Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0115

Verordening (EU) nr. 115/2010 van de Commissie van 9 februari 2010 tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik van geactiveerd aluminiumoxide om fluoride uit natuurlijk mineraalwater en bronwater te verwijderen (Voor de EER relevante tekst)

PB L 37 van 10.2.2010, p. 13–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/115/oj

10.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/13


VERORDENING (EU) Nr. 115/2010 VAN DE COMMISSIE

van 9 februari 2010

tot vaststelling van de voorwaarden voor het gebruik van geactiveerd aluminiumoxide om fluoride uit natuurlijk mineraalwater en bronwater te verwijderen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (1), en met name op artikel 4, lid 1, onder c), en artikel 12, onder d),

Gezien het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Richtlijn 2003/40/EG van de Commissie van 16 mei 2003 tot vaststelling van de lijst, de grenswaarden voor de concentratie en de vermelding op het etiket van bestanddelen van natuurlijk mineraalwater en van de voorwaarden voor het gebruik van met ozon verrijkte lucht bij de behandeling van natuurlijk mineraalwater en bronwater (2) is een grens gesteld aan de hoeveelheid fluoride in natuurlijk mineraalwater. Voor bronwater is een soortgelijke grenswaarde vastgesteld in Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (3).

(2)

Om exploitanten in staat te stellen die richtlijnen na te leven, moet het hun toegestaan zijn fluoride uit natuurlijk mineraalwater en bronwater te verwijderen door behandeling met geactiveerd aluminiumoxide (hierna „de fluorideverwijderingsbehandeling” genoemd).

(3)

De fluorideverwijderingsbehandeling mag geen residuen aan het behandelde water toevoegen in concentraties die een risico voor de volksgezondheid kunnen vormen.

(4)

De fluorideverwijderingsbehandeling moet aan de bevoegde autoriteiten worden gemeld om deze autoriteiten de gelegenheid te geven de behandeling aan de nodige controles te onderwerpen.

(5)

De fluorideverwijderingsbehandeling moet op het etiket van het behandelde water worden vermeld.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad hebben zich daartegen verzet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Natuurlijk mineraalwater en bronwater mag een behandeling met geactiveerd aluminiumoxide, hierna „de fluorideverwijderingsbehandeling” genoemd, ondergaan om er fluoride uit te verwijderen.

Onder „water” wordt hierna natuurlijk mineraalwater en bronwater verstaan.

2.   De fluorideverwijderingsbehandeling wordt uitgevoerd overeenkomstig de technische voorschriften in de bijlage.

Artikel 2

De residuen die als gevolg van de fluorideverwijderingsbehandeling in het water achterblijven zijn beperkt tot het minimum dat technisch haalbaar is wanneer de beste praktijken worden toegepast en mogen geen risico voor de volksgezondheid vormen. Hiertoe verricht en controleert de exploitant de in de bijlage beschreven essentiële bewerkingen.

Artikel 3

1.   De toepassing van een fluorideverwijderingsbehandeling wordt ten minste drie maanden van tevoren aan de bevoegde autoriteiten gemeld.

2.   Bij deze melding verstrekt de exploitant de bevoegde autoriteiten relevante informatie, documentatie en analyseresultaten betreffende de behandeling, waaruit blijkt dat de bijlage wordt nageleefd.

Artikel 4

Op het etiket van het water dat de fluorideverwijderingsbehandeling heeft ondergaan, wordt in de nabijheid van de analytische samenstelling van het water de volgende tekst vermeld: „Dit water is met een toegestane adsorptietechniek behandeld”.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Producten die uiterlijk op 10 augustus 2010 in de handel zijn gebracht en niet aan artikel 4 voldoen, mogen tot 10 augustus 2011 verhandeld blijven worden.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 februari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 164 van 26.6.2009, blz. 45.

(2)  PB L 126 van 22.5.2003, blz. 34.

(3)  PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32.


BIJLAGE

Technische voorschriften voor het gebruik van geactiveerd aluminiumoxide om fluoride uit natuurlijk mineraalwater en bronwater te verwijderen

De volgende essentiële bewerkingen moeten naar behoren worden verricht en gecontroleerd:

1.

Voordat het geactiveerde aluminiumoxide voor de behandeling van water wordt gebruikt, wordt het voorbehandeld met zuren of basen om eventuele residuen te verwijderen en wordt terugspoeling toegepast om fijne deeltjes te verwijderen.

2.

Afhankelijk van de waterkwaliteit en de gefilterde hoeveelheid, wordt met tussenpozen van een tot vier weken een regeneratieproces uitgevoerd. Met geschikte chemische stoffen worden hierbij, om de adsorptiecapaciteit van het geactiveerde aluminiumoxide te herstellen, de geadsorbeerde ionen verwijderd, alsook de eventueel gevormde biofilms. Dit proces omvat de volgende drie stappen:

behandeling met natriumhydroxide om fluoride-ionen te verwijderen en te vervangen door hydroxide-ionen;

behandeling met een zuur om het achtergebleven natriumhydroxide te verwijderen en het medium te activeren;

spoelen met drinkwater of gedemineraliseerd water en ten slotte conditionering met het water om ervoor te zorgen dat het filter geen gevolgen heeft voor het algehele gehalte aan mineralen van het behandelde water.

3.

De bij de voorbehandeling en regeneratie gebruikte stoffen en reagentia moeten voldoen aan de desbetreffende Europese normen (1) of de nationale normen betreffende de zuiverheid van chemische reagentia die gebruikt worden voor de behandeling van water bestemd voor menselijke consumptie.

4.

Het geactiveerde aluminiumoxide moet voldoen aan de Europese norm voor uitloogproeven (EN 12902) (2) om te voorkomen dat er door residuen die in het water terechtkomen concentraties optreden boven de grenswaarden in Richtlijn 2003/40/EG of, als die richtlijn geen desbetreffende grenswaarden bevat, in strijd met de grenswaarden in Richtlijn 98/83/EG of in de toepasselijke nationale wetgeving. De totale hoeveelheid aluminiumionen in het behandelde water als gevolg van het vrijkomen van aluminium, het belangrijkste bestanddeel van geactiveerd aluminiumoxide, mag overeenkomstig Richtlijn 98/83/EG niet meer dan 200 μg/l bedragen. Deze hoeveelheid moet overeenkomstig de richtlijn van de Raad regelmatig worden gecontroleerd.

5.

De bewerkingen moeten voldoen aan goede productiepraktijken en aan de HACCP-beginselen in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne (3).

6.

De exploitant stelt een controleprogramma op om ervoor te zorgen dat de bewerkingen naar behoren worden uitgevoerd, met name met het oog op het behoud van de essentiële kenmerken en op het fluoridegehalte van het water.


(1)  Zoals ontwikkeld door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN).

(2)  Europese norm EN 12902 (2004): Materialen voor de behandeling van water bestemd voor menselijke consumptie. Anorganische filterhulp- en filtermaterialen.

(3)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.


Top