This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Het merk van de Europese Unie
Verordening (EU) 2017/1001 over het merk van de Europese Unie (EU)
Deze verordening bevat EU-brede regels en voorwaarden voor verlening van een Uniemerk.
Hiermee worden verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad en de vele achtereenvolgende wijzigingen gecodificeerd en vervangen.
Een persoon of bedrijf, waaronder ook publiekrechtelijke lichamen, kan door inschrijving een Uniemerk verkrijgen.
Het merk kan worden gevormd door tekens, met name woorden (met inbegrip van namen van personen), tekeningen, letters, cijfers en vormen van waren of van verpakking, mits deze tekens:
De houder van het merk verkrijgt uitsluitende rechten, waardoor het derden wordt verboden om voor commerciële doeleinden te gebruiken:
De houder van het Uniemerk kan het derden echter niet verbieden om voor commerciële doeleinden te gebruiken:
Aanvragers moeten de aanvraag voor een Uniemerk indienen bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO).
De aanvraag moet de volgende informatie bevatten:
Aanvragers moeten tevens een indieningstaks betalen. De indieningstaks moet worden betaald binnen een maand na het indienen van de aanvraag — de datum waarop de documenten aan het EUIPO zijn voorgelegd.
Van een Uniemerk kan afstand worden gedaan voor alle of een deel van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven. De rechten van de houder kunnen ook vervallen worden verklaard indien:
De verordening bevat tevens nietigheidsgronden voor het merk. Een van deze gronden is bijvoorbeeld het geval waarbij de aanvrager te kwader trouw was toen hij de aanvraag indiende.
Als een aanvraag voor inschrijving wordt aangevraagd, is het mogelijk om een Uniemerk als een collectief merk aan te wijzen. Collectieve Uniemerken kunnen worden aangevraagd door verenigingen van:
Een Uniemerk kan tevens worden aangewezen als certificeringsmerk. De houder van een dergelijk merk certificeert het materiaal, de wijze waarop waren zijn geproduceerd of diensten worden verleend, kwaliteit, juistheid of andere kenmerken (met uitzondering van de plaats van herkomst) van de gecertificeerde waren en diensten.
Verordening (EU) nr. 1215/2012 heeft betrekking op procedures voor Uniemerken en de aanvraag van een Uniemerk, en ook op gelijktijdige en opeenvolgende procedures op grond van Unie- en nationale merken.
EU-landen moeten „rechtbanken voor het Uniemerk” aanwijzen. Deze rechtbanken hebben uitsluitende bevoegdheid bij alle geschillen over inbreuk op en geldigheid van Uniemerk.
De verordening is sinds van toepassing.
Overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2424 waarmee Verordening (EG) nr. 207/2009 werd gewijzigd, komt het EUIPO vanaf in de plaats van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt. Beide zijn vervangen door Verordening (EU) 2017/1001.
Voor meer informatie, zie:
Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van inzake het Uniemerk (PB L 154 van , blz. 1–99)
laatste bijwerking