Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D2276

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2276 van de Commissie van 15 december 2016 betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader voor centrale tegenpartijen in Brazilië overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad

    C/2016/8340

    PB L 342 van 16.12.2016, p. 61–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/2276/oj

    16.12.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 342/61


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/2276 VAN DE COMMISSIE

    van 15 december 2016

    betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader voor centrale tegenpartijen in Brazilië overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 25, lid 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De procedure voor de erkenning van in derde landen gevestigde centrale tegenpartijen (hierna „CTP's” genoemd) die in artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 is vastgesteld, is bedoeld om CTP's die zijn gevestigd en een vergunning hebben gekregen in derde landen waarvan de reguleringsnormen gelijkwaardig zijn aan die welke in genoemde verordening zijn vastgesteld, de mogelijkheid te bieden clearingdiensten te verrichten voor clearingleden of handelsplatformen die in de Unie zijn gevestigd. Die erkenningsprocedure en de gelijkwaardigheidsbesluiten waarin wordt voorzien, dragen zodoende bij tot het bereiken van de overkoepelende doelstelling van Verordening (EU) nr. 648/2012 om het systeemrisico te verminderen door meer gebruik te maken van veilige en solide CTP's voor de clearing van over-the-counter (otc) derivatencontracten, ook als die CTP's in een derde land zijn gevestigd en daar een vergunning hebben gekregen.

    (2)

    Om een rechtstelsel van een derde land als gelijkwaardig aan het rechtsstelsel van de Unie aan te merken wat CTP's betreft, dient het concrete resultaat van het toepasselijke juridische en toezichthoudende kader gelijkwaardig te zijn aan dat van de Unievereisten wat de bereikte toezicht- en regelgevingsdoelstellingen betreft. Doel van deze gelijkwaardigheidstoetsing is daarom na te gaan of het juridische en toezichthoudende kader van Brazilië waarborgt dat CTP's die daar zijn gevestigd en een vergunning hebben gekregen, in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen niet blootstellen aan een hoger risiconiveau dan dat waaraan de CTP's die in de Unie een vergunning hebben gekregen, kunnen worden blootgesteld — en of ze bijgevolg geen onaanvaardbare niveaus van systeemrisico in de Unie opleveren. In het bijzonder dienen daarbij de aanzienlijk lagere risico's die verbonden zijn aan clearingactiviteiten die worden ontplooid op financiële markten die kleiner zijn dan de financiële markt van de Unie, in aanmerking te worden genomen.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moeten drie voorwaarden vervuld zijn om te kunnen verklaren dat het juridische en toezichthoudende kader van een derde land ten aanzien van CTP's die in dat land over een vergunning beschikken, gelijkwaardig is aan de vereisten die in die verordening zijn vastgelegd.

    (4)

    Volgens de eerste voorwaarde moeten CTP's die in een derde land over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

    (5)

    De juridisch bindende vereisten van Brazilië voor CTP's die daar een vergunning hebben gekregen, zijn vervat in wet nr. 10214 van 27 maart 2001 en op grond daarvan uitgevaardigde besluiten (resoluções) van de Conselho Monetário Nacional (CMN), circulaires van de Banco Central do Brasil (BCB) en instructies van de Comissão de Valores Mobiliários (CVM). Meer bepaald worden in besluit nr. 2882, als gewijzigd bij besluit nr. 3081, de activiteiten van clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten geregeld, worden de beginselen uiteengezet die gelden voor het functioneren van clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten, en wordt de BCB gemachtigd tot reglementering van, vergunningverlening aan en toezicht op clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten.

    (6)

    Clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten die in Brazilië zijn gevestigd, dienen over een vergunning van de BCB te beschikken om clearingdiensten te verlenen. Bij haar onderzoek met het oog op het verlenen van een vergunning aan een clearinghuis of verrichter van clearingdiensten, moet de BCB rekening houden met de gezondheid, het normale functioneren en de verbetering van het Braziliaanse betalingssysteem. De BCB kan ook „de voorwaarden die zij passend acht” bepalen voordat zij een vergunning verleent of achteraf, op grond van de stabiliteit van het financiële bestel, het risico en de doelmatigheid van clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten. Clearinghuizen die een systeemrelevant systeem opereren dat risico's inhoudt voor de sterkte en het soepele functioneren van het Braziliaanse financiële bestel (hetgeen door de BCB moet worden nagegaan aan de hand van het volume en de aard van de clearingsystemen), kunnen worden onderworpen aan andere regels dan de rest van de clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten.

