaciliteiten in kaart brengen die zullen dienen als proeflocaties, in overeenstemming met de nationale prioriteiten, en, in voorkomend geval, rekening houdend met de beschikbare informatie over patronen van omleiding en illegale handel. |
Beschrijving
In samenwerking met de nationale overheden in de zes staten van de Sahel-regio (Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Niger en Nigeria) zal het UNREC alle bestaande wetgeving in verband met PSSM alsmede de administratieve en operationele standaardprocedures beoordelen, waarbij ten volle gebruik zal worden gemaakt van reeds beschikbare beoordelingen en rekening zal worden gehouden met lopende regionale en bilaterale projecten ter ondersteuning van wetgevingshervormingen op het gebied van SALW, om dubbel werk en overlappingen te voorkomen.
Juridische deskundigen van het UNREC zullen de betrokken vakministeries, wetgevers en hoge rechtshandhavings- en defensieambtenaren ondersteunen bij de herziening van nationale wetgeving en administratieve procedures, om ervoor te zorgen dat internationale juridische verplichtingen en internationale technische normen, met name de ISACS en de IATG, worden opgenomen in het nationale regelgevingskader.
Steun op dit gebied moet op verzoek van de landen worden verleend en in de eerste plaats gericht zijn op aanpassing aan internationale PSSM-normen, rekening houdend met andere lopende initiatieven in het kader waarvan bijstand of advies inzake bredere wapenbeheersing of veiligheidssectoraangelegenheden worden verstrekt.
Het UNREC zal nationale workshops organiseren met hooggeplaatste vertegenwoordigers van nationale defensie, rechtshandhaving en andere civiele instanties die zich bezighouden met de beveiliging met betrekking tot SALW. Het ligt in de bedoeling dat de deelnemers zich gezamenlijk zullen beraden op de bevindingen en aanbevelingen van de beoordeling, tot overeenstemming zullen komen over de verschillende maatregelen die moeten worden genomen en aanbevelingen zullen formuleren die door middel van wetswijzigingen of administratieve decreten kunnen worden doorgevoerd.
Tijdens het nationaal overleg worden prioritaire opslagfaciliteiten in kaart gebracht die zullen dienen als proeflocaties. Daarbij kan worden gedacht aan één in elke hoofdstad, één in een belangrijke provinciale hub, één in een plattelandsgebied en/of één in een grensstreek (landgrens, haven of luchthaven), alsmede aan belangrijke transportroutes voor SALW en munitie die eigendom zijn van de overheid. Waar mogelijk en passend moet bij de keuze van prioritaire opslagfaciliteiten rekening worden gehouden met beschikbare informatie over patronen van omleiding en illegale handel, en voorrang te worden gegeven aan voorraden waarvan is vastgesteld dat zij bijdragen tot de instabiliteit van de regio.
Het UNREC stelt één definitief beoordelingsverslag per land op, met een beschrijving van de aanbevelingen op het gebied van wetgeving en procedures die vereist zijn om te voldoen aan internationale voorschriften. In deze verslagen wordt de feedback van nationale autoriteiten en andere belanghebbenden uit de zes doellanden verwerkt.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
Per land (zes in totaal) wordt een verslag opgesteld over het bestaande wetgevend en administratief kader voor PSSM, met aanbevelingen om de lacunes met internationale ontwapeningsinstrumenten te dichten. |
b) |
Er worden zes nationale workshops georganiseerd, één in elk doelland. |
c) |
Er worden ten hoogste 18 opslagfaciliteiten (drie per land) vastgesteld die zullen dienen als proeflocaties. |
4.2.2. Regionaal overleg over PSSM-procedures
Doelstellingen
a) |
De uitwisseling van informatie en ervaring inzake PSSM-procedures op regionaal niveau faciliteren op basis van de nationale beoordelingen die overeenkomstig punt 4.2.1 worden uitgevoerd. |
b) |
Het gebruik van de ISACS en de IATG onder nationale en regionale belanghebbenden bevorderen. |
Beschrijving
Op basis van de beoordeling op nationaal niveau (punt 4.2.1) zal regionaal overleg met hooggeplaatste vertegenwoordigers van de zes regeringen plaatsvinden, met het oog op het uitwisselen van informatie over de nationale bevindingen en het delen van ervaring en beste praktijken. Vertegenwoordigers van de bevoegde regionale en subregionale organisaties (Afrikaanse Unie, ECOWAS, CEEAC, RECSA), VN-agentschappen die deelnemen aan het mechanisme tot coördinatie van de actie op het gebied van handvuurwapens (CASA), bevoegde deskundigen van de Unie en haar lidstaten (ook uit missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid) en senior deskundigen van buiten de regio, zullen eveneens worden verzocht hun ervaringen te delen.
