Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R2285

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2285 van de Commissie van 14 december 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft de opneming in een lijst van plaagorganismen, verboden en voorschriften voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen de Unie van planten, plantaardige producten en andere materialen, en tot intrekking van de Beschikkingen 98/109/EG en 2002/757/EG en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/885 en (EU) 2020/1292

C/2021/8982

PB L 458 van 22/12/2021, p. 173–283 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/2285/oj

22.12.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 458/173


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/2285 VAN DE COMMISSIE

van 14 december 2021

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft de opneming in een lijst van plaagorganismen, verboden en voorschriften voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen de Unie van planten, plantaardige producten en andere materialen, en tot intrekking van de Beschikkingen 98/109/EG en 2002/757/EG en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/885 en (EU) 2020/1292

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 5, lid 2, artikel 32, lid 2, artikel 37, leden 2 en 4, artikel 40, lid 2, artikel 41, lid 2, artikel 53, lid 2, artikel 54, lid 2, artikel 72, lid 1, artikel 73, artikel 79, lid 2, en artikel 80, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (2) is een lijst van EU-quarantaineorganismen, ZP-quarantaineorganismen en door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen vastgesteld. Daarnaast bevat zij voorschriften voor het binnenbrengen in of het verkeer binnen de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen, teneinde te voorkomen dat die plaagorganismen het grondgebied van de Unie binnendringen, er zich vestigen en er zich verspreiden.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moet worden gewijzigd om rekening te houden met de beschikbare wetenschappelijke en technische informatie uit risicobeoordelingen, -indelingen en -analyses met betrekking tot plaagorganismen die zijn uitgevoerd door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (“EPPO”) en de lidstaten. Dergelijke wijzigingen zijn ook noodzakelijk op grond van onderscheppingen van plaagorganismen aan de grenzen van de Unie en uitbraken op het grondgebied van de Unie, en door nadere analyses door de desbetreffende werkgroepen van de Commissie.

(3)

De EFSA heeft een aantal in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 opgenomen plaagorganismen herbeoordeeld om hun fytosanitaire status te actualiseren in overeenstemming met de meest recente technische en wetenschappelijke ontwikkelingen (“de herbeoordeling”). Wat groepen gereguleerde plaagorganismen betreft, zijn bij die herbeoordeling de desbetreffende plaagorganismen uitsluitend onderzocht met betrekking tot hun aanwezigheid op het grondgebied van de Unie — dus niet met betrekking tot het gehele Europese continent.

(4)

Als gevolg van die herbeoordeling moeten de soorten en geslachten die voldoen aan de criteria van artikel 3 van en bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) 2016/2031 van de groepen Acleris spp. (3), Choristoneura spp. (4), Cicadellidae, bekend als vectoren van Xylella fastidiosa (Wells et al.(5), Margarodidae (6), Premnotrypes spp. (7), Palm lethal yellowing phytoplasmas (8), Tephritidae (9), virussen, viroïden en fytoplasma’s van aardappelen (10) en virussen, viroïden en fytoplasma’s van Cydonia Mill., Fragaria L., Malus Mill., Prunus L., Pyrus L., Ribes L., Rubus L. en Vitis L. (11) worden vermeld in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(5)

Op basis van de herbeoordeling van de groep Tephritidae zijn specifieke soorten en geslachten geïdentificeerd die niet of beperkt op het grondgebied van de Unie aanwezig zijn en als EU-quarantaineorganismen moeten worden opgenomen. Diverse geslachten moeten als EU-quarantaineorganismen worden opgenomen zodat er beschermende maatregelen tegen kunnen worden genomen, in afwachting van de beschikbaarheid van methoden om hen op soortniveau te identificeren, met name in de larvale stadia. De respectieve bijzondere voorschriften van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Op basis van de herbeoordeling voldoen de niet-Europese isolaten van de aardappelvirussen A, M, V en Y, alsmede Arracacha virus B, oca strain en Papaya leaf crumple virus niet langer aan de voorwaarden van artikel 3 van en bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) 2016/2031 wat hun potentiële gevolgen betreft, en mogen zij niet langer als EU-quarantaineorganismen worden aangemerkt. Zij moeten dus worden geschrapt van de lijst van EU-quarantaineorganismen in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(7)

Op basis van de herbeoordeling is vastgesteld dat Citrus chlorotic spot virus voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van en bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) 2016/2031 wat het grondgebied van de Unie betreft; het moet daarom worden opgenomen in de lijst van EU-quarantaineorganismen in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(8)

De namen van de plaagorganismen Amauromyza maculosa (Malloch), Anomala orientalis (Waterhouse), Cicadellidae, bekend als vectoren van Xylella fastidiosa (Wells et al.), Heliothis zea (Boddie), Phoma andina (Turkensteen), Rhizoecus hibisci Kawai & Takagi, Scolytidae spp. en Witches’ broom disease of lime moeten worden vervangen door respectievelijk Nemorimyza maculosa (Malloch) (12), Exomala orientalis (Waterhouse) (13), Cicadomorpha, bekend als vectoren van Xylella fastidiosa (Wells et al.) (14), Helicoverpa zea (Boddie) (15), Stagonosporopsis andigena (Turkensteen) Aveskamp, Gruyter & Verkley (16), Ripersiella hibisci Kawai & Takagi (17), Scolytinae spp. (18) en Candidatus Phytoplasma aurantifolia-referentiestam (19), teneinde rekening te houden met de in de respectieve wetenschappelijke adviezen van de EFSA gesignaleerde recentste ontwikkelingen in de internationale nomenclatuur.

(9)

Strawberry witches’ broom disease is vermeld als een ziekte die Fragaria L. aantast. Het fytoplasma dat de ziekte veroorzaakt, is in het verleden niet met behulp van moleculaire identificatiemiddelen geïdentificeerd. Op basis van een recent wetenschappelijk advies van de EFSA (20) moet het fytoplasma dat voorheen bekend stond als Strawberry witches’ broom phytoplasma en dat was opgenomen in bijlage II, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, worden geschrapt en vervangen door een vermelding voor Candidatus Phytoplasma hispanicum.

(10)

Voorts is het, gezien het feit dat Candidatus Phytoplasma australiense Davis et al. niet op het grondgebied van de Unie voorkomt, en gelet op het relevante advies van de EFSA, technisch gerechtvaardigd om het betrokken plaagorganisme op te nemen als EU-quarantaineorganisme in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072. Bijgevolg moet dat plaagorganisme worden geschrapt van de lijst van door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen in bijlage IV, deel J, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 betreffende teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt van Fragaria L. worden gebruikt.

(11)

De bijzondere voorschriften in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 betreffende Strawberry witches’ broom phytoplasma moeten derhalve worden vervangen door bijzondere voorschriften betreffende Candidatus Phytoplasma australiense Davis et al. (referentiestam), Candidatus Phytoplasma fraxini (referentiestam) Griffiths et al. en Candidatus Phytoplasma hispanicum (referentiestam) Davis et al., aangezien de EFSA heeft vastgesteld dat die plaagorganismen gevolgen hebben voor Fragaria L.

(12)

Het plaagorganisme Anoplophora glabripennis (Motschulsky) is opgenomen in bijlage II, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072. Italië heeft echter aangegeven dat dit plaagorganisme in bepaalde delen van zijn grondgebied niet meer kan worden uitgeroeid en heeft verzocht om een beheersingsregeling. Bijgevolg moet dit plaagorganisme worden vermeld als een plaagorganisme waarvan bekend is dat het op het grondgebied van de Unie voorkomt en dus worden verplaatst naar bijlage II, deel B, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(13)

Spanje heeft in 2015 een risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Euwallacea sp. (ambrosiakever) en de daarmee geassocieerde schimmels Fusarium ambrosium en Fusarium euwallaceae uitgevoerd (21), en de EPPO heeft in 2017 een verslag van een risicoanalyse met betrekking tot plaagorganismen gepubliceerd dat gebaseerd was op de door Spanje uitgevoerde risicoanalyse met betrekking tot de plaagorganismen Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae (22). Volgens die analyses voldoen die plaagorganismen aan de voorwaarden van artikel 3 van en bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) 2016/2031 wat het grondgebied van de Unie betreft. Euwallacea fornicatus sensu lato wordt reeds gereguleerd als EU-quarantaineorganisme in bijlage II, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 onder de groep Scolytidae spp. (niet-Europese). Dit plaagorganisme moet nu specifiek worden opgenomen in bijlage II, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, daar er bijzondere voorschriften ten aanzien van dit plaagorganisme moeten worden vastgesteld. De symbionten Fusarium ambrosium en Fusarium euwallaceae moeten, als gevolg van wijzigingen in de taxonomie, worden gereguleerd onder de wetenschappelijke namen Neocosmospora ambrosia en Neocosmospora euwallaceae.

(14)

De EPPO heeft diverse risicoanalysen uitgevoerd met betrekking tot de plaagorganismen Apriona germari (Hope), Apriona rugicollis Chevrolat, Apriona cinerea Chevrolat (23), Ceratothripoides claratris (Shumsher) (24), Massicus raddei (Blessig) (25), Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback (26), Prodiplosis longifila Gagné (27) en Trirachys sartus Solsky (28). Volgens die analyses voldoen die plaagorganismen aan de voorwaarden van artikel 3 van en bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) 2016/2031 wat het grondgebied van de Unie betreft; zij moeten daarom worden opgenomen als EU-quarantaineorganismen in bijlage II, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(15)

Op basis van een door de EPPO ontwikkelde methodologie (29) is geconcludeerd dat Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto voldoet aan de criteria voor gereguleerde niet-quarantaineorganismen in bijlage I, deel 4, bij Verordening (EU) 2016/2031. Het is derhalve gerechtvaardigd om dat plaagorganisme te vermelden in bijlage IV, delen D en M, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, waarin gereguleerde niet-quarantaineorganismen zijn opgenomen met betrekking tot respectievelijk teeltmateriaal van siergewassen en teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt van Actinidia Lindl. worden gebruikt. Bovendien moeten er, ook om de aanwezigheid van dat plaagorganisme op de desbetreffende voor opplant bestemde planten te voorkomen, specifieke maatregelen worden vastgesteld in bijlage V, delen C en K, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(16)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2020/885 van de Commissie (30) zijn maatregelen vastgesteld om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Pseudomonas syringae pv. actinidiae te voorkomen.

(17)

Omwille van de juridische duidelijkheid moet Uitvoeringsverordening (EU) 2020/885 van de Commissie worden ingetrokken, aangezien de bepalingen ervan zullen worden overgenomen in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(18)

Op basis van de door de EPPO ontwikkelde methodologie is geconcludeerd dat Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld voldoet aan de criteria voor gereguleerde niet-quarantaineorganismen in bijlage I, deel 4, bij Verordening (EU) 2016/2031. Het is derhalve gerechtvaardigd om dat plaagorganisme te vermelden in bijlage IV, delen D, E en J, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, waarin gereguleerde niet-quarantaineorganismen zijn opgenomen met betrekking tot respectievelijk teeltmateriaal van siergewassen, bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden, en teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt. Bovendien moeten er, ook om de aanwezigheid van dat plaagorganisme op de relevante voor opplant bestemde planten te voorkomen, specifieke maatregelen worden vastgesteld in bijlage V, delen C en D, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(19)

Op basis van de door de EPPO ontwikkelde methodologie is geconcludeerd dat Citrus bark cracking viroid (“CBCVd”) voldoet aan de criteria voor gereguleerde niet-quarantaineorganismen in bijlage I, deel 4, bij Verordening (EU) 2016/2031. Het is derhalve gerechtvaardigd om dat plaagorganisme te vermelden in bijlage IV, deel L, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, waarin gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende voor opplant bestemde planten van Humulus lupulus L. in een lijst zijn opgenomen. Om de aanwezigheid van dat plaagorganisme op de desbetreffende voor opplant bestemde planten te voorkomen, moeten specifieke maatregelen worden vastgesteld in bijlage V, deel J, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(20)

Op basis van de risicobeheersmaatregelen tegen Candidatus Phytoplasma pyri die de lidstaten sinds de inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 hebben genomen, en na uitwisselingen met lidstaten over de evenredigheid van deze maatregelen, moeten de risicobeheersmaatregelen tegen dit plaagorganisme worden herzien. In bijlage V, deel C, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten bijgewerkte maatregelen worden opgenomen om de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma pyri op specifieke voor opplant bestemde planten te voorkomen.

(21)

In bijlage V, deel E, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten de namen Bruchus pisorum (L.) en Bruchus rufimanus L. worden gewijzigd in respectievelijk Bruchus pisorum (Linnaeus) en Bruchus rufimanus Boheman, teneinde rekening te houden met de regels van de International Code of Zoological Nomenclature (Internationale code van zoölogische nomenclatuur).

(22)

Pootaardappelknollen kunnen momenteel worden verkregen van planten die groeien in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. De maatregelen betreffende partijen pootaardappelen met betrekking tot dat plaagorganisme in bijlage V, deel F, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten derhalve worden gewijzigd om dit feit in aanmerking te nemen en het mogelijk te maken minder strenge voorschriften vast te stellen voor pootaardappelen die in dergelijke gebieden zijn geteeld.