    (7)

    De BCB heeft verschillende maatregelen vastgesteld om besluit nr. 2882 ten uitvoer te leggen en om te garanderen dat clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten zich houden aan de waarden, beginselen en regels die gelden voor het betalingssysteem. Meer bepaald bevat circulaire nr. 3057 nadere regels voor het functioneren van clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten en worden daarin diverse voorwaarden gesteld die deze in acht moeten nemen, zoals kapitaaleisen, transparantienormen, risicocontrolemaatregelen en operationele eisen. De BCB heeft beleidslijn nr. 25097 uitgevaardigd betreffende de vaststelling van de Principles for Financial Markets Infrastructures (hierna „PFMI's” genoemd), die in april 2012 zijn uitgevaardigd door het Committee on Payment and Settlement Systems (2) en de International Organization of Securities Commissions (IOSCO), waarmee de BCB de PFMI's in haar toezicht op en supervisie van clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten toepast.

    (8)

    Overeenkomstig circulaire nr. 3057 moeten clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten een intern reglement van orde opstellen dat de inachtneming van alle relevante voorwaarden waarborgt en dat alle relevante aspecten van hun taak bestrijkt, met inbegrip van veiligheidsmaatregelen ter beheersing van het krediet-, liquiditeits- en operationele risico. Dat intern reglement van orde wordt ingediend bij en moet eerst worden beoordeeld door de BCB tijdens de procedure voor vergunningverlening. Daarnaast moeten ook ingrijpende wijzigingen van het intern reglement van orde worden goedgekeurd door de BCB. Andere, niet-ingrijpende aanpassingen aan het intern reglement van orde moeten de BCB worden meegedeeld uiterlijk dertig dagen nadat deze aanpassingen zijn doorgevoerd, en de BCB kan zich daartegen verzetten.

    (9)

    De juridisch bindende vereisten voor CTP's met een vergunning in Brazilië hebben dus een tweeledige structuur. De kernbeginselen zijn vervat in wet nr. 10214 en de op grond daarvan vastgestelde besluiten, circulaires en instructies waarin hoge eisen worden gesteld waaraan clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten moeten voldoen, om een vergunning te krijgen voor het verlenen van clearingdiensten in Brazilië (hierna tezamen de „primaire regels” genoemd). Die primaire regels vormen het eerste niveau van de juridisch bindende vereisten in Brazilië. Om aan te tonen dat ze de primaire regels naleven, moeten clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten hun intern reglement van orde voorleggen aan de BCB die deze kan goedkeuren of er geen bezwaar tegen maakt. Dat intern reglement van orde omvat het tweede niveau van de juridisch bindende vereisten in Brazilië, die nadere voorschriften moeten bevatten over de wijze waarop clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten aan die normen moeten voldoen. De BCB zal de naleving van die normen en van de PFMI's door clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten nagaan. Na goedkeuring door de BCB wordt het intern reglement van orde juridisch bindend voor clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten.

    (10)

    Bij het beoordelen van de gelijkwaardigheid van het juridische en toezichthoudende kader voor clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten die in Brazilië zijn gevestigd, dient ook rekening te worden gehouden met de bereikte risicolimitering die dat oplevert in termen van het risiconiveau waaraan in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen worden blootgesteld als gevolg van hun deelneming in die entiteiten. De uitkomsten inzake risicolimitering worden bepaald door zowel het risiconiveau dat aan de door de betrokken CTP ontplooide clearingactiviteiten verbonden is (en dat afhankelijk is van de omvang van de financiële markt waarop deze opereert) als de geschiktheid van het voor CTP's geldende juridische en toezichthoudende kader voor het limiteren van dat risiconiveau. Om een gelijkwaardige uitkomst inzake risicolimitering te verkrijgen, zijn striktere vereisten inzake risicolimitering vereist voor CTP's die hun activiteiten ontplooien op grotere financiële markten waarvan het inherente risiconiveau hoger is, dan voor CTP's die hun activiteiten ontplooien op kleinere financiële markten waarvan het inherente risiconiveau lager is.

    (11)

    De financiële markt waarop clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten waaraan in Brazilië vergunning is verleend, hun clearingactiviteiten ontplooien, is aanzienlijk kleiner dan de markt waarop in de Unie gevestigde CTP's actief zijn. Met name de afgelopen drie jaar vertegenwoordigde de totale waarde van de in Brazilië geclearde derivatentransacties minder dan 3 % van de totale waarde van de in de Unie geclearde derivatentransacties. Daarom stelt deelneming in clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen aan aanzienlijk lagere risico's bloot dan wanneer ze deelnemen in CTP's waaraan in de Unie vergunning is verleend.

    (12)

    Bijgevolg kan het juridische en toezichthoudende kader dat op in Brazilië gevestigde clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten van toepassing is, als gelijkwaardig worden beschouwd wanneer dat passend is om dat lagere risiconiveau te limiteren. De primaire regels die van toepassing zijn op clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten waaraan in Brazilië vergunning is verleend, aangevuld met hun intern reglement van orde dat inachtneming van de PFMI's voorschrijft, limiteren het in Brazilië bestaande lagere risiconiveau en leveren een uitkomst inzake risicolimitering op die gelijkwaardig is aan die welke door Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt nagestreefd.

    (13)

    Derhalve dient te worden geconcludeerd dat het juridische en toezichthoudende kader van Brazilië waarborgt dat clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten die daar over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

    (14)

    Volgens de tweede voorwaarde van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet het juridische en toezichthoudende kader van Brazilië voor de CTP's die daar over een vergunning beschikken, voorzien in doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving ten aanzien van die CTP's.

    (15)

    De BCB monitort doorlopend de naleving door clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten van de op hen toepasselijke juridisch bindende vereisten. Daarnaast beschikt de BCB over diverse middelen om die naleving te verzekeren. Met name beschikt de BCB over de bevoegdheid om clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten om informatie te verzoeken, om waarschuwingen tot hen te richten en om hen te verzoeken bepaalde aanpassingen aan hun regels aan te brengen die nodig worden geacht. Voorts kan de BCB ook geldboetes opleggen voor inbreuken door clearinghuizen of verrichters van clearingdiensten van de op hen toepasselijke juridisch bindende vereisten en is zij zelfs bevoegd om hun vergunningen in te trekken.

    (16)

    Derhalve dient te worden geconcludeerd dat clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten waaraan in Brazilië een vergunning is verleend, onderworpen zijn aan doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving.

    (17)

    Volgens de derde voorwaarde van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet het juridische en toezichthoudende kader van Brazilië voorzien in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's waaraan uit hoofde van buitenlandse rechtsstelsels een vergunning is verleend (hierna „CTP's uit derde landen” genoemd).

    (18)

    CTP's die beschikken over een vergunning in een derde land waar het juridische en toezichthoudende kader uitkomsten oplevert die vergelijkbaar zijn met die van het in Brazilië toepasselijke juridische en toezichthoudende kader en die de PFMI's in acht nemen, en waar in dat land een gelijkwaardige regelgeving ter bestrijding van het witwassen van geld bestaat en CTP's onder effectief toezicht staan, mogen in Brazilië diensten verlenen. Ook moeten er samenwerkingsregelingen worden afgesloten tussen de BCB en de bevoegde buitenlandse autoriteit van de verzoekende CTP voordat de CTP kan worden erkend.

    (19)

    Derhalve dient te worden geconcludeerd dat het juridische en toezichthoudende kader van Brazilië wat betreft de erkenning van CTP's uit derde landen voorziet in een stelsel dat daadwerkelijk gelijkwaardig is.

    (20)

    Dit besluit is gebaseerd op de op het tijdstip van de vaststelling van dit besluit in Brazilië geldende juridisch bindende vereisten voor clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten. De Commissie dient de ontwikkeling van het juridische en toezichthoudende kader van Brazilië voor clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten en de inachtneming van de voorwaarden op grond waarvan dit besluit is genomen, regelmatig te blijven monitoren.

    (21)

    De regelmatige beoordeling van het juridische en toezichthoudende kader dat in Brazilië van toepassing is op CTP's die daar over een vergunning beschikken, dient voor de Commissie de mogelijkheid onverlet te laten om, naast de algemene beoordeling, te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij dit besluit erkende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Dit soort herbeoordeling kan tot de intrekking van dit besluit leiden.

    (22)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de toepassing van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt het in Brazilië van kracht zijnde juridische en toezichthoudende kader, dat bestaat uit wet nr. 10214 en de op grond daarvan vastgestelde besluiten, circulaires en instructies, als aangevuld door beleidslijn nr. 25097 betreffende de vaststelling van de Principles for Financial Markets Infrastructures voor het toezicht op centrale tegenpartijen die deelnemen aan het Braziliaanse betalingssysteem, en dat van toepassing is op clearinghuizen en verrichters van clearingdiensten, als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangemerkt.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 15 december 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

    (2)  Per 1 september 2014 is de naam van het Committee on Payment and Settlement Systems veranderd in Committee on Payment and Market Infrastructures (CPMI).


    Top