Het UNREC zal een verslag opstellen over de bevindingen van de regionale overlegworkshop.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
Er vindt één regionaal overleg over PSSM-procedures plaats. |
b) |
Verslag over de regionale overlegworkshop. |
4.3. Fysieke beveiliging en voorraadbeheer (PSSM)
4.3.1. Beoordeling van PSSM in nationale opslagplaatsen voor conventionele wapens en tijdens het vervoer van SALW en munitie
Doelstellingen
a) |
De voor steekproeven geselecteerde faciliteiten gedetailleerd en praktisch beoordelen, met als doel een inventaris op te maken van huidige praktijken, fysieke beveiliging en overtollige, verouderde of illegale wapens en munitie. |
b) |
Praktische kennis en vaardigheden inzake PSSM-procedures overdragen overeenkomstig internationale normen voor beste praktijken. |
Beschrijving
Op basis van de bevindingen van de nationale overlegworkshops zullen deskundigen, onder de coördinatie van het UNREC, van de UNMAS en van de MAG, de voor steekproeven geselecteerde faciliteiten gedetailleerd en praktisch beoordelen aan de hand van de ISACS en de IATG, met als doel huidige praktijken en punten van zorg in kaart te brengen. Op deze proeflocaties zullen deskundigen tevens de huidige nationale praktijken bezien in het licht van de bestaande nationale wetgeving en procedures, en zo nodig de herziening ervan voorstellen.
Deskundigen van de UNMAS en de MAG zullen hun werk verrichten in landen waar operaties van hen gaande zijn. De UNMAS zal werken in Mali in het kader van zijn huidige operatie en mandaat in het land, en de MAG zal actief zijn in Burkina Faso, Tsjaad, Mauritanië, Niger en Nigeria. De activiteiten vinden plaats in samenwerking met de nationale SALW-commissies. Zij omvatten een beoordeling van de geschiktheid van de infrastructuur en de fysieke beveiliging, de omstandigheden waarin SALW en munitievoorraden worden opgeslagen, en de huidige praktijken voor het vervoer ervan. Met de steun van en in overleg met de nationale autoriteiten worden tevens overtollige, verouderde of illegale conventionele wapens en munitie in de opslagplaatsen geïdentificeerd. Bovendien worden de kwalificaties en de capaciteiten van het personeel in de opslagplaatsen beoordeeld om eventuele opleidingsbehoeften vast te stellen. Bij deze beoordelingen zal gebruik worden gemaakt van het ISACS Assessment Tool en het MAG's Armoury Risk Assessment Tool. Op verzoek van de betrokken begunstigde staat kunnen ad-hocopleidingen over PSSM op de voor steekproeven geselecteerde faciliteiten worden gegeven om te voorzien in dringende behoeften.
De beveiligingssituatie in de betrokken doellanden verschilt. Het niveau van de lopende activiteiten op PSSM-gebied verschilt per land, afhankelijk van de nationale middelen die zij ter beschikking hebben en de steun die zij ontvangen van internationale donoren en partners. Om profijt te trekken van huidige inspanningen en beste praktijken in kaart te brengen, zal de PSSM-component van het project in twee landen van start gaan en vervolgens gefaseerd worden uitgebreid naar de andere landen.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
Tot 18 opslagplaatsen in de zes doellanden (drie per land) worden bezocht en beoordeeld. |
b) |
Tot 18 opleidingssessies (drie per land) over beste normen voor PSSM worden op voor steekproeven geselecteerde faciliteiten georganiseerd ten behoeve van landen die capaciteitsopbouw wensen op het gebied van fysieke beveiliging en voorraadbeheer. |
4.3.2. Aanpassing van de voor steekproeven geselecteerde faciliteiten en markering van SALW
Doelstellingen
a) |
Proefopslagfaciliteiten aanpassen zodat zij voldoen aan de normen en richtsnoeren (ISACS en IATG), en het risico op omleiding van wapens en munitie verkleinen. |
b) |
Waar nodig onmiddellijk goedkope efficiënte ingrepen uitvoeren om de proefopslagfaciliteiten te beveiligen (bijvoorbeeld het aanbrengen van deuren, sloten, enz.) |
c) |
De markering en registratie van wapens bevorderen op basis van beste praktijken, en tevens een beroep doen op capaciteiten die in het kader van eerdere en lopende bijstandsprogramma's zijn opgebouwd om dubbel werk te vermijden. |
d) |
Helpen bij de ontwikkeling of verbetering van nationale centrale wapendatabanken met behulp van bestaande, door het UNREC ontwikkelde software, in overeenstemming met internationale normen voor beste praktijken als omschreven in internationale ontwapeningsinstrumenten, en in overleg met relevante actoren die de landen in de regio daarbij helpen, bijvoorbeeld het VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) en het RECSA. |
Beschrijving
In samenwerking met het UNREC en met deskundigen van de UNMAS en van de MAG zullen deskundigen desgevraagd onmiddellijk ingrepen uitvoeren. Na deze eerste actie zullen de beoordeelde opslagplaatsen (wapenarsenalen en munitiedepots) overeenkomstig de ISACS en de IATG worden aangepast om voorraden van de overheid te beveiligen tegen omleiding, diefstal en aanvallen. De plannen en documenten die met het oog op de aanpassing zijn opgesteld, zullen worden uitgewerkt tot modeldocumentatie voor de aanpassing en de constructie van andere wapenarsenalen en munitiedepots. Voor elke proeflocatie zullen de omvang van de ingreep en de redenen voor de aanpassings- of constructiewerkzaamheden worden gebaseerd op de resultaten van de beoordeling.
Het UNREC zal met de nationale autoriteiten samenwerken zodat in de depots opgeslagen SALW worden gemarkeerd en geregistreerd in overeenstemming met de ISACS, met gebruikmaking van bestaande capaciteiten in de subregio. Het UNREC zal tevens een nauwkeurig en uitgebreid systeem voor het beheer van wapen- en munitieopslagplaatsen ontwikkelen dat in overeenstemming is met de behoeften van de betrokken landen, rekening houdt met bestaande systemen en dubbel werk voorkomt. Daardoor zullen conventionele wapens en munitie op betrouwbare wijze kunnen worden beoordeeld en geregistreerd en is transparantie verzekerd, waarbij rekening wordt gehouden met de bestaande ICT-infrastructuur en wordt gezorgd voor compatibiliteit met iARMS van INTERPOL en voor interoperabiliteit tussen de landen. Op die manier wordt de grensoverschrijdende samenwerking bij het traceren van wapens en de voorkoming van de illegale handel in SALW gefaciliteerd.
De markering, de registratie en het voorraadbeheer van SALW zullen worden gebaseerd op recente en huidige SALW-markeringsactiviteiten in de subregio, gefinancierd in het kader van Besluit 2011/428/GBVB en het EU-instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede. Daarbij zal een beroep worden gedaan op de ervaring van het UNREC dat soortgelijke activiteiten verricht in postconflictlanden in de subregio.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
Tot 18 proeflocaties voldoen aan internationale normen voor beste praktijken inzake PSSM. |
b) |
Ongemarkeerde wapens in de proefopslagplaatsen worden gemarkeerd en geregistreerd. |
c) |
Er wordt ten behoeve van elk land een databank ontwikkeld (of verbeterd) voor het registreren van gemarkeerde en andere wapens. |
4.3.3. Vernietiging van overtollige munitie en SALW
Doelstellingen
Bijdragen tot de vernietiging van de overtollige, verouderde of illegale wapens in het land.
Beschrijving
Onder de coördinatie van het UNREC en met de technische bijstand van de UNMAS en de MAG (in de landen waar deze actief zijn), worden SALW en munitie die in de beoordeelde opslagplaatsen als overtollig, verouderd of illegaal zijn aangemerkt, door de bevoegde nationale autoriteiten vernietigd conform ISACS 05.50 en IATG 10.10. Van het resultaat van de beoordeling hangt af welke uitrusting ter vernietiging moet worden aangeboden en hoeveel wapens moeten worden vernietigd.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
Vernietiging van daartoe aangewezen wapens. |
b) |
Praktische kennis over technieken voor de vernietiging wordt verstrekt aan de nationale autoriteiten in de doellanden. |
4.3.4. Uittesten van nieuwe technologieën
Doelstellingen
Beoordelen van het potentiële gebruik van nieuwe technologieën ter beveiliging van SALW, die inspelen op de behoeften van de regio.
Beschrijving
Een beperkte PSSM-infrastructuur maakt landen bijzonder kwetsbaar voor omleiding van SALW wanneer deze worden opgeslagen in kleine wapenarsenalen op afgelegen locaties, onder meer in onstabiele grensregio's, en gedurende de overbrenging. Van een wapen dat door roof, diefstal of plundering in handen komt van een niet-overheidsactor, kan misbruik worden gemaakt indien het niet is beveiligd.
Met nieuwe mobiele en flexibele technologieën kunnen SALW in de gevallen waarin het risico op omleiding het hoogst is, doeltreffend worden beveiligd. Op die manier kunnen passende kosteneffectieve oplossingen worden uitgewerkt voor lidstaten die niet beschikken over een uitgebreide infrastructuur voor wapenbeveiliging.
Met elektronische middelen kunnen de beveiliging en de veiligheid van handvuurwapens extra worden vergroot. Het risico op omleiding van wapens door roof, diefstal of plundering kan aanzienlijk worden verkleind door gebruik te maken van een systeem dat ervoor zorgt dat een wapen beveiligd is vanaf het punt van vertrek uit een beveiligd wapenarsenaal, tijdens het transport en gedurende de tijdelijke opslag tot het punt van aankomst op een beveiligde eindbestemming. In geval van elektronische systemen waarmee een wapen gedurende de overbrenging en tijdelijke opslag wordt vergrendeld en gedeactiveerd, kan gebruik worden gemaakt van vergrendelingen met digitale, biometrische of radiofrequentiecodes om de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer op de meest kwetsbare punten te verbeteren. Digitale sleutels zouden tijdens het transport niet beschikbaar zijn, aangezien deze via andere communicatiemiddelen zoals e-mails of sms-berichten aan de bevoegde personen kunnen worden doorgegeven. Dankzij deze beschermingsmiddelen zouden onbevoegde personen geen gebruik kunnen maken van wapens die als gevolg van diefstal, roof of plundering naar de illegale markt zijn omgeleid.
Het UNREC zal zich belasten met de beoordeling van het potentieel van nieuwe technologieën ter beveiliging van SALW, die overleg plegen met regionale organisaties en nationale SALW-commissies en samenwerken met de industrie. Tevens zal rekening worden gehouden met de ervaring die buurlanden in de subregio tijdens het proces van ontwapening, demobilisatie en reïntegratie hebben opgedaan met het gebruik van slimme technologie voor de beveiliging van wapens (bijvoorbeeld de casestudy van Ivoorkust).
Bij de beoordeling zullen ook faciliteiten en transportroutes in Burkina Faso en Tsjaad in kaart worden gebracht voor het uittesten van de mogelijkheden van dergelijke technologie. Deze vorm van opslag van conventionele wapens en munitie en dergelijke wapenbeveiligingstechnologie (onder meer voor transport) zullen in maximaal vier opslagplaatsen worden ingevoerd.
De resultaten van de evaluatie en de proefactiviteit zullen dienen als basis voor een leidraad met een stappenplan voor de lange termijn voor het mogelijke gebruik van dergelijke nieuwe technologieën in Afrika, en zij zullen worden gedeeld met alle landen in de Sahel-regio, met regionale en subregionale organisaties en op internationale technische conferenties en vergaderingen.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
Verslag over de beoordeling van het gebruik van nieuwe technologieën, met aanduiding van technologieën die moeten worden uitgetest en van vier proeflocaties en transportroutes in Burkina Faso en Tsjaad. |
b) |
Uittesten van nieuwe technologieën op vier locaties, twee in Burkina Faso en twee in Tsjaad, en op transportroutes. |
c) |
Verslag over de resultaten van de proefprojecten. |
4.4. Vaststellen van nationale normen in overeenstemming met de IATG en de ISACS
Doelstellingen
a) |
Beheer van wapens en munitie verbeteren. |
b) |
Opstellen en valideren van nationale SOP's voor PSSM die in overeenstemming zijn met internationale normen voor beste praktijken, waardoor de beveiliging en de veiligheid van voorraden conventionele wapens en munitie worden verbeterd. |
Beschrijving
Op basis van de resultaten van de beoordeling en het overleg (zie punt 4.2), en de ervaring die is opgedaan met de praktische evaluatie en de aanpassingswerkzaamheden (zie punt 4.3), zal het UNREC de begunstigde landen bijstaan bij de verdere herziening en, in voorkomend geval, de opstelling van nationale handleidingen, richtsnoeren en SOP's voor PSSM, teneinde deze in overeenstemming te brengen met de ISACS, de IATG en regionale en subregionale wetgeving. De PSSM SOP's zullen eveneens betrekking hebben op rapportageverplichtingen uit hoofde van internationale instrumenten.
Voordat de SOP's nationaal worden toegepast zal het UNREC in ieder land validatieworkshops voor de SOP's organiseren — één op hoog technisch niveau en één op hoog beleidsniveau. Het programma voor de workshops omvat een evaluatiecomponent welke bedoeld is om de verschillende activiteiten die reeds in elk land hebben plaatsgevonden te beoordelen. In het kader van de invoering van de nieuwe SOP's zullen in ieder land workshops „opleidingen van opleiders” worden georganiseerd door het UNREC en de uitvoerende partijen.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
Er worden SOP's voor PSSM ontwikkeld ten behoeve van de doellanden. |
b) |
Er worden in de zes doellanden workshops georganiseerd op technisch niveau en op hoog beleidsniveau. |
c) |
Per land zal er één SOP-workshop „opleiding van opleiders” worden georganiseerd, met ten hoogste 35 deelnemers. |
4.5. Beoordeling en perspectieven
4.5.1. Regionale beoordeling
Doelstellingen
a) |
De gevolgen of mogelijke gevolgen na de uitvoering van het project analyseren. |
b) |
Alle maatregelen die in het kader van het project zijn genomen, evalueren; goede praktijken, tekortkomingen en gebieden voor toekomstige activiteiten in kaart brengen. |
Beschrijving
Gedurende het project zal het UNREC regelmatig follow-upbezoeken aan de faciliteiten afleggen, zodat het gebruik en de praktijk op termijn kunnen worden beoordeeld en deskundigen permanent in overleg kunnen treden met leidinggevend personeel.
De bevindingen van de nationale evaluaties zullen worden besproken op een regionale vergadering, waaraan wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van de zes staten van de Sahel-regio, donoren, CASA-agentschappen, de betrokken regionale organisaties (AU, ECOWAS, CEEAC, RECSA), de relevante deskundigen van de Unie en haar lidstaten (ook uit missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid) en het maatschappelijk middenveld. Er zal worden nagegaan op welke gebieden beste praktijken tussen de landen van de Sahel-regio kunnen worden uitgewisseld, zoals initiatieven ter verbetering van het civiel toezicht, en er zullen perspectieven voor toekomstige grensoverschrijdende samenwerking inzake PSSM worden geschetst.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
a) |
De landenbezoeken en missies door projectpersoneel in het kader van andere activiteiten omvatten een evaluatie- en monitoringcomponent. |
b) |
Om de zes maanden vinden er follow-upmissies plaats. |
c) |
Er vindt een regionale vergadering over de projectresultaten plaats. |
4.5.2. Eindverslag
Doelstellingen
a) |
De gevolgen of mogelijke gevolgen na de uitvoering van het project analyseren en feedback van belanghebbenden en nationale autoriteiten integreren. |
b) |
Alle maatregelen die in het kader van het project zijn genomen, evalueren; goede praktijken, tekortkomingen en gebieden voor toekomstige activiteiten in kaart brengen. |
Beschrijving
Het UNREC zal een eindverslag opstellen met een samenvatting, een overzicht van de resultaten van de nationale en regionale workshops, nationale wetgeving, administratieve procedures en SOP's, en met de bevindingen van de proefactiviteit op het gebied van nieuwe technologie voor wapens en voorraadbeheer. Het verslag gaat tevens vergezeld van de modelplannen en -documenten voor de aanpassing van wapenarsenalen en munitiedepots.
Resultaat/uitvoeringsindicatoren
Het eindverslag wordt opgesteld en verspreid.
5. Looptijd
De totale duur van uitvoering van de projecten wordt op 36 maanden geraamd.
6. Begunstigden
De directe begunstigden van het project zijn de nationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor SALW-beheersing en PSSM in Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Niger en Nigeria, zoals de ministeries van Defensie en Veiligheid, alsmede de nationale commissies (of comités) voor SALW.
Indirecte begunstigden zijn onder meer de burgerbevolking van de zes staten van de Sahel-regio, buurlanden en hun bevolking, de AU, Afrikaanse subregionale organisaties, en alle staten die profijt zullen trekken van de geleerde lessen van dit project.
7. Uitvoeringsorgaan
De activiteiten zullen worden uitgevoerd door het UNODA via zijn regionaal centrum voor ontwapening UNREC, in samenwerking met:
a) |
Nationale steunpunten en nationale commissies voor handvuurwapens en lichte wapens van Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Niger en Nigeria. |
b) |
DPKO/UNMAS. |
c) |
MAG. |
d) |
De ISACS Inter-Agency Support Unit. |
e) |
Wilton Park. |
De eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze actie ten aanzien van de Commissie ligt bij het UNODA.
8. Partnerschappen en synergieën
Tijdens de uitvoering van het project zal het UNREC vergaderingen beleggen met de EU-delegaties en de ambassades van de lidstaten in de zes staten van de Sahel-regio, en hen regelmatig informeren over de activiteiten die in elk land in het kader van het project worden ontplooid. De EU-delegaties en de vertegenwoordigers van de lidstaten worden vooraf in kennis gesteld van projectactiviteiten (bijvoorbeeld workshops) en zij worden uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Het UNREC zal tevens overleg plegen en in voorkomend geval samenwerken met de GVDB-missies van de Europese Unie EUCAP Sahel Niger en EUCAP Sahel Mali.
Voorts zal het UNREC zorgen voor coördinatie met andere partners om dubbel werk te voorkomen en na te gaan op welke gebieden kan worden samengewerkt en kan worden gestreefd naar complementariteit ter ondersteuning van de doelstellingen van het project. Tot deze partners behoren onder meer: de AU, Afrikaanse regionale organisaties (waaronder ECOWAS, CEEAC, RECSA), de NAVO, de landenteams van de VN, UNODC, de technische en financiële partners die actief zijn op het gebied van beveiliging, internationale ngo's (waaronder Small Arms Survey, Handicap International, het Parlementair Forum voor handvuurwapens en lichte wapens en de Parlementsleden voor mondiale actie), de Multinationale groep handvuurwapens en munitie (MSAG) en de industrie.
Tot slot zullen het UNREC en de andere uitvoerende partners overleg plegen met entiteiten die betrokken zijn bij het onderzoek naar omleiding en illegale handel, onder meer door illegale SALW en munitie in de Sahel-regio te traceren en op te sporen. Daartoe behoren onder meer deskundigen van VN-deskundigenpanels die toezicht houden op wapenembargo's, wapendeskundigen die deel uitmaken van VN-vredesoperaties, het Small Arms Survey en Conflict Armament Research (het mondiale bewakingsmechanisme „iTrace” dat wordt ondersteund uit hoofde van Besluit 2013/698/GBVB). Het UNREC zal tevens de bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen aanmoedigen om gebruik te maken van het door de EU gefinancierde „illicit arms records and tracing management system” van INTERPOL („iARMS”).
9. Uitvoeringsbureau: redenen voor de keuze
Het UNODA speelt een centrale rol bij het stimuleren van ontwapeningsinspanningen op het gebied van conventionele wapens, zoals SALW. Het levert een belangrijke bijdrage tot het bevorderen van de doeltreffende uitvoering — op nationaal, regionaal en mondiaal niveau — van multilateraal overeengekomen normatieve kaders zoals het actieprogramma van de VN inzake SALW en het internationaal traceringsinstrument. De Unie streeft ernaar de vruchtbare samenwerking met het UNODA voort te zetten.
Het UNREC, dat deel uitmaakt van het UNODA, heeft veel ervaring met het verlenen van steun aan landen in de Sahel en het maatschappelijk middenveld bij de uitvoering van internationale en regionale instrumenten voor SALW-beheersing, overeenkomstig het mandaat dat het heeft gekregen van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om op verzoek substantiële steun te verlenen aan initiatieven en andere inspanningen van Afrikaanse lidstaten met het oog op de totstandbrenging van vredesmaatregelen, wapenbeperking en ontwapening in de regio (Resolutie 40/151 G van 16 december 1985). Het UNREC heeft reeds gesprekken gevoerd met de potentiële begunstigde landen om hun instemming te verkrijgen, en het heeft wapenbeheersingsprojecten lopen in drie van de doellanden. Het verkeert derhalve in een unieke positie om uitvoering te geven aan dit besluit.
10. Zichtbaarheid van de EU
Het UNREC zal er met passende maatregelen voor zorgen dat er bekendheid aan wordt gegeven dat de Europese Unie de actie heeft gefinancierd. Deze maatregelen worden uitgevoerd in overeenstemming met het handboek betreffende communicatie en zichtbaarheid voor extern optreden van de Europese Unie, dat is opgesteld en gepubliceerd door de Commissie, en met alle andere richtsnoeren die tussen de Commissie en de VN worden overeengekomen.
Indicatief tijdschema
Totale looptijd: 36 maanden
Activiteit |
Voorgesteld tijdschema |
||
|
januari – maart 2015 (conferentie in februari 2015) |
||
|
januari - december 2015 |
||
|
januari - september 2015 |
||
|
oktober - december 2015 |
||
|
juli 2015 - juni 2017 |
||
|
juli 2015 - juni 2017 |
||
|
juli 2015 - juni 2017 |
||
|
juli 2015 - juni 2017 |
||
|
januari - juni 2017 |
||
|
januari - december 2017 |
||
|
juli - december 2017 |
||
|
juli - december 2017 |
||
|
oktober - december 2017 |
(1) Burkina Faso, Mali, Niger en Nigeria zijn partij bij het ECOWAS-Verdrag.
(2) Tsjaad heeft het Verdrag van Kinshasa op 8 augustus 2012 geratificeerd.