Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0685

    Zaak C-685/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juni 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Oberösterreich — Oostenrijk) — Online Games Handels GmbH e.a./Landespolizeidirektion Oberösterreich (Prejudiciële verwijzing — Artikel 49 VWEU — Vrijheid van vestiging — Artikel 56 VWEU — Vrij verrichten van diensten — Kansspelen — Beperkende regeling van een lidstaat — Punitieve bestuurlijke sancties — Dwingende vereisten van algemeen belang — Evenredigheid — Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Artikel 47 — Recht op effectieve rechterlijke bescherming — Nationale regeling op grond waarvan de rechter in het kader van de vervolging van bestuursrechtelijk bestrafte overtredingen de bij hem aanhangige feiten ambtshalve moet onderzoeken — Verenigbaarheid)

    PB C 277 van 21.8.2017, p. 10–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.8.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 277/10


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juni 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Oberösterreich — Oostenrijk) — Online Games Handels GmbH e.a./Landespolizeidirektion Oberösterreich

    (Zaak C-685/15) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Artikel 49 VWEU - Vrijheid van vestiging - Artikel 56 VWEU - Vrij verrichten van diensten - Kansspelen - Beperkende regeling van een lidstaat - Punitieve bestuurlijke sancties - Dwingende vereisten van algemeen belang - Evenredigheid - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 47 - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Nationale regeling op grond waarvan de rechter in het kader van de vervolging van bestuursrechtelijk bestrafte overtredingen de bij hem aanhangige feiten ambtshalve moet onderzoeken - Verenigbaarheid))

    (2017/C 277/12)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landesverwaltungsgericht Oberösterreich

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Online Games Handels GmbH, Frank Breuer, Nicole Enter, Astrid Walden

    Verwerende partij: Landespolizeidirektion Oberösterreich

    Dictum

    De artikelen 49 en 56 VWEU, zoals met name uitgelegd in het arrest van 30 april 2014, Pfleger e.a. (C-390/12, EU:C:2014:281), gelezen in het licht van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale procedurele regeling op grond waarvan de rechter die in het kader van een bestuursrechtelijke strafprocedure een uitspraak moet doen over de verenigbaarheid met het Unierecht van een regeling waarbij de uitoefening van een fundamentele vrijheid van de Europese Unie wordt beperkt, zoals de vrijheid van vestiging of de vrijheid van dienstverrichting binnen de Europese Unie, de feiten van de bij hem aanhangige zaak ambtshalve moet onderzoeken in het kader van de vaststelling van het bestaan van bestuursrechtelijke overtredingen, mits een dergelijke regeling er niet toe leidt dat die rechter zich in de plaats moet stellen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat, die het nodige bewijs moeten overleggen teneinde die rechter in staat te stellen na te gaan of die beperking gerechtvaardigd is.


    (1)  PB C 118 van 4.4.2016.


    Top