(23)

Op basis van de wetenschappelijke en technische kennis, een door de EFSA uitgevoerde risicobeoordeling met betrekking tot het betreffende plaagorganisme (31) en het door de EPPO gepubliceerde document inzake risicobeheersing met betrekking tot plaagorganismen (32) moet het binnenbrengen in de Unie van bast, zonder andere delen, van Acer macrophyllum Pursh, Aesculus californica (Spach) Nutt., Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Quercus L. en Taxus brevifolia Nutt. van oorsprong uit Canada, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Vietnam, worden verboden omdat dit een onaanvaardbaar risico op het EU-quarantaineorganisme Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld oplevert. Die plantaardige producten moeten daarom worden opgenomen in bijlage VI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat die derde landen betreft, en de daarmee samenhangende wijzigingen moeten worden aangebracht in de bijlagen VII en XI bij die verordening, onverminderd de toepassing van het recht van de Unie op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol.

(24)

Op basis van de wetenschappelijke en technische kennis, een door de EFSA uitgevoerde risicobeoordeling met betrekking tot plaagorganismen en het door de EPPO gepubliceerde verslag inzake risicobeheersing met betrekking tot plaagorganismen is het passend bijzondere voorschriften vast te stellen voor het binnenbrengen op en het verkeer binnen het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen, op grond van de kans dat het EU-quarantaineorganisme Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld in of op hen aanwezig is. De relevante planten en plantaardige producten moeten derhalve worden opgenomen in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(25)

In Beschikking 2002/757/EG van de Commissie (33) zijn noodmaatregelen vastgesteld om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in ‘t Veld te voorkomen.

(26)

Omwille van de juridische duidelijkheid moet Beschikking 2002/757/EG worden ingetrokken, aangezien de bepalingen ervan zullen worden overgenomen in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(27)

Bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 voorziet onder meer in een voorschrift voor de registratie van plaatsen waar voor opplant bestemde planten worden geproduceerd en de noodzaak van inspectie. De ervaring heeft geleerd dat deze praktijk bijdraagt tot de fytosanitaire bescherming van het grondgebied van de Unie. Er moet derhalve een dergelijk voorschrift worden vastgesteld voor het binnenbrengen in de Unie van alle voor opplant bestemde planten uit alle derde landen.

(28)

Op basis van de wetenschappelijke en technische kennis die in de desbetreffende door de EPPO uitgevoerde risicoanalyse met betrekking tot plaagorganismen is verstrekt, moeten bijzondere voorschriften worden vastgesteld voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen, door de kans dat de plaagorganismen Apriona germari (Hope), Apriona rugicollis Chevrolat, Apriona cinerea Chevrolat, Ceratothripoides claratris (Shumsher), Euwallacea fornicatus sensu lato, Massicus raddei (Blessig), Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback, Prodiplosis longifila Gagné en Trirachys sartus Solsky in of op hen aanwezig zijn. De relevante planten en plantaardige producten, alsook de respectieve voorschriften, moeten derhalve worden opgenomen in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(29)

Gezien de verspreiding van Agrilus planipennis Fairmaire in bepaalde derde landen, de verspreiding ervan vanuit Oekraïne en Rusland naar het grondgebied van de Unie en Belarus en de technische informatie die over dat plaagorganisme beschikbaar is, moeten aanvullende bijzondere voorschriften worden vastgesteld voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van waardplanten, zijnde planten, hout en bast, uit die landen. Die voorschriften moeten vergelijkbaar zijn met die van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1292 van de Commissie (34) tot vaststelling van maatregelen om het binnenbrengen in de Unie van Agrilus planipennis Fairmaire uit Oekraïne te voorkomen. Die bijzondere voorschriften moeten aanpassingen bevatten om rekening te houden met de ontwikkeling van de technische en wetenschappelijke kennis die sinds de vaststelling van die uitvoeringsverordening is opgedaan. De punten 36, 87, 88 en 89 van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, en Oekraïne en Belarus moeten worden toegevoegd aan de landen van oorsprong. Voorts moet, op basis van de door de EFSA gepubliceerde richtsnoeren voor onderzoek naar het plaagorganisme Agrilus planipennis Fairmaire (35), de nieuwe waardplant Chionanthus virginicus L. worden toegevoegd aan de punten 36, 87, 88 en 89.

(30)

Omwille van de juridische duidelijkheid moet Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1292 worden ingetrokken en zal Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 in de bepalingen ervan voorzien.

(31)

Om de aanwezigheid, vestiging en verspreiding van Agrilus planipennis Fairmaire op het grondgebied van de Unie te voorkomen, mag het verkeer van bepaalde planten, alsook van bepaalde soorten en bepaalde typen hout en bast, niet worden toegestaan vanuit gebieden op het grondgebied van de Unie die binnen een bepaalde afstand liggen van uitbraakgebieden op het grondgebied van de Unie of van uitbraakgebieden in aangrenzende derde landen. Er moeten daarom bijzondere voorschriften worden toegevoegd aan bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072. Voorts moeten er bijzondere voorschriften voor het verkeer binnen het grondgebied van de Unie van andere typen van uit dergelijke gebieden afkomstig hout worden toegevoegd aan bijlage VIII. Daarnaast moet bijlage XIII worden gewijzigd om een plantenpaspoort te vereisen voor het verkeer binnen het grondgebied van de Unie van de producten van dat uit die gebieden afkomstige hout.

(32)

Op basis van de wetenschappelijke en technische kennis en door de EPPO uitgevoerde risicoanalysen met betrekking tot plaagorganismen (36) (37), de door Spanje uitgevoerde risicobeoordeling met betrekking tot plaagorganismen (38), de door de EFSA gepubliceerde richtsnoeren voor onderzoek naar plaagorganismen (39) en de onderscheppingsgegevens, moeten bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde planten worden vastgesteld, door de kans dat Bactrocera dorsalis (Hendel), Bactrocera latifrons (Hendel) en Bactrocera zonata (Saunders) in of op hen aanwezig zijn. De relevante planten, alsook de respectieve voorschriften, moeten derhalve worden opgenomen in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

(33)

Op basis van de uitbraakmeldingen van lidstaten en de door de EFSA uitgevoerde risicobeoordeling met betrekking tot het desbetreffende plaagorganisme (40) moeten in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde planten worden vastgesteld, teneinde de Unie te beschermen tegen Eotetranychus lewis (McGregor).

(34)

Op basis van de door de EFSA uitgevoerde risicobeoordeling met betrekking tot het plaagorganisme Pantoea stewartii subsp. Stewartii (41) moeten de bijzondere voorschriften van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 worden gewijzigd.

(35)

De invoervoorschriften van Beschikking 98/109/EG van de Commissie (42) voor de invoer in de Unie van snijbloemen van Orchidaceae van oorsprong uit Thailand moeten worden opgenomen in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072. Dit is nodig om de juridische duidelijkheid te verbeteren door alle invoervoorschriften voor planten op te nemen in één uitvoeringshandeling. Om dezelfde reden moet die beschikking worden ingetrokken.

(36)

Bepaalde GN-codes, of omschrijvingen daarvan, die in de bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 worden gebruikt, moeten worden toegevoegd of gewijzigd om ze aan te passen aan de laatste wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad, die is doorgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1577 van de Commissie (43).

(37)

Op basis van de wetenschappelijke en technische kennis die voortvloeit uit de door de EFSA opgestelde risico-indelingen met betrekking tot plaagorganismen (44) moeten bijzondere voorschriften worden ingevoerd voor het binnenbrengen op en het verkeer binnen het grondgebied van de Unie, in voorkomend geval, van bepaalde planten, door de kans dat Aleurocanthus spiniferus (Quaintance), Popillia japonica Newman en Toxoptera citricida (Kirkaldy) in of op hen aanwezig zijn, aangezien die plaagorganismen zijn opgenomen in bijlage II, deel B, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, en van hen bekend is dat zij voorkomen op het grondgebied van de Unie. Voorts is Aleurocanthus spiniferus (Quaintance) een polyfaag plaagorganisme, dat op het grondgebied van de Unie enkel voorkomt op bepaalde waardplanten; daarom is het wenselijk de desbetreffende bijzondere voorschriften te beperken tot uitsluitend die lijst van waardplanten.

(38)

Het bijzondere voorschrift voor het verkeer binnen het grondgebied van de Unie van houten verpakkingsmateriaal met betrekking tot Geosmithia morbida Kolarík, Freeland, Utley & Tisserat en de vector daarvan Pityophthorus juglandis Blackman, zoals uiteengezet in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, moet worden gewijzigd door te verduidelijken dat het uitsluitend gaat om houten verpakkingsmateriaal van hout van Juglans L. en Pterocarya Kunth. De verplichting om een plantenpaspoort af te geven, moet worden geschrapt daar deze een onaanvaardbare last vormt voor alle professionele marktdeelnemers, gezien de huidige beperkte verspreiding van het plaagorganisme op het grondgebied van de Unie.

(39)

Als gevolg van wijzigingen in de taxonomie van Pinales moeten alle verwijzingen naar planten en hout van Pinales worden vervangen door verwijzingen naar planten of hout van naaldbomen (Pinopsida).

(40)

Verduidelijkt moet worden dat, wat pollen voor bestuiving betreft, deze verordening uitsluitend van toepassing moet zijn op voor opplant bestemde pollen, aangezien dit type pollen een fytosanitair risico oplevert ten aanzien waarvan risicobeheersmaatregelen vereist zijn.

(41)

De bijlagen I, II, IV tot en met VIII en X tot en met XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(42)

Deze verordening moet van toepassing zijn met ingang van 11 april 2022. De door deze verordening ingevoerde maatregelen voor voor opplant bestemde planten met betrekking tot het plaagorganisme Grapevine flavescence dorée phytoplasma moeten van toepassing zijn met ingang van 1 mei 2022. Deze periode is nodig om de bevoegde autoriteiten en professionele marktdeelnemers in staat te stellen zich aan te passen aan de nieuwe voorschriften en houdt rekening met de periode van de jaarlijkse onderzoeken naar dat plaagorganisme. De door deze verordening ingevoerde maatregelen voor alle voor opplant bestemde planten met betrekking tot de plaagorganismen Meloidogyne enterolobii en Euwallacea fornicatus sensu lato moeten van toepassing zijn met ingang van 11 januari 2023. Die periode is nodig om de bevoegde autoriteiten en professionele marktdeelnemers in staat te stellen zich aan te passen aan de nieuwe voorschriften.

(43)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 2, lid 2, wordt het volgende punt d) toegevoegd:

“d)

“pollen”: pollen in de zin van artikel 2, punt 1, k), van Verordening (EU) 2016/2031, bestemd voor opplant.”.

2)

De bijlagen I, II, IV tot en met VIII en X tot en met XIV worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Intrekking

De Beschikkingen 98/109/EG en 2002/757/EG en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/885 en (EU) 2020/1292 worden ingetrokken.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 11 april 2022. Punt 7, e), van de bijlage is echter van toepassing met ingang van 1 mei 2022 en de punten 6, b), i), en 6, l), i), van de bijlage zijn van toepassing met ingang van 11 januari 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 december 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).

(3)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Acleris spp. van buiten de EU als plaagorganisme. EFSA Journal 2019;17(10):5856, 37 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2019.5856

(4)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Choristoneura spp. van buiten de EU als plaagorganisme. EFSA Journal 2019;17(5):5671, 31 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2019.5671

(5)  Wetenschappelijk advies over de indeling als plaagorganisme van Cicadomorpha van buiten de EU die vectoren van Xylella spp. zijn. EFSA Journal 2019;17(6):5736, 53 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2019.5736

(6)  Indeling van Margarodidae van buiten de EU als plaagorganisme. EFSA Journal 2019;17(4):5672, 42 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2019.5672

(7)  Wetenschappelijk advies over de indeling van het Andean Potato Weevil-complex (APW) (Coleoptera: Curculionidae) als plaagorganisme. EFSA Journal 2020;18(7):6176, 38 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.6176

(8)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Palm lethal yellowing phytoplasmas als plaagorganisme. EFSA Journal 2017;15(10):5028, 27 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2017.5028

(9)  Indeling van Tephritidae van buiten de EU als plaagorganisme. EFSA Journal 2020;18(1):5931, 62 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.5931

(10)  Diverse wetenschappelijke EFSA-adviezen (2019, 2020).

(11)  Diverse wetenschappelijke EFSA-adviezen (2019, 2020).

(12)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Nemorimyza maculosa als plaagorganisme. EFSA Journal 2020;18(3):6036, 29 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.6036

(13)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Exomala orientalis als plaagorganisme. EFSA Journal 2020;18(4):6103, 29 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.6103

(14)  Wetenschappelijk advies over de indeling als plaagorganisme van Cicadomorpha van buiten de EU die vectoren van Xylella spp. zijn. EFSA Journal 2019;17(6):5736, 53 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2019.5736

(15)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Helicoverpa zea als plaagorganisme. EFSA Journal 2020;18(7):6177, 31 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.6177

(16)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Stagonosporopsis andigena als plaagorganisme. EFSA Journal 2018;16(10):5441, 25 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2018.5441

(17)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Ripersiella hibisci als plaagorganisme. EFSA Journal 2020;18(6):6178, 28 blz., https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.6178

(18)  Wetenschappelijk advies over de lijst van Scolytinae van buiten de EU die op naaldhout leven. EFSA Journal 2020;18(1):5933, 56 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.5933;

wetenschappelijk advies over de indeling als plaagorganisme van Scolytinae van buiten de EU die op naaldhout leven. EFSA Journal 2020;18(1):5934, 39 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.5934

(19)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Witches’ broom disease of lime (Citrus aurantifolia) phytoplasma als plaagorganisme. EFSA Journal 2017;15(10):5027, 22 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2017.5027

(20)  Wetenschappelijk advies over de lijst van niet-EU-fytoplasma’s van Cydonia Mill., Fragaria L., Malus Mill., Prunus L., Pyrus L., Ribes L., Rubus L. en Vitis L. EFSA Journal 2020;18(1):5930, 25 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.5930;

wetenschappelijk advies over de indeling van de niet-EU-fytoplasma’s van Cydonia Mill., Fragaria L., Malus Mill., Prunus L., Pyrus L., Ribes L., Rubus L. en Vitis L. als plaagorganismen. EFSA Journal 2020;18(1):5929, 97 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.5929

(21)  Risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Euwallacea sp. (ambrosiakever*), met inbegrip van alle soorten binnen het geslacht Euwallacea die qua morfologie lijken op E. fornicatus. *Daarmee geassocieerde schimmels: Fusarium sp. (bv.: F. ambrosium, Fusarium euwallaceae) of andere mogelijke symbionten. Spanje (2015).

(22)  Verslag van een risicoanalyse met betrekking tot de plaagorganismen Euwallacea fornicatus sensu lato en Fusarium euwallaceae. EPPO (2017).

(23)  EPPO (2013) Risicoanalyse met betrekking tot de plaagorganismen Apriona germari, A. japonica, A. cinerea.

(24)  EPPO (2017) Risicoanalyse met betrekking tot de plaagorganismen Ceratothripoides brunneus en C. claratris.

(25)  EPPO (2018) Risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Massicus raddei.

(26)  EPPO (2010) Risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Meloidogyne enterolobii.

(27)  EPPO (2017) Risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Prodiplosis longifila.

(28)  EPPO (2000) Risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Aeolesthes sarta.

(29)  Een methodologie om een lijst van aanbevolen gereguleerde niet-quarantaineorganismen op te stellen. EPPO Bulletin (2017) 47(3), 551-558.

(30)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/885 van de Commissie van 26 juni 2020 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto te voorkomen (PB L 205 van 29.6.2020, blz. 9).

(31)  Wetenschappelijk advies over de risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Phytophthora ramorum, opgesteld door het FP6-project RAPRA. EFSA Journal 2011;9(6):2186, 108 blz.; doi:10.2903/j.efsa.2011.2186

(32)  EPPO (2013) Risicobeheersing met betrekking tot de plaagorganismen Phytophthora kernoviae en Phytophthora ramorum.

(33)  Beschikking 2002/757/EG van de Commissie van 19 september 2002 houdende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in ‘t Veld sp. nov. te voorkomen (PB L 252 van 20.9.2002, blz. 37).

(34)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1292 van de Commissie van 15 september 2020 betreffende maatregelen om het binnenbrengen in de Unie van Agrilus planipennis Fairmaire uit Oekraïne te voorkomen en tot wijziging van bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 (PB L 302 van 16.9.2020, blz. 20).

(35)  Richtsnoeren voor onderzoek naar het plaagorganisme Agrilus planipennis. EFSA Supporting publication 2020:EN-1945, 43 blz.; doi:10.2903/sp.efsa.2020.EN-1945

(36)  EPPO (2009, herzien in 2017) Risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Bactrocera invadens.

(37)  EPPO (2017) Risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme Bactrocera latifrons; https://gd.eppo.int/taxon/DACULA

(38)  2019, niet-gepubliceerd verslag over de risicobeoordeling met betrekking tot plaagorganismen.

(39)  Richtsnoeren voor onderzoek naar het plaagorganisme Bactrocera dorsalis. EFSA Supporting publication 2019:EN-1714, 24 blz.; doi:10.2903/sp.efsa.2019.EN-1714.

Richtsnoeren voor onderzoek naar het plaagorganisme Bactrocera zonata. EFSA Supporting publication 2021:EN-1999, 28 blz.; doi:10.2903/sp.efsa.2021.EN-1999.

(40)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Eotetranychus lewisi als plaagorganisme. EFSA Journal 2014;12(7):3776, 35 blz.; doi:10.2903/j.efsa.2014.3776;

wetenschappelijk advies over de beoordeling van het risico van het plaagorganisme Eotetranychus lewisi voor het EU-grondgebied. EFSA Journal 2017;15(10):4878, 122 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2017.4878

(41)  Wetenschappelijk advies over de beoordeling van het risico van het binnenbrengen van Pantoea stewartii subsp. stewartii op maiszaad dat door de EU uit de VS wordt ingevoerd. EFSA Journal 2019;17(10):5851, 49 blz.; https://doi.org/10.2903/j.efsa.2019.5851

(42)  Beschikking van de Commissie van 2 februari 1998 tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Thailand tijdelijk spoedmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Thrips palmi Karny (98/109/EG) (PB L 27 van 3.2.1998, blz. 47).

(43)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1577 van de Commissie van 21 september 2020 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 361 van 30.10.2020, blz. 1).

(44)  Wetenschappelijk advies over de indeling van Aleurocanthus spp. als plaagorganisme. EFSA Journal 2018;16(10):5436, 31 blz.; doi.org/10.2903/j.efsa.2018.5436;

wetenschappelijk advies over de indeling van Popillia japonica als plaagorganisme. EFSA Journal 2018;16(11):5438, 30 blz.; doi.org/10.2903/j.efsa.2018.5438;

wetenschappelijk advies over de indeling van Toxoptera citricida als plaagorganisme. EFSA Journal 2018; 16(1):5103, 22 blz.; doi.org/10.2903/j.efsa.2018.5103.


BIJLAGE

De bijlagen I, II, IV tot en met VIII en X tot en met XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage I, deel B, wordt de eerste kolom van de tabel als volgt gewijzigd:

a)

de tekst in de elfde rij wordt vervangen door:

 

“BIJLAGE XIII, punt 5

Zaaigranen”;

b)

de tekst in de twaalfde rij wordt vervangen door:

 

“BIJLAGE XIII, punt 6

Groentezaad”;

c)

de tekst in de 13e rij wordt vervangen door:

 

“BIJLAGE XIII, punt 9

Zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen”.

2)

Bijlage II wordt vervangen door:

“BIJLAGE II

Lijst van EU-quarantaineorganismen en hun respectieve door de EPPO toegewezen codes

INHOUDSOPGAVE

Deel A: Plaagorganismen die voor zover bekend niet op het grondgebied van de Unie voorkomen

1.

Bacteriën

2.

Schimmels en oömyceten

3.

Insecten en mijten

4.

Nematoden

5.

Parasitaire planten

6.

Virussen, viroïden en fytoplasma’s

Deel B: Plaagorganismen waarvan bekend is dat zij op het grondgebied van de Unie voorkomen

1.

Bacteriën

2.

Schimmels en oömyceten

3.

Insecten en mijten

4.

Weekdieren

5.

Nematoden

6.

Virussen, viroïden en fytoplasma’s

DEEL A

PLAAGORGANISMEN DIE VOOR ZOVER BEKEND NIET OP HET GRONDGEBIED VAN DE UNIE VOORKOMEN

Quarantaineorganismen en de daaraan door de EPPO toegewezen codes

1.

Bacteriën

1.

Candidatus Liberibacter africanus [LIBEAF]

2.

Candidatus Liberibacter americanus [LIBEAM]

3.

Candidatus Liberibacter asiaticus [LIBEAS]

4.

Curtobacterium flaccumfaciens pv. flaccumfaciens (Hedges) Collins & Jones [CORBFL]

5.

Pantoea stewartii subsp. stewartii (Smith) Mergaert, Verdonck & Kersters [ERWIST]

6.

Ralstonia pseudosolanacearum Safni et al. [RALSPS]

7.

Ralstonia syzygii subsp. celebesensis Safni et al. [RALSSC]

8.

Ralstonia syzygii subsp. indonesiensis Safni et al.[RALSSI]

9.

Xanthomonas oryzae pv. oryzae (Ishiyama) Swings et al. [XANTOR]

10.

Xanthomonas oryzae pv. oryzicola (Fang et al.) Swings et al. [XANTTO]

11.

Xanthomonas citri pv. aurantifolii (Schaad et al.) Constantin et al. [XANTAU]

12.

Xanthomonas citri pv. citri (Hasse) Constantin et al. [XANTCI]

2.

Schimmels en oömyceten

1.

Anisogramma anomala (Peck) E. Müller [CRSPAN]

2.

Apiosporina morbosa (Schwein.) Arx [DIBOMO]

3.

Atropellis spp. [1ATRPG]

4.

Botryosphaeria kuwatsukai (Hara) G.Y. Sun & E. Tanaka [PHYOPI]

5.

Bretziella fagacearum (Bretz) Z.W de Beer, T.A. Duong & M.J. Wingfield, comb. nov. [CERAFA]

6.

Chrysomyxa arctostaphyli Dietel [CHMYAR]

7.

Cronartium spp. [1CRONG], met uitzondering van Cronartium gentianeum (Thümen) [CRONGE], Cronartium pini (Willdenow) Jørstad [ENDCPI] en Cronartium ribicola Fischer [CRONRI]

8.

Davidsoniella virescens (R.W. Davidson) Z.W. de Beer, T.A. Duong & M.J. Wingfield [CERAVI]

9.

Elsinoë australis Bitanc. & Jenkins [ELSIAU]

10.

Elsinoë citricola X.L. Fan, R.W. Barreto & Crous [ELSICI ]

11.

Elsinoë fawcettii Bitanc. & Jenkins [ELSIFA]

12.

Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon [FUSAAL]

13.

Guignardia laricina (Sawada) W. Yamam& Kaz. Itô [GUIGLA]

14.

Gymnosporangium spp. [1GYMNG], met uitzondering van:

Gymnosporangium amelanchieris E. Fisch. ex F. Kern [GYMNAM], Gymnosporangium atlanticum Guyot & Malençon [GYMNAT], Gymnosporangium clavariiforme (Wulfen) DC [GYMNCF], Gymnosporangium confusum Plowr. [GYMNCO], Gymnosporangium cornutum Arthur ex F. Kern [GYMNCR], Gymnosporangium fusisporum E. Fisch. [GYMNFS], Gymnosporangium gaeumannii H. Zogg [GYMNGA], Gymnosporangium gracile Pat. [GYMNGR], Gymnosporangium minus Crowell [GYMNMI], Gymnosporangium orientale P. Syd. & Syd. [GYMNOR], Gymnosporangium sabinae (Dicks.) G. Winter [GYMNFU], Gymnosporangium torminali-juniperini E. Fisch. [GYMNTJ], Gymnosporangium tremelloides R. Hartig [GYMNTR]

15.

Coniferiporia sulphurascens (Pilát) L.W. Zhou & Y.C. Dai [PHELSU]

16.

Coniferiporia weirii (Murrill) L.W. Zhou & Y.C. Dai [INONWE]

17.

Melampsora farlowii (Arthur) Davis [MELMFA]

18.

Melampsora medusae f. sp. tremuloidis Shain [MELMMT]

19.

Mycodiella laricis-leptolepidis (Kaz. Itô, K. Satô & M. Ota) Crous [MYCOLL]

20.

Neocosmospora ambrosia (Gadd & Loos) L. Lombard & Crous [FUSAAM]

21.

Neocosmospora euwallaceae (S. Freeman, Z. Mendel, T. Aoki & O’Donnell) Sandoval-Denis, L. Lombard & Crous [FUSAEW]

22.

Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa [GUIGCI]

23.

Phyllosticta solitaria Ellis & Everhart [PHYSSL]

24.

Phymatotrichopsis omnivora (Duggar) Hennebert [PHMPOM]

25.

Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld [PHYTRA]

26.

Pseudocercospora angolensis (T. Carvalho & O. Mendes) Crous & U. Braun [CERCAN]

27.

Pseudocercospora pini-densiflorae (Hori & Nambu) Deighton [CERSPD]

28.

Puccinia pittieriana Hennings [PUCCPT]

29.

Septoria malagutii E.T. Cline [SEPTLM]

30.

Sphaerulina musiva (Peck) Quaedvlieg, Verkley & Crous. [MYCOPP]

31.

Stagonosporopsis andigena (Turkensteen) Aveskamp, Gruyter & Verkley [PHOMAN]

32.

Stegophora ulmea (Fr.) Syd. & P. Syd [GNOMUL]

33.

Thecaphora solani (Thirumulachar & O’Brien) Mordue [THPHSO]

34.

Tilletia indica Mitra [NEOVIN]

35.

Venturia nashicola S. Tanaka & S. Yamamoto [VENTNA]

3.

Insecten en mijten

1.

Acleris spp.:

1.1.

Acleris gloverana (Walsingham) [ACLRGL]

1.2.

Acleris issikii Oku [ACLRIS]

1.3.

Acleris minuta (Robinson) [ACLRMI]

1.4.

Acleris nishidai Brown [ACLRNI]

1.5.

Acleris nivisellana (Walsingham) [ACLRNV]

1.6.

Acleris robinsoniana (Forbes) [ACLRRO]

1.7.

Acleris semipurpurana (Kearfott) [CROISE]

1.8.

Acleris senescens (Zeller) [ACLRSE]

1.9.

Acleris variana (Fernald) [ACLRVA]

2.

Acrobasis pyrivorella (Matsumura) [NUMOPI]

3.

Agrilus anxius Gory [AGRLAX]

4.

Agrilus planipennis Fairmaire [AGRLPL]

5.

Aleurocanthus citriperdus Quaintance & Baker [ALECCT]

6.

Aleurocanthus woglumi Ashby [ALECWO]

7.

Andean potato weevil complex:

7.1.

Phyrdenus muriceus Germar [PHRDMU]

7.2.

Premnotrypes spp. [1PREMG]

7.3.

Rhigopsidius tucumanus Heller [RHGPTU]

8.

Anthonomus bisignifer Schenkling [ANTHBI]

9.

Anthonomus eugenii Cano [ANTHEU]

10.

Anthonomus grandis (Boh.) [ANTHGR]

11.

Anthonomus quadrigibbus Say [TACYQU]

12.

Anthonomus signatus Say [ANTHSI]

13.

Apriona cinerea Chevrolat [APRICI]

14.

Apriona germari (Hope) [APRIGE]

15.

Apriona rugicollis Chevrolat [APRIJA]

16.

Arrhenodes minutus Drury [ARRHMI]

17.

Aschistonyx eppoi Inouye [ASCXEP]

18.

Bactericera cockerelli (Šulc.) [PARZCO]

19.

Bemisia tabaci Genn. (niet-Europese populaties), bekend als vector van virussen [BEMITA]

20.

Carposina sasakii Matsumara [CARSSA]

21.

Ceratothripoides claratris (Shumsher) [CRTZCL]

22.

Choristoneura spp.:

22.1.

Choristoneura carnana Barnes & Busck [CHONCA]

22.2.

Choristoneura conflictana Walker [ARCHCO]

22.3.

Choristoneura fumiferana Clemens [CHONFU]

22.4.

Choristoneura lambertiana Busck [TORTLA]

22.5.

Choristoneura occidentalis biennis Freeman

22.6.

Choristoneura occidentalis occidentalis Freeman [CHONOC]

22.7.

Choristoneura orae Freeman [CHONOR]

22.8.

Choristoneura parallela Robinson [CHONPA]

22.9.

Choristoneura pinus Freeman [CHONPI]

22.10.

Choristoneura retiniana Walsingham [CHONRE]

22.11.

Choristoneura rosaceana Harris [CHONRO]

23.

Cicadomorpha, bekend als vectoren van Xylella fastidiosa (Wells et al.) [XYLEFA]:

23.1.

Acrogonia citrina Marucci [ACRGCI]

23.2.

Acrogonia virescens (Metcalf) [ACRGVI]

23.3.

Aphrophora angulata Ball [APHRAN]

23.4.

Aphrophora permutata Uhler [APHRPE]

23.5.

Bothrogonia ferruginea (Fabricius) [TETTFE]

23.6.

Bucephalogonia xanthopis (Berg)

23.7.

Clasteroptera achatina Germar

23.8.

Clasteroptera brunnea Ball

23.9.

Cuerna costalis (Fabricius) [CUERCO]

23.10.

Cuerna occidentalis Osman & Beamer [CUEROC]

23.11.

Cyphonia clavigera (Fabricius)

23.12.

Dechacona missionum Berg

23.13.

Dilobopterus costalimai Young [DLBPCO]

23.14.

Draeculacephala minerva Ball [DRAEMI]

23.15.

Draeculacephala sp. [1DRAEG]

23.16.

Ferrariana trivittata Signoret

23.17.

Fingeriana dubia Cavichioli

23.18.

Friscanus friscanus (Ball)

23.19.

Graphocephala atropunctata (Signoret) [GRCPAT]

23.20.

Graphocephala confluens Uhler

23.21.

Graphocephala versuta (Say) [GRCPVE]

23.22.

Helochara delta Oman

23.23.

Homalodisca ignorata Melichar

23.24.

Homalodisca insolita Walker [HOMLIN]

23.25.

Homalodisca vitripennis (Germar) [HOMLTR]

23.26.

Lepyronia quadrangularis (Say) [LEPOQU]

23.27.

Macugonalia cavifrons (Stal)

23.28.

Macugonalia leucomelas (Walker)

23.29.

Molomea consolida Schroder

23.30.

Neokolla hyeroglyphica (Say)

23.31.

Neokolla severini DeLong

23.32.

Oncometopia facialis Signoret [ONCMFA]

23.33.

Oncometopia nigricans Walker [ONCMNI]

23.34.

Oncometopia orbona (Fabricius) [ONCMUN]

23.35.

Oragua discoidula Osborn

23.36.

Pagaronia confusa Oman

23.37.

Pagaronia furcata Oman

23.38.

Pagaronia trecedecempunctata Ball

23.39.

Pagaronia triunata Ball

23.40.

Parathona gratiosa (Blanchard)

23.41.

Plesiommata corniculata Young

23.42.

Plesiommata mollicella Fowler

23.43.

Poophilus costalis (Walker) [POOPCO]

23.44.

Sibovia sagata (Signoret)

23.45.

Sonesimia grossa (Signoret)

23.46.

Tapajosa rubromarginata (Signoret)

23.47.

Xyphon flaviceps (Riley) [CARNFL]

23.48.

Xyphon fulgida (Nottingham) [CARNFU]

23.49.

Xyphon triguttata (Nottingham) [CARNTR]

24.

Conotrachelus nenuphar (Herbst) [CONHNE]

25.

Dendrolimus sibiricus Chetverikov [DENDSI]

26.

Diabrotica barberi Smith & Lawrence [DIABLO]

27.

Diabrotica undecimpunctata howardi Barber [DIABUH]

28.

Diabrotica undecimpunctata undecimpunctata Mannerheim [DIABUN]

29.

Diabrotica virgifera zeae Krysan & Smith [DIABVZ]

30.

Diaphorina citri Kuwayana [DIAACI]

31.

Eotetranychus lewisi (McGregor) [EOTELE]

32.

Euwallacea fornicatus sensu lato [XYLBFO]

33.

Exomala orientalis (Waterhouse) [ANMLOR]

34.

Grapholita inopinata (Heinrich) [CYDIIN]

35.

Grapholita packardi Zeller [LASPPA]

36.

Grapholita prunivora (Walsh) [LASPPR]

37.

Helicoverpa zea (Boddie) [HELIZE]

38.

Hishimonus phycitis (Distant) [HISHPH]

39.

Keiferia lycopersicella (Walsingham) [GNORLY]

40.

Liriomyza sativae Blanchard [LIRISA]

41.

Listronotus bonariensis (Kuschel) [HYROBO]

42.

Lopholeucaspis japonica Cockerell [LOPLJA]

43.

Lycorma delicatula (White) [LYCMDE]

44.

Margarodidae:

44.1.

Dimargarodes meridionalis Morrison

44.2.

Eumargarodes laingi Allsopp et al. [EUMGLA]

44.3.

Eurhizococcus brasiliensis Jakubski [EURHBR]

44.4.

Eurhizococcus colombianus Jakubski

44.5.

Margarodes capensis Giard [MARGCA]

44.6.

Margarodes greeni Brain [MARGGR]

44.7.

Margarodes prieskaensis (Jakubski) [MARGPR]

44.8.

Margarodes trimeni Brain [MARGTR]

44.9.

Margarodes vitis Reed [MARGVI]

44.10.

Margarodes vredendalensis de Klerk [MARGVR]

44.11.

Porphyrophora tritici Sarkisov et al. [PORPTR]

45.

Massicus raddei (Blessig) [MALLRA]

46.

Monochamus spp. (niet-Europese populaties) [1MONCG]

47.

Myndus crudus van Duzee [MYNDCR]

48.

Naupactus leucoloma Boheman [GRAGLE]

49.

Nemorimyza maculosa (Malloch) [AMAZMA]

50.

Neoleucinodes elegantalis (Guenée) [NEOLEL]

51.

Oemona hirta (Fabricius) [OEMOHI]

52.

Oligonychus perditus Pritchard & Baker [OLIGPD]

53.

Pissodes cibriani O’Brien [PISOCI]

54.

Pissodes fasciatus Leconte [PISOFA]

55.

Pissodes nemorensis Germar [PISONE]

56.

Pissodes nitidus Roelofs [PISONI]

57.

Pissodes punctatus Langor & Zhang [PISOPU]

58.

Pissodes strobi (Peck) [PISOST]

59.

Pissodes terminalis Hopping [PISOTE]

60.

Pissodes yunnanensis Langor & Zhang [PISOYU]

61.

Pissodes zitacuarense Sleeper [PISOZI]

62.

Polygraphus proximus Blandford [POLGPR]

63.

Prodiplosis longifila Gagné [PRDILO]

64.

Pseudopityophthorus minutissimus (Zimmermann) [PSDPMI]

65.

Pseudopityophthorus pruinosus (Eichhoff) [PSDPPR]

66.

Rhynchophorus palmarum (L.) [RHYCPA]

67.

Ripersiella hibisci Kawai & Takagi [RHIOHI]

68.

Saperda candida Fabricius [SAPECN]

69.

Scirtothrips aurantii Faure [SCITAU]

70.

Scirtothrips citri (Moulton) [SCITCI]

71.

Scirtothrips dorsalis Hood [SCITDO]

72.

Scolytinae spp. (niet-Europese) [1SCOLF]

73.

Spodoptera eridania (Cramer) [PRODER]

74.

Spodoptera frugiperda (Smith) [LAPHFR]

75.

Spodoptera litura (Fabricus) [PRODLI]

76.

Tecia solanivora (Povolný) [TECASO]

77.

Tephritidae:

77.1.

Acidiella kagoshimensis (Miyake);

77.2.

Acidoxantha bombacis de Meijere;

77.3.

Acroceratitis distincta (Zia);

77.4.

Adrama spp. [1ADRAG];

77.5.

Anastrepha spp. [1ANSTG];

77.6.

Anastrepha ludens (Loew) [ANSTLU];

77.7.

Asimoneura pantomelas (Bezzi);

77.8.

Austrotephritis protrusa (Hardy & Drew);

77.9.

Bactrocera spp. [1BCTRG] met uitzondering van Bactrocera oleae (Gmelin) [DACUOL];

77.10.

Bactrocera dorsalis (Hendel) [DACUDO];

77.11.

Bactrocera latifrons (Hendel) [DACULA];

77.12.

Bactrocera zonata (Saunders) [DACUZO];

77.13.

Bistrispinaria fortis (Speiser);

77.14.

Bistrispinaria magniceps Bezzi;

77.15.

Callistomyia flavilabris Hering;

77.16.

Campiglossa albiceps (Loew);

77.17.

Campiglossa californica (Novak);

77.18.

Campiglossa duplex (Becker);

77.19.

Campiglossa reticulata (Becker);

77.20.

Campiglossa snowi (Hering);

77.21.

Carpomya incompleta (Becker) [CARYIN];

77.22.

Carpomya pardalina (Bigot) [CARYPA];

77.23.

Ceratitis spp. [1CERTG], met uitzondering van Ceratitis capitata (Wiedemann) [CERTCA];

77.24.

Craspedoxantha marginalis (Wiedemann) [CRSXMA];

77.25.

Dacus spp. [1DACUG];

77.26.

Dioxyna chilensis (Macquart);

77.27.

Dirioxa pornia (Walker) [TRYEMU];

77.28.

Euleia separata (Becker);

77.29.

Euphranta camelliae Hardy;

77.30.

Euphranta canadensis (Loew) [EPOCCA];

77.31.

Euphranta cassia Hancock & Drew;

77.32.

Euphranta japonica (Ito) [RHACJA];

77.33.

Euphranta oshimensis Sun et al.;

77.34.

Eurosta solidaginis (Fitch);

77.35.

Eutreta spp. [1EUTTG];

77.36.

Gastrozona nigrifemur David & Hancock;

77.37.

Goedenia stenoparia (Steyskal);

77.38.

Gymnocarena spp.;

77.39.

Insizwa oblita Munro;

77.40.

Marriottella exquisita Munro;

77.41.

Monacrostichus citricola Bezzi [MNAHCI];

77.42.

Neaspilota alba (Loew);

77.43.

Neaspilota reticulata Norrbom;

77.44.

Paracantha trinotata (Foote);

77.45.

Parastenopa limata (Coquillett);

77.46.

Paratephritis fukaii Shiraki;

77.47.

Paratephritis takeuchii Ito;

77.48.

Paraterellia varipennis Coquillett;

77.49.

Philophylla fossata (Fabricius);

77.50.

Procecidochares spp. [1PROIG];

77.51.

Ptilona confinis (Walker);

77.52.

Ptilona persimilis Hendel;

77.53.

Rhagoletis spp. [1RHAGG], met uitzondering van Rhagoletis alternata (Fallén) [RHAGAL], Rhagoletis batava Hering [RHAGBA], Rhagoletis berberidis Klug, Rhagoletis cerasi L. [RHAGCE], Rhagoletis cingulata (Loew) [RHAGCI], Rhagoletis completa Cresson [RHAGCO], Rhagoletis meigenii (Loew) [CERTME], Rhagoletis suavis (Loew) [RHAGSU], Rhagoletis zernyi Hendel;

77.54.

Rhagoletis pomonella (Walsh) [RHAGPO];

77.55.

Rioxoptilona dunlopi (van der Wulp);

77.56.

Sphaeniscus binoculatus (Bezzi);

77.57.

Sphenella nigricornis Bezzi;

77.58.

Strauzia [1STRAG] spp., met uitzondering van Strauzia longipennis (Wiedemann)[STRALO];

77.59.

Taomyia marshalli Bezzi;

77.60.

Tephritis leavittensis Blanc;

77.61.

Tephritis luteipes Merz;

77.62.

Tephritis ovatipennis Foote;

77.63.

Tephritis pura (Loew);

77.64.

Toxotrypana curvicauda Gerstaecker [TOXTCU];

77.65.

Toxotrypana recurcauda Tigrero;

77.66.

Trupanea bisetosa (Coquillett);

77.67.

Trupanea femoralis (Thomson);

77.68.

Trupanea wheeleri Curran;

77.69.

Trypanocentra nigrithorax Malloch;

77.70.

Trypeta flaveola Coquillett;

77.71.

Urophora christophi Loew;

77.72.

Xanthaciura insecta (Loew)

77.73.

Zacerata asparagi Coquillett;

77.74.

Zeugodacus spp. [1ZEUDG];

77.75.

Zonosemata electa (Say) [ZONOEL].

78.

Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) [ARGPLE]

79.

Thrips palmi Karny [THRIPL]

80.

Trirachys sartus Solsky [AELSSA]

81.

Unaspis citri (Comstock) [UNASCI]

4.

Nematoden

1.

Hirschmanniella spp. Luc & Goodey [1HIRSG], met uitzondering van:

Hirschmanniella behningi (Micoletzky) Luc & Goodey [HIRSBE], Hirschmanniella gracilis (de Man) Luc & Goodey [HIRSGR], Hirschmanniella halophila Sturhan & Hall [HIRSHA], Hirschmanniella loofi Sher [HIRSLO] en Hirschmanniella zostericola (Allgén) Luc & Goodey [HIRSZO]

2.

Longidorus diadecturus Eveleigh & Allen [LONGDI]

3.

Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback [MELGMY]

4.

Nacobbus aberrans (Thorne) Thorne & Allen [NACOBA]

5.

Xiphinema americanum Cobb, sensu stricto [XIPHAA]

6.

Xiphinema bricolense Ebsary, Vrain & Graham [XIPHBC]

7.

Xiphinema californicum Lamberti & Bleve-Zacheo [XIPHCA]

8.

Xiphinema inaequale Khan & Ahmad [XIPHNA ]

9.

Xiphinema intermedium Lamberti & Bleve-Zacheo [XIPHIM]

10.

Xiphinema rivesi (niet-EU-populaties) Dalmasso [XIPHRI]

11.

Xiphinema tarjanense Lamberti & Bleve-Zacheo [XIPHTA]

5.

Parasitaire planten

1.

Arceuthobium spp. [1AREG], met uitzondering van:

Arceuthobium azoricum Wiens & Hawksworth [AREAZ], Arceuthobium gambyi Fridl [AREGA] en Arceuthobium oxycedri DC. M. Bieb. [AREOX]

6.

Virussen, viroïden en fytoplasma’s

1.

Beet curly top virus [BCTV00]

2.

Begomovirussen, met uitzondering van:

Abutilon mosaic virus [ABMV00], Papaya leaf crumple virus [PALCRV], Sweet potato leaf curl virus [SPLCV0], Tomato leaf curl New Delhi Virus [TOLCND], Tomato yellow leaf curl virus [TYLCV0], Tomato yellow leaf curl Sardinia virus [TYLCSV], Tomato yellow leaf curl Malaga virus [TYLCMA], Tomato yellow leaf curl Axarquia virus [TYLCAX]

3.

Black raspberry latent virus [TSVBL0]

4.

Candidatus Phytoplasma aurantifolia-referentiestam [PHYPAF]

5.

Chrysanthemum stem necrosis virus [CSNV00]

6.

Citrus leprosis viruses [CILV00]:

6.1.

CiLV-C [CILVC0];

6.2.

CiLV-C2 [CILVC2];

6.3.

HGSV-2 [HGSV20];

6.4.

Citrusstam van OFV [OFV00] (citrusstam);

6.5.

CiLV-N sensu novo;

6.6.

Citrus chlorotic spot virus.

7.

Citrus tristeza virus (niet-EU-isolaten) [CTV000]

8.

Coconut cadang-cadang viroid [CCCVD0]

9.

Cowpea mild mottle virus [CPMMV0]

10.

Lettuce infectious yellows virus [LIYV00]

11.

Melon yellowing-associated virus [MYAV00]

12.

Palm lethal yellowing phytoplasmas [PHYP56]:

12.1.

Candidatus Phytoplasma cocostanzania – subgroep16SrIV-C;

12.2.

Candidatus Phytoplasma palmae – subgroepen 16SrIV-A, 16SrIV-B, 16SrIV-D, 16SrIV-E, 16SrIV-F;

12.3.

Candidatus Phytoplasma palmicola – 16SrXXII-A;

12.4.

Candidatus Phytoplasma palmicola-verwante stam — 16SrXXII-B;

12.5.

Nieuw Candidatus Phytoplasma dat palm lethal yellowing door 16SrIV-groep veroorzaakt – “Bogia coconut syndrome”

13.

Satsuma dwarf virus [SDV000]

14.

Squash vein yellowing virus [SQVYVX]

15.

Sweet potato chlorotic stunt virus [SPCSV0]

16.

Sweet potato mild mottle virus [SPMMV0]

17.

Tobacco ringspot virus [TRSV00]

18.

Tomato chocolate virus [TOCHV0]

19.

Tomato marchitez virus [TOANV0]

20.

Tomato mild mottle virus [TOMMOV]

21.

Tomato ringspot virus [TORSV0]

22.

Virussen, viroïden en fytoplasma’s van Cydonia Mill., Fragaria L., Malus Mill., Prunus L., Pyrus L., Ribes L., Rubus L. en Vitis L.:

22.1.

American plum line pattern virus [APLPV0];

22.2.

Apple fruit crinkle viroid [AFCVD0];

22.3.

Apple necrotic mosaic virus;

22.4.

Buckland valley grapevine yellows phytoplasma [PHYP77];

22.5.

Blueberry leaf mottle virus [BLMOV0];

22.6.

Candidatus Phytoplasma aurantifolia-verwante stammen (Pear decline Taiwan II, Crotalaria witches’ broom phytoplasma, Sweet potato little leaf phytoplasma [PHYP39]);

22.7.

Candidatus Phytoplasma australiense Davis et al. [PHYPAU] (referentiestam);

22.8.

Candidatus Phytoplasma fraxini (referentiestam) Griffiths et al. [PHYPFR];

22.9.

Candidatus Phytoplasma hispanicum (referentiestam) Davis et al. [PHYP07];

22.10.

Candidatus Phytoplasma phoenicium [PHYPPH];

22.11.

Candidatus Phytoplasma pruni-verwante stam (North American grapevine yellows, NAGYIII) Davis et al.;

22.12.

Candidatus Phytoplasma pyri-verwante stam (Peach yellow leaf roll) Norton et al.;

22.13.

Candidatus Phytoplasma ziziphi (referentiestam) Jung et al. [PHYPZI];

22.14.

Cherry rasp leaf virus (CRLV) [CRLV00];

22.15.

Cherry rosette virus;

22.16.

Cherry rusty mottle associated virus [CRMAV0];

22.17.

Cherry twisted leaf associated virus [CTLAV0];

22.18.

Grapevine berry inner necrosis virus [GINV00];

22.19.

Grapevine red blotch virus [GRBAV0];

22.20.

Grapevine vein-clearing virus [GVCV00];

22.21.

Peach mosaic virus [PCMV00];

22.22.

Peach rosette mosaic virus [PRMV00];

22.23.

Raspberry latent virus [RPLV00];

22.24.

Raspberry leaf curl virus [RLCV00];

22.25.

Strawberry chlorotic fleck-associated virus;

22.26.

Strawberry leaf curl virus;

22.27.

Strawberry necrotic shock virus [SNSV00];

22.28.

Temperate fruit decay-associated virus.

23.

Virussen, viroïden en fytoplasma’s van Solanum tuberosum L. en andere knollenvormende Solanum spp.:

23.1.

Andean potato latent virus [APLV00];

23.2.

Andean potato mild mosaic virus [APMMV0];

23.3.

Andean potato mottle virus [APMOV0];

23.4.

Candidatus Phytoplasma americanum;

23.5.

Candidatus Phytoplasma aurantifolia-verwante stammen (GD32; St_JO_10, 14, 17; PPT-SA; Rus-343F; PPT-GTO29, -GTO30, -SINTV; Potato Huayao Survey 2; Potato hair sprouts);

23.6.

Candidatus Phytoplasma fragariae-verwante stammen (YN-169, YN-10G);

23.7.

Candidatus Phytoplasma pruni-verwante stammen (Clover yellow edge, Potato purple top Akpot7, MT117, Akpot6; PPT-COAHP, -GTOP);

23.8.

Chilli leaf curl virus [CHILCU];

23.9.

Potato black ringspot virus [PBRSV0];

23.10.

Potato virus B [PVB000]

23.11.

Potato virus H [PVH000]

23.12.

Potato virus P [PVP000]

23.13.

Potato virus T [PVT000]

23.14.

Potato yellow dwarf virus [PYDV00];

23.15.

Potato yellow mosaic virus [PYMV00];

23.16.

Potato yellow vein virus [PYVV00];

23.17.

Potato yellowing virus [PYV000];

23.18.

Tomato mosaic Havana virus [THV000];

23.19.

Tomato mottle Taino virus [TOMOTV];

23.20.

Tomato severe rugose virus [TOSRV0];

23.21.

Tomato yellow vein streak virus [TOYVSV];

23.22.

Niet-EU-isolaten van de potato viruses S, X en Potato leafroll virus [PVS000], [PVX000] en [PLRV00].

DEEL B

PLAAGORGANISMEN WAARVAN BEKEND IS DAT ZIJ OP HET GRONDGEBIED VAN DE UNIE VOORKOMEN

Quarantaineorganismen en de daaraan door de EPPO toegewezen codes

1.

Bacteriën

1.

Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kottho) Nouioui et al. [CORBSE]

2.

Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. Emend. Safni et al. [RALSSL]

3.

Xylella fastidiosa (Wells et al.) [XYLEFA]

2.

Schimmels en oömyceten

1.

Ceratocystis platani (J. M. Walter) Engelbr. & T. C. Harr [CERAFP]

2.

Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell [GIBBCI]

3.

Geosmithia morbida Kolarík, Freeland, Utley & Tisserat [GEOHMO]

4.

Synchytrium endobioticum (Schilb.) Percival [SYNCEN]

3.

Insecten en mijten

1.

Aleurocanthus spiniferus (Quaintance) [ALECSN]

2.

Anoplophora chinensis (Thomson) [ANOLCN]

3.

Anoplophora glabripennis (Motschulsky) [ANOLGL]

4.

Aromia bungii (Faldermann) [AROMBU]

5.

Pityophthorus juglandis Blackman [PITOJU]

6.

Popillia japonica Newman [POPIJA]

7.

Toxoptera citricida (Kirkaldy) [TOXOCI]

8.

Trioza erytreae Del Guercio [TRIZER]

4.

Weekdieren

1.

Pomacea (Perry) [1POMAG]

5.

Nematoden

1.

Bursaphelenchus xylophilus (Steiner & Bührer) Nickle et al. [BURSXY]

2.

Globodera pallida (Stone) Behrens [HETDPA]

3.

Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens [HETDRO]

4.

Meloidogyne chitwoodi Golden et al. [MELGCH]

5.

Meloidogyne fallax Karssen [MELGFA]

6.

Virussen, viroïden en fytoplasma’s

1.

Grapevine flavescence dorée phytoplasma [PHYP64]

2.

Tomato leaf curl New Delhi virus [TOLCND]

3)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan de inhoudsopgave wordt de volgende rij toegevoegd:

“Deel M: Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt van Actinidia Lindl. worden gebruikt, met uitzondering van zaden”;

b)

deel D wordt als volgt gewijzigd:

i)

tussen de eerste en de tweede rij van de tabel “Bacteriën” wordt de volgende rij ingevoegd:

Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto [PSDMAK]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Actinidia Lindl.

0 %”

ii)

tussen de vierde en de vijfde rij van de tabel “Schimmels en oömyceten” wordt de volgende rij ingevoegd:

Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld [PHYTRA]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pollen en zaden

Camellia L., Castanea sativa Mill., Fraxinus excelsior L., Larix decidua Mill., Larix kaempferi (Lamb.) Carrière, Larix × eurolepis A. Henry, Pseudotsuga menziesii (Mirb.) Franco, Quercus cerris L., Quercus ilex L., Quercus rubra L., Rhododendron L. met uitzondering van R. simsii L., Viburnum L.

0 %”

c)

deel E wordt vervangen door:

“DEEL E

Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden

Schimmels en oömyceten

Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen

Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort)

Drempelwaarde voor het desbetreffende bosbouwkundig teeltmateriaal

Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr [ENDOPA]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Castanea sativa Mill.

0 %

Dothistroma pini Hulbary [DOTSPI]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Pinus L.

0 %

Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet [SCIRPI]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Pinus L.

0 %

Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow [SCIRAC]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Pinus L.

0 %

Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pollen en zaden

Castanea sativa Mill., Fraxinus excelsior L., Larix decidua Mill., Larix kaempferi (Lamb.) Carrière, Larix × eurolepis A. Henry, Pseudotsuga menziesii (Mirb.) Franco, Quercus cerris L., Quercus ilex L., Quercus rubra L.

0 %”

d)

in deel F “Insecten en mijten” worden de tweede en de derde rij van de tabel vervangen door:

Bruchus pisorum (Linnaeus ) [BRCHPI]

Pisum sativum L.

0 %

Bruchus rufimanus Boheman [BRCHRU]

Vicia faba L.

0 %”

e)

deel J wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de tabel “Schimmels en oömyceten” wordt tussen de 22e en de 23e rij de volgende rij ingevoegd:

Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld [PHYTRA]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pollen en zaden

Castanea sativa Mill., Vaccinium L.

0 %”

ii)

in de tabel “Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s” wordt de 21e rij geschrapt;

f)

in deel L wordt na de tabel “Schimmels en oömyceten” de volgende tabel toegevoegd:

Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s

Citrus bark cracking viroid [CBCVD0]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pollen en zaden

Humulus lupulus L.

0 %”

g)

het volgende deel wordt toegevoegd:

“DEEL M

Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt van Actinidia Lindl. worden gebruikt, met uitzondering van zaden

Bacteriën

Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen

Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort)

Drempelwaarde voor het betrokken teeltmateriaal van fruitgewassen en de betrokken fruitgewassen

Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto [PSDMAK]

Actinidia Lindl.

0 %”

4)

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan de inhoudsopgave wordt de volgende rij toegevoegd:

“Deel K: Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt van Actinidia Lindl. worden gebruikt, met uitzondering van zaden, te voorkomen”;

b)

deel C wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de tabel “Bacteriën” wordt tussen de eerste en de tweede rij de volgende rij ingevoegd:

Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto [PSDMAK]

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Actinidia Lindl.

a)

de planten zijn geteeld in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Pseudomonas syringae pv. actinidiae, of

b)

i)

op de productielocatie zijn tijdens het laatste volledige teeltseizoen geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. actinidiae op de planten waargenomen, of

ii)

symptomen van Pseudomonas syringae pv. actinidiae zijn waargenomen op niet meer dan 1 % van de planten op de productielocatie, en die planten met symptomen en alle planten met symptomen in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en

een representatief deel van de resterende asymptomatische planten is bemonsterd en getest op Pseudomonas syringae pv. actinidiae en vrij bevonden van dat plaagorganisme;

en

de planten zijn vóór het in de handel brengen steekproefsgewijs gecontroleerd en getest op Pseudomonas syringae pv. actinidiae en vrij bevonden van dat plaagorganisme.”

ii)

in de tabel “Schimmels en oömyceten” wordt tussen de tweede en de derde rij de volgende rij ingevoegd:

Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld

Camellia L., Castanea sativa Mill., Fraxinus excelsior L., Larix decidua Mill., Larix kaempferi (Lamb.) Carrière, Larix × eurolepis A. Henry, Pseudotsuga menziesii (Mirb.) Franco, Quercus cerris L., Quercus ilex L., Quercus rubra L., Rhododendron L. met uitzondering van R. simsii L., Viburnum L.

a)

de planten zijn geteeld in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten), of

b)

gedurende het laatste volledige teeltseizoen zijn op waardplanten op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) waargenomen, of

c)

i)

planten met symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) op de productielocatie en alle planten binnen een straal van 2 m van het materiaal met symptomen zijn verwijderd en vernietigd, met inbegrip van de aanhangende grond;

en

ii)

voor alle waardplanten binnen een straal van 10 m rond de planten met symptomen en voor alle resterende planten van de besmette partij:

zijn gedurende drie maanden na de detectie van planten met symptomen bij ten minste twee inspecties op geschikte tijdstippen om het plaagorganisme te detecteren geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) op die planten waargenomen en werden tijdens die periode van drie maanden geen behandelingen uitgevoerd om symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) te onderdrukken, en

na die periode van drie maanden:

zijn op die planten op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) waargenomen, of

is een representatief monster van de in het verkeer te brengen planten getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten);

en

iii)

voor alle andere planten op de productieplaats:

zijn op die planten op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) waargenomen, of

is een representatief monster van de in het verkeer te brengen planten getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten).”

iii)

in de tabel “Insecten en mijten” wordt in de derde rij de derde kolom vervangen door:

“a)

de planten zijn gedurende de hele levensduur geteeld in een gebied dat door de verantwoordelijke officiële instantie overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier), of

b)

de planten zijn gedurende de twee jaar vóór het in het verkeer brengen geteeld op een locatie in de Unie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier), of op een locatie in de Unie waar ten aanzien van dat plaagorganisme passende preventieve behandelingen zijn toegepast tegen het plaatorganisme, en

c)

de planten zijn ten minste eens per vier maanden visueel geïnspecteerd, waarbij is bevestigd dat het materiaal vrij is van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier).”;

iv)

in de tabel “Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s” wordt in de derde rij de derde kolom vervangen door:

“a)

de planten zijn afkomstig van moederplanten die visueel zijn geïnspecteerd en vrij zijn bevonden van symptomen van Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider, en

b)

i)

de planten zijn geteeld in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider, of

ii)

de planten zijn geteeld op een productielocatie die gedurende het laatste volledige teeltseizoen door middel van visuele inspectie vrij is bevonden van het plaagorganisme, en planten met symptomen in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;

of

c)

de planten op de productielocatie en alle planten in de onmiddellijke nabijheid waarop gedurende de laatste drie teeltseizoenen tijdens visuele inspecties op geschikte tijdstippen symptomen van Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider zijn gevonden, zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.”;

v)

deel D wordt vervangen door:

“DEEL D

Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden, te voorkomen

De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht controles en neemt alle andere maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de in de derde kolom van de onderstaande tabel bedoelde voorschriften met betrekking tot de respectieve gereguleerde niet-quarantaineorganismen en voor opplant bestemde planten is voldaan.

Schimmels en oömyceten

Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen

Voor opplant bestemde planten

Voorschriften

Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Castanea sativa Mill.

a)

bosbouwkundig teeltmateriaal is afkomstig van gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr, of

b)

gedurende het laatste volledige teeltseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr waargenomen, of

c)

bosbouwkundig teeltmateriaal met symptomen van Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr is verwijderd, en het resterende materiaal is wekelijks geïnspecteerd en gedurende ten minste drie weken vóór het in het verkeer brengen van dat materiaal zijn op de productielocatie geen symptomen van Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr waargenomen.

Dothistroma pini Hulbary,

Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet

Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden

Pinus L.

a)

bosbouwkundig teeltmateriaal is afkomstig van gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Dothistroma pini Hulbary, Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet en Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow, of

b)

tijdens het laatste volledige teeltseizoen zijn geen symptomen van de naaldziekte (“needle blight”) veroorzaakt door Dothistroma pini Hulbary, Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet of Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow waargenomen op de productielocatie of in de directe omgeving daarvan, of

c)

er zijn op de productielocatie passende behandelingen verricht tegen de naaldziekte (“needle blight”) veroorzaakt door Dothistroma pini Hulbary, Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet of Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow, en het bosbouwkundig teeltmateriaal is vóór het in het verkeer brengen geïnspecteerd en vrij bevonden van symptomen van deze naaldziekte.

Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van pollen en zaden

Castanea sativa Mill., Fraxinus excelsior L., Larix decidua Mill., Larix kaempferi (Lamb.) Carrière, Larix × eurolepis A. Henry, Pseudotsuga menziesii (Mirb.) Franco, Quercus cerris L., Quercus ilex L., Quercus rubra L.

a)

bosbouwkundig teeltmateriaal is afkomstig van gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten), of

b)

gedurende het laatste volledige teeltseizoen zijn op bosbouwkundig teeltmateriaal op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) waargenomen, of

c)

i)

bosbouwkundig teeltmateriaal met symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) op de productielocatie en alle bosbouwkundig teeltmateriaal binnen een straal van 2 m van het materiaal met symptomen is verwijderd en vernietigd, met inbegrip van de aanhangende grond;

en

ii)

voor alle bosbouwkundig teeltmateriaal binnen een straal van 10 m rond de planten met symptomen en voor het resterend bosbouwkundig teeltmateriaal van de besmette partij:

zijn binnen drie maanden na de detectie van bosbouwkundig teeltmateriaal met symptomen bij ten minste twee inspecties op geschikte tijdstippen om het plaagorganisme te detecteren geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) waargenomen op dat bosbouwkundig teeltmateriaal en werden tijdens die periode van drie maanden geen behandelingen uitgevoerd om symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) te onderdrukken, en

na die periode van drie maanden:

zijn op dat bosbouwkundig teeltmateriaal op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) waargenomen, of

s een representatief monster van het in het verkeer te brengen bosbouwkundig teeltmateriaal getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten);

en

iii)

voor alle andere bosbouwkundig teeltmateriaal op de productieplaats:

zijn op dat bosbouwkundig teeltmateriaal op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) waargenomen, of

is een representatief monster van het in het verkeer te brengen bosbouwkundig teeltmateriaal getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten).”;

vi)

in deel E worden de rijen over “Bruchus pisorum (L.)” en “Bruchus rufimanus L.” vervangen door:

Bruchus pisorum (Linnaeus)

Pisum sativum L.

a)

een representatief monster van het zaad is visueel geïnspecteerd op het meest geschikte tijdstip om het plaagorganisme op te sporen, eventueel na een passende behandeling, en

b)

het zaad is vrij bevonden van Bruchus pisorum (Linnaeus).

Bruchus rufimanus Boheman

Vicia faba L.

(a)

een representatief monster van het zaad is visueel geïnspecteerd op het meest geschikte tijdstip om het plaagorganisme op te sporen, eventueel na een passende behandeling, en

(b)

het zaad is vrij bevonden van Bruchus rufimanus Boheman. ”;

vii)

in deel F wordt de eerste rij van de derde tabel vervangen door:

Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al.

Solanum tuberosum L.

De bevoegde autoriteit heeft de partijen aan een officiële inspectie onderworpen en bevestigt dat zij aan de respectieve bepalingen van bijlage IV voldoen, tenzij de partij is geteeld op basis van planten die voldoen aan punt b), i), van de derde kolom van de tweede rij van de eerste tabel van deel F van bijlage V. ”;

viii)

in deel J wordt in de tabel “Schimmels” de eerste rij vervangen door:

“Schimmels en oömyceten”;

ix)

in deel J wordt de volgende tabel ingevoegd na de tabel “Schimmels”:

Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s

Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen

Voor opplant bestemde planten

Voorschriften

Citrus bark cracking viroid [CBCVD0]

Humulus lupulus L.

a)

de planten zijn geteeld in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Citrus bark cracking viroid, of

b)

i)

de productieplaats is gedurende de twee laatste volledige teeltseizoenen door middel van visuele inspectie van de planten op het meest geschikte tijdstip om het plaagorganisme op te sporen vrij van Citrus bark cracking viroid bevonden en om mechanische overdracht te voorkomen, zijn op de productieplaats gepaste hygiënische maatregelen genomen, en

ii)

voor opplant bestemde planten zijn afkomstig van moederplanten die vrij van Citrus bark cracking viroid zijn bevonden, en

moederplanten die zijn gehouden op een productielocatie die fysiek beschermd is tegen besmettingshaarden met Citrus bark cracking viroid, moeten elk jaar op het meest geschikte tijdstip visueel worden geïnspecteerd, bemonsterd en getoetst om de aanwezigheid van Citrus bark cracking viroid op te sporen zodat alle moederplanten binnen een tijdsbestek van vijf jaar worden getest, of

moederplanten die niet zijn gehouden op een productielocatie die fysiek beschermd is tegen besmettingshaarden met Citrus bark cracking viroid moeten gedurende de laatste vijf volledige teeltseizoenen door middel van visuele inspectie op het meest geschikte tijdstip om het plaagorganisme op te sporen vrij zijn bevonden van Citrus bark cracking viroid, en

een representatief monster van moederplanten is in de laatste twaalf maanden door middel van een toets op het meest geschikte tijdstip om het plaagorganisme op te sporen en vrij bevonden van Citrus bark cracking viroid, en

de moederplanten zijn minstens 20 m verwijderd van naburige productieplaatsen waar Humulus lupulus L. wordt geteeld, en

iii)

de productielocatie die wordt gebruikt voor beworteling van bewortelde voor opplant bestemde planten die in het verkeer moeten worden gebracht, is

minstens 20 m verwijderd van productiegewassen van Humulus lupulus L., of

fysiek beschermd tegen besmettingshaarden van Citrus bark cracking viroid.”;

x)

het volgende deel wordt toegevoegd:

“DEEL K

Maatregelen ter preventie van de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt van Actinidia Lindl. worden gebruikt, met uitzondering van zaden

De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht controles en neemt alle andere maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de in de derde kolom van de onderstaande tabel bedoelde voorschriften met betrekking tot het gereguleerde niet-quarantaineorganisme en de voor opplant bestemde planten is voldaan.

Bacteriën

Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen

Voor opplant bestemde planten

Maatregelen

Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto [PSDMAK]

Actinidia Lindl.

a)

het teeltmateriaal en de fruitgewassen zijn geteeld in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij zijn bevonden van Pseudomonas syringae pv. actinidiae, of

b)

het teeltmateriaal en de fruitgewassen zijn afkomstig van moederplanten die twee keer per jaar visueel zijn geïnspecteerd en vrij van Pseudomonas syringae pv. actinidiae zijn bevonden;

en

c)

i)

voor moederplanten die in stand zijn gehouden in faciliteiten waar fysieke bescherming tegen besmettingen met Pseudomonas syringae pv. actinidiae is verzekerd, is om de vier jaar een representatief deel van de moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Pseudomonas syringae pv. actinidiae zodat alle moederplanten binnen een tijdsbestek van acht jaar worden getoetst, of

ii)

voor moederplanten die niet in stand zijn gehouden in de hierboven genoemde faciliteiten, is elk jaar een representatief deel van de moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Pseudomonas syringae pv. actinidiae zodat alle moederplanten in een tijdsbestek van drie jaar worden getoetst;

en

d)

i)

voor teeltmateriaal en fruitgewassen die in stand zijn gehouden in de hierboven genoemde faciliteiten, zijn tijdens het laatste volledige teeltseizoen op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. actinidiae op de productielocatie vastgesteld, of

ii)

voor teeltmateriaal en fruitgewassen die niet in stand zijn gehouden in de hierboven genoemde faciliteiten zijn tijdens het laatste volledige teeltseizoen op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. actinidiae op de productielocatie vastgesteld en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen zijn vóór het in het verkeer brengen steekproefsgewijs bemonsterd en getoetst op Pseudomonas syringae pv. actinidiae en vrij van het betrokken plaagorganisme bevonden, of

iii)

voor teeltmateriaal en fruitgewassen die niet in stand zijn gehouden in de hierboven genoemde faciliteiten, zijn symptomen van Pseudomonas syringae pv. actinidiae vastgesteld op niet meer dan 1 % van het teeltmateriaal en de fruitgewassen op de productielocatie, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen, en alle teeltmateriaal en fruitgewassen met symptomen in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief deel van het/de overblijvende teeltmateriaal en fruitgewassen zonder symptomen is bemonsterd en getoetst op Pseudomonas syringae pv. actinidiae en vrij van het betrokken plaagorganisme bevonden. ”.

5)

Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

a)

tussen de punten 3 en 4 wordt het volgende punt ingevoegd:

“3.1

Bast, zonder andere delen, van Acer macrophyllum Pursh, Aesculus californica (Spach) Nutt., Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Quercus L. en Taxus brevifolia Nutt.

ex 1404 90 00 ex 4401 40 90

Canada, Verenigd Koninkrijk  (1), Verenigde Staten en Vietnam

b)

punt 5 wordt vervangen door:

“5.

Bast, zonder andere delen, van Quercus L., met uitzondering van Quercus suber L.

ex 1404 90 00 ex 4401 40 90

Mexico” ;

c)

in punt 18 worden in de kolom “GN-code” de GN-codes vervangen door:

 

“ ex 0602 10 90

 

ex 0602 90 30

 

ex 0602 90 45

 

ex 0602 90 46

 

ex 0602 90 48

 

ex 0602 90 50

 

ex 0602 90 70

 

ex 0602 90 91

 

ex 0602 90 99 ”.

6)

Bijlage VII wordt als volgt gewijzigd:

a)

tussen de punten 2 en 3 wordt het volgende punt ingevoegd:

“2.1

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van bollen, stengelknollen, wortelstokken, zaden, knollen en planten in weefselkweek

0602 10 90

0602 20 20

0602 20 80

0602 30 00

0602 40 00

0602 90 20

0602 90 30

0602 90 41

0602 90 45

0602 90 46

0602 90 47

0602 90 48

0602 90 50

0602 90 70

0602 90 91

0602 90 99

ex 0704 10 00

ex 0704 90 10

ex 0704 90 90

ex 0705 11 00

ex 0705 19 00

ex 0709 40 00

ex 0709 99 10

ex 0910 99 31

ex 0910 99 33

Derde landen, met uitzondering van Zwitserland

Officiële verklaring dat de planten:

a)

in kwekerijen zijn geproduceerd die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong,

en

b)

op geschikte tijdstippen en voorafgaand aan de uitvoer zijn geïnspecteerd.” ;

b)

na punt 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

i)

het volgende punt 4.1 wordt ingevoegd:

“4.1

Voor opplant bestemde planten met wortels, met uitzondering van planten in weefselkweek

ex 0601 20 30

ex 0601 20 90

ex 0602 30 00

ex 0602 40 00

ex 0602 90 20

ex 0602 90 30

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Derde landen

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een land dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij van Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback is bevonden,

of

b)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

tijdens hun hele levenscyclus zijn geteeld in een groeimedium dat op het ogenblik dat de planten werden geplant:

i)

vrij was van grond of organisch materiaal en niet eerder was gebruikt voor de plantenteelt of andere landbouwdoeleinden,

of

ii)

uitsluitend bestond uit turf of vezel van Cocos nucifera L., en niet eerder was gebruikt voor de plantenteelt of andere landbouwdoeleinden,

of

iii)

een doeltreffende fumigatie of warmtebehandeling had ondergaan om te garanderen dat het vrij is van Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback en die op het fytosanitaire certificaat vermeld staat,

of

iv)

een doeltreffende systeembenadering had ondergaan om te garanderen dat het vrij is vanMeloidogyne enterolobii Yang & Eisenback en die op het fytosanitaire certificaat vermeld staat;

en

in alle in de punten i) tot en met iv) genoemde gevallen onder passende omstandigheden werd opgeslagen en onderhouden om het vrij te houden van Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback en dat sinds de opplant passende maatregelen zijn genomen om te garanderen dat de planten vrij werden gehouden van Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback, waaronder ten minste:

het groeimedium fysiek geïsoleerd houden van grond en andere mogelijke bronnen van verontreiniging, en

hygiënische maatregelen,

of

d)

i)

afkomstig zijn uit een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback,

en

ii)

de wortels van een representatief monster van de zending onmiddellijk voor uitvoer zijn geïnspecteerd en vrij zijn bevonden van symptomen van Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback.”;

ii)

het volgende punt 4.2 wordt ingevoegd:

“4.2

Voor opplant bestemde planten met groeimedia, bedoeld om de levenskracht van de planten te handhaven, met uitzondering van planten in weefselkweek en waterplanten

ex 0602 20 80

ex 0602 30 00

ex 0602 40 00

ex 0602 90 20

ex 0602 90 30

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Canada, China, India, Japan, Rusland, Verenigde Staten en Zwitserland

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Popillia japonica Newman. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

zijn geteeld op een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Popillia japonica Newman:

i)

die is onderworpen aan een jaarlijkse officiële inspectie en, ten minste, een maandelijkse inspectie gedurende de drie maanden voorafgaand aan de uitvoer, naar tekenen van Popillia japonica Newman, uitgevoerd op daartoe geschikte tijdstippen om de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme op te sporen, ten minste door visueel onderzoek van alle planten, met inbegrip van onkruid, en bemonstering van de groeimedia waarin de planten groeien,

en

ii)

die is omgeven door een bufferzone van minstens 100 m waar de afwezigheid van Popillia japonica Newman is bevestigd door jaarlijks op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële onderzoeken,

en

iii)

de planten en de groeimedia onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer aan een officiële inspectie zijn onderworpen, met inbegrip van de bemonstering van de groeimedia, en vrij zijn bevonden van Popillia japonica Newman,

en

iv)

de planten:

zodanig zijn verwerkt en verpakt dat besmetting met Popillia japonica Newman na het verlaten van de productieplaats wordt vermeden,

of

buiten het vluchtseizoen van Popillia japonica Newman zijn vervoerd,

of

c)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Popillia japonica Newman en de planten:

i)

zodanig zijn verwerkt en verpakt dat besmetting met Popillia japonica Newman na het verlaten van de productielocatie wordt vermeden;

of

ii)

buiten het vluchtseizoen van Popillia japonica Newman zijn vervoerd;

of

d)

zijn geteeld volgens een systeembenadering die is goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 107 van Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde procedure om te garanderen dat zij vrij zijn van Popillia japonica Newman.”;

c)

punt 8 wordt vervangen door:

“8.

Voor opplant bestemde planten van kruidachtige soorten, met uitzondering van bollen, stengelknollen, planten van de familie Poaceae, wortelstokken, zaden, knollen en planten in weefselkweek

ex 0602 10 90

0602 90 20

ex 0602 90 30

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

ex 0704 10 00

ex 0704 90 10

ex 0704 90 90

ex 0705 11 00

ex 0705 19 00

ex 0705 21 00

ex 0705 29 00

ex 0706 90 10

ex 0709 40 00

ex 0709 99 10

ex 0910 99 31

ex 0910 99 33

Derde landen waarvan bekend is dat Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch) er voorkomen

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

afkomstig zijn uit een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch), en die vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, in de rubriek “Aanvullende verklaring”, en bij officiële inspecties die in de laatste drie maanden voorafgaand aan de uitvoer ten minste eens per maand zijn verricht, vrij is verklaard van Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch),

of

c)

onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer adequaat zijn behandeld tegen Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch) en officieel zijn geïnspecteerd en vrij zijn bevonden van Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch).

Nadere gegevens over de in punt c) bedoelde behandeling worden vermeld op het fytosanitaire certificaat.”;

d)

punt 20 wordt vervangen door:

“20.

Knollen van Solanum tuberosum L., bestemd voor opplant

0701 10 00

Derde landen

Officiële verklaring dat de knollen:

a)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Meloidogyne chitwoodi Golden et al., Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback en Meloidogyne fallax Karssen,

of

b)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Meloidogyne chitwoodi Golden et al., Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback en Meloidogyne fallax Karssen is erkend. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

afkomstig zijn uit een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong bij een jaarlijks onderzoek door middel visuele inspectie, op daartoe geschikte tijdstippen, van waardplanten, alsmede visuele inspectie na de oogst van de op die productieplaats geteelde aardappelen, van zowel hele als doorgesneden knollen, vrij is bevonden van Meloidogyne chitwoodi Golden et al., Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback en Meloidogyne fallax Karssen,

of

d)

na de oogst van de knollen een aselect monster is genomen dat met een passende inductiemethode op symptomen dan wel met laboratoriumproeven is onderzocht, alsmede zowel hele als doorgesneden knollen op geschikte tijdstippen visueel zijn geïnspecteerd, maar in elk geval op het ogenblik dat de colli of de containers zijn gesloten en geen symptomen van Meloidogyne chitwoodi Golden et al., Meloidogyne enterolobii Yang & Eisenback en Meloidogyne fallax Karssen zijn waargenomen.”;

e)

tussen de punten 21 en 22 worden de volgende punten ingevoegd:

“21.1

Voor opplant bestemde planten van Cucurbitaceae Juss. en Solanaceae Juss., met uitzondering van bollen, stengelknollen, wortelstokken, pollen, zaden, knollen en planten in weefselkweek

ex 0602 10 90

ex 0602 90 30

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Derde landen

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Ceratothripoides claratris (Shumsher),

of

b)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Ceratothripoides claratris (Shumsher). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

gedurende hun hele levensduur geteeld zijn in een productielocatie met fysische bescherming tegen de introductie van Ceratothripoides claratris (Shumsher) en die ten minste drie maanden voorafgaand aan de uitvoer is onderworpen aan ten minste één inspectie om de aanwezigheid van Ceratothripoides claratris (Shumsher) op te sporen.

21.2

Voor opplant bestemde planten van

Allium cepa L., Asparagus L.,

Cynara scolymus L.,

Citrullus lanatus (Thnb.) Matusm. & Nakai, Cucurbita L., Cucumis melo L., Cucumis sativum L., Glycine max (L.), Merr., Gossypium L., Medicago sativa, L., Persea americana Mill., Phaseolus L., Ricinus communis L.,

en Tagetes L., met uitzondering van bollen, stengelknollen, planten in weefselkweek, wortelstokken, pollen, zaden en knollen.

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 30

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en de Verenigde Staten

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Prodiplosis longifila Gagné. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

ten minste gedurende twee maanden voorafgaand aan de uitvoer, of voor planten die jonger dan twee maanden zijn, gedurende hun hele levensduur, zijn geteeld op een productielocatie met fysieke bescherming die door het land van oorsprong vrij is bevonden van Prodiplosis longifila Gagné, op basis van officiële inspecties die tijdens hun hele levensduur of tijdens de laatste twee maanden voorafgaand aan de uitvoer zijn uitgevoerd.”;

f)

tussen de punten 24 en 25 wordt het volgende punt ingevoegd:

“24.1

Voor opplant bestemde planten van Euphorbia pulcherrima Willd., Fragaria L. en Rubus L., met uitzondering van planten in weefselkweek, pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 30

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Derde landen

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Eotetranychus lewisi (McGregor),

of

b)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Eotetranychus lewisi (McGregor). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

afkomstig zijn uit een productieplaats in het land van oorsprong die door de nationale plantenziektekundige dienst van dat land overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Eotetranychus lewisi (McGregor).”;

g)

punt 28 wordt vervangen door:

“28.

Snijbloemen van Chrysanthemum L., Dianthus L., Gypsophila L. en Solidago L., en de bladgroenten Apium graveolens L. en Ocimum L.

0603 12 00 ,

0603 14 00

ex 0603 19 70

0709 40 00

ex 0709 99 10

ex 0709 99 90

ex 1211 90 86

ex 1404 90 00

Derde landen

Officiële verklaring dat de snijbloemen en de bladgroenten:

a)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch),

of

b)

onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd en vrij zijn bevonden van Liriomyza sativae (Blanchard) en Nemorimyza maculosa (Malloch).”;

h)

punt 29 wordt vervangen door:

“29.

Snijbloemen van Orchidaceae

0603 13 00

Derde landen, met uitzondering van Thailand

Officiële verklaring dat de snijbloemen:

a)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Thrips palmi Karny,

of

b)

onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd en vrij zijn bevonden van Thrips palmi Karny.

29.1

Snijbloemen van Orchidaceae

0603 13 00

Thailand

Officiële verklaring dat de snijbloemen:

a)

zijn geteeld op een productieplaats die bij officiële inspecties die in de laatste drie maanden voorafgaand aan de uitvoer ten minste eens per maand zijn verricht, vrij is verklaard van Thrips palmi Karny,

of

b)

een doeltreffende fumigatie hebben ondergaan om te garanderen dat zij vrij zijn van Thrips palmi Karny, en de gegevens van de behandeling staan vermeld op het fytosanitaire certificaat.”;

i)

tussen de punten 30 en 31 wordt het volgende punt ingevoegd:

“30.1

Voor opplant bestemde planten van Diospyros kaki L., Ficus carica L., Hedera helix L., Laurus nobilis L., Magnolia L., Malus Mill., Melia L., Mespilus germanica L., Parthenocissus Planch., Prunus L., Psidium guajava L., Punica granatum L., Pyracantha M. Roem., Pyrus L., Rosa L., met uitzondering van zaden, pollen en planten in weefselkweek

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 40 00

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Australië, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Eswatini, Filipijnen, Guam, India, Indonesië, Iran, Japan, Kenia, Laos, Maleisië, Mauritius, Micronesia, Montenegro, Nigeria, Noord-Korea, Noordelijke Marianen, Pakistan, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Réunion, Sri Lanka, Taiwan, Tanzania, Thailand, Uganda, Verenigde Staten, Vietnam, Zuid-Afrika en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Aleurocanthus spiniferus (Quaintance). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

zijn geteeld op een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Aleurocanthus spiniferus (Quaintance):

i)

die gedurende het laatste jaar voorafgaand aan de uitvoer is onderworpen aan officiële inspecties die op passende tijdstippen zijn uitgevoerd,

en

ii)

de planten zijn vóór het in het verkeer brengen zodanig verwerkt en verpakt dat besmetting na het verlaten van de productieplaats wordt vermeden,

of

c)

een doeltreffende behandeling hebben ondergaan om te garanderen dat zij vrij zijn van Aleurocanthus spiniferus (Quaintance) en voorafgaand aan de uitvoer daarvan vrij zijn bevonden.”;

j)

in punt 31, in de eerste kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen”, wordt de tekst vervangen door:

“Planten van naaldbomen (Pinopsida), met uitzondering van vruchten en zaden”;

k)

punt 32 wordt vervangen door:

“32.

Planten van naaldbomen (Pinopsida), met uitzondering van vruchten en zaden, van meer dan 3 m hoog

ex 0602 20 80 ex 0602 90 41 ex 0602 90 47 ex 0602 90 50 ex 0602 90 99 ex 0604 20 20 ex 0604 20 40 ex 1404 90 00

Derde landen, met uitzondering van Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Bosnië en Herzegovina, Canarische Eilanden, de Faeröer, Georgië, IJsland, Liechtenstein, Moldavië, Monaco, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, Oekraïne, Rusland (alleen de volgende delen: Centraal Federaal District (Tsentralny federalny okrug), Noordwestelijk Federaal District (Severo-Zapadny federalny okrug), Zuidelijk Federaal District (Yuzhny federalny okrug), Noord-Kaukasisch Federaal District (Severo-Kavkazsky federalny okrug) en Federaal District Privolzjski (Wolga) (Prilozhsky federalny okrug)), San Marino, Servië, Turkije, Verenigd Koninkrijk (1) en Zwitserland

Officiële verklaring dat de planten zijn geproduceerd op een productieplaats die vrij is van Scolytinae spp. (niet-Europees).”;

l)

na punt 32 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

i)

het volgende punt 32.1 wordt ingevoegd:

“32.1

Voor opplant bestemde planten van Acacia Mill., Acer buergerianum Miq., Acer macrophyllum Pursh, Acer negundo L., Acer palmatum Thunb., Acer paxii Franch., Acer pseudoplatanus L., Aesculus californica (Spach) Nutt., Ailanthus altissima (Mill.) Swingle, Albizia falcate Backer ex Merr., Albizia julibrissin Durazz., Alectryon excelsus Gärtn., Alnus rhombifolia Nutt., Archontophoenix cunninghamiana H. Wendl. & Drude, Artocarpus integer (Thunb.) Merr., Azadirachta indica A. Juss., Baccharis salicina Torr. & A. Gray, Bauhinia variegata L., Brachychiton discolor F. Muell., Brachychiton populneus R. Br., Camellia semiserrata C.W. Chi, Camellia sinensis (L.) Kuntze, Canarium commune L., Castanospermum australe A. Cunningham & C. Fraser, Cercidium floridum Benth. ex A. Gray, Cercidium sonorae Rose & I. M. Johnst., Cocculus laurifolius DC., Combretum kraussii Hochst., Cupaniopsis anacardioides (A. Rich.) Radlk., Dombeya cacuminum Hochr., Erythrina corallodendron L., Erythrina coralloides Moc. & Sessé ex DC., Erythrina falcata Benth., Erythrina fusca Lour., Eucalyptus ficifolia F. Müll., Fagus crenata Blume, Ficus L., Gleditsia triacanthos L., Hevea brasiliensis (Willd. ex A. Juss) Muell. Arg., Howea forsteriana (F. Müller) Becc., Ilex cornuta Lindl. & Paxton, Inga vera Willd., Jacaranda mimosifolia D. Don, Koelreuteria bipinnata Franch., Liquidambar styraciflua L., Magnolia grandiflora L., Magnolia virginiana L., Mimosa bracaatinga Hoehne, Morus alba L., Parkinsonia aculeata L., Persea americana Mill., Pithecellobium lobatum Benth., Platanus x hispanica Mill. ex Münchh., Platanus mexicana Torr., Platanus occidentalis L., Platanus orientalis L., Platanus racemosa Nutt., Podalyria calyptrata Willd., Populus fremontii S. Watson, Populus nigra L., Populus trichocarpa Torr. & A.Gray ex Hook., Prosopis articulata S.Watson, Protium serratum Engl., Psoralea pinnata L., Pterocarya stenoptera C.DC., Quercus agrifolia Née, Quercus calliprinos Webb., Quercus chrysolepis Liebm, Quercus engelmannii Greene, Quercus ithaburensis Dence., Quercus lobata Née, Quercus palustris Marshall, Quercus robur L., Quercus suber L., Ricinus communis L., Salix alba L., Salix babylonica L., Salix gooddingii C.R.Ball, Salix laevigata Bebb, Salix mucronata Thnb., Shorea robusta C.F.Gaertn., Spathodea campanulata P.Beauv., Spondias dulcis Parkinson, Tamarix ramosissima Kar. ex Boiss., Virgilia oroboides subsp. ferrugine B.-E.van Wyk, Wisteria floribunda (Willd.) DC. en Xylosma avilae Sleumer, met uitzondering van planten in weefselkweek, pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Derde landen

Officiële verklaring dat de planten:

a)

een diameter hebben van minder dan 2 cm aan de voet van de stam,

of

b)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Euwallacea fornicatus sensu lato,

of

c)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Euwallacea fornicatus sensu lato. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

d)

zijn geteeld:

i)

op een productielocatie die gedurende ten minste zes maanden vóór de uitvoer fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Euwallacea fornicatus sensu lato en die op geschikte tijdstippen officieel is geïnspecteerd en vrij van dat plaagorganisme is bevonden, wat ten minste is bevestigd met vallen die ten minste om de vier weken alsook onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer van de planten zijn gecontroleerd,

of

ii)

op een productielocatie die sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus vrij is bevonden van Euwallacea fornicatus sensu lato, wat ten minste is bevestigd met vallen, tijdens officiële inspecties die ten minste om de vier weken worden uitgevoerd; indien werd vermoed dat het plaagorganisme op de productielocatie aanwezig was, zijn gepaste behandelingen uitgevoerd om de afwezigheid van het plaagorganisme te waarborgen; rond de productielocatie is een zone van 1 km ingesteld die op geschikte tijdstippen op de aanwezigheid van Euwallacea fornicatus sensu lato is gecontroleerd, en indien het plaagorganisme is gevonden, worden die planten onmiddellijk verwijderd en vernietigd,

en

de zendingen planten zijn onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer officieel geïnspecteerd op de aanwezigheid van het plaagorganisme, met name in de stammen en takken van de planten, met inbegrip van een destructieve bemonstering. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt. ”

ii)

de volgende punten 32.2 tot en met 32.7 worden ingevoegd:

“32.2

Voor opplant bestemde planten van Artocarpus chaplasha Roxb., Artocarpus heterophyllus Lam., Artocarpus integer (Thunb.) Merr., Alnus formosana Makino, Bombax malabaricum DC.,

Broussonetia papyrifera (L.) Vent., Broussonetia kazinoki Siebold, Cajanus cajan (L.) Huth, Camellia oleifera C. Abel, Castanea Mill.,

Celtis sinensis Pers., Cinnamomum camphora (L.) J. Presl,

Cunninghamia lanceolata (Lamb.) Hook., Dalbergia L.f., Eriobotrya japonica (Thunb.) Lindl., Ficus carica L., Ficus hispida L. f., Ficus infectoria Willd., Ficus retusa L., Juglans regia L., Maclura tricuspidata Carrière, Melia azedarach L., Morus L., Populus L., Robinia pseudoacacia L., Salix L., Sapium sebiferum (L.) Roxb., Schima superba Gardner & Champ., Sophora japonica L., Trema amboinense (Willd.) Blume, Trema orientale (L.) Blume, Ulmus L., Vernicia fordii (Hemsl.) Airy Shaw, en Xylosma G. Forst., met uitzondering van planten in weefselkweek, pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat de planten:

a)

een diameter hebben van minder dan 1 cm aan de voet van de stam,

of

b)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona germari (Hope),

of

c)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona germari (Hope). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

d)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apronia germari (Hope),

en

i)

die jaarlijks is onderworpen aan twee op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële inspecties naar tekenen van Apriona germari (Hope), waarbij geen tekenen van het plaagorganisme zijn gevonden;

en

ii)

waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en die is omgeven door een bufferzone met een breedte van minstens 2 000  m waar de afwezigheid van Apriona germari (Hope) is bevestigd door jaarlijks op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële onderzoeken;

en

iii)

die onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn onderworpen aan een inspectie op de aanwezigheid van Apriona germari (Hope), met name in de stengels van de planten; zo nodig moet deze inspectie een destructieve bemonstering omvatten,

of

e)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Apriona germari (Hope)

en

onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn onderworpen aan een inspectie op de aanwezigheid van Apriona germari (Hope), met name in de stammen van de plant; zo nodig moet deze inspectie een destructieve bemonstering omvatten.

32.3

Voor opplant bestemde planten van Caesalpinia japonica Siebold & Zucc., Camellia sinensis (L.) Kuntze, Celtis sinensis Pers., Cercis chinensis Bunge, Chaenomeles sinensis (Thouin) Koehne, Cinnamomum camphora (L.) J. Presl, Cornus kousa Bürger ex Hanse, Crataegus cordata Aiton, Debregeasia edulis (Siebold & Zucc.) Wedd., Diospyros kaki L., Eriobotrya japonica (Thunb.) Lindl., Enkianthus perulatus (Miq.) C. K. Schneid., Fagus crenata Blume, Ficus carica L., Firmiana simplex (L.) W. Wight, Gleditsia japonica Miq., Hovenia dulcis Thunb., Lagerstroemia indica L., Morus L., Platanus x hispanica Mill. ex Münchh., Platycarya strobilacea Siebold & Zucc., Populus L., Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., Pterocarya stenoptera C. DC., Punica granatum L., Robinia pseudoacacia L., Salix L., Spiraea thunbergii Siebold ex Blume, Ulmus parvifolia Jacq., Villebrunea pedunculata Shirai en Zelkova serrata (Thunb.) Makino, met uitzondering van planten in weefselkweek, pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië,

Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat de planten:

a)

een diameter hebben van minder dan 1 cm aan de voet van de stam,

of

b)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona rugicollis Chevrolat,

of

c)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona rugicollis Chevrolat. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

d)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apronia rugicollis Chevrolat,

en

i)

die jaarlijks is onderworpen aan twee op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële inspecties naar tekenen van Apriona rugicollis Chevrolat, waarbij geen tekenen van het plaagorganisme zijn gevonden;

en

ii)

waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en die is omgeven door een bufferzone met een breedte van minstens 2 000  m waar de afwezigheid van Apriona rugicollis Chevrolat is bevestigd door jaarlijks op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële onderzoeken;

en

iii)

die onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn onderworpen aan een inspectie op de aanwezigheid van Apriona rugicollis Chevrolat, met name in de stammen van de planten; zo nodig moet deze inspectie een destructieve bemonstering omvatten,

of

e)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Apriona rugicollis Chevrolat

en

onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn onderworpen aan een inspectie op de aanwezigheid van Apriona rugicollis Chevrolat, met name in de stammen van de planten; zo nodig moet deze inspectie een destructieve bemonstering omvatten.

32.4

Voor opplant bestemde planten van Debregeasia hypoleuca (Hochst. ex Steud.) Wedd., Ficus L., Maclura pomifera (Raf.) C. K. Schneid., Morus L., Populus L. en Salix L., met uitzondering van planten in weefselkweek, pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Moldavië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat de planten:

a)

een diameter hebben van minder dan 1 cm aan de voet van de stam,

of

b)

afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona cinerea Chevrolat,

of

c)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona cinerea Chevrolat. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

d)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona cinerea Chevrolat,

en

i)

die jaarlijks is onderworpen aan twee op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële inspecties naar tekenen van Apriona cinerea Chevrolat, waarbij geen tekenen van het plaagorganisme zijn gevonden;

en

ii)

waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en die is omgeven door een bufferzone met een breedte van minstens 2 000  m waar de afwezigheid van Apriona cinerea Chevrolat is bevestigd door jaarlijks op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële onderzoeken;

en

iii)

die onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn onderworpen aan een inspectie op de aanwezigheid van Apriona cinerea Chevrolat, met name in de stammen van de planten; zo nodig moet deze inspectie een destructieve bemonstering omvatten,

of

e)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Apriona cinerea Chevrolat

en

onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn onderworpen aan een inspectie op de aanwezigheid van Apriona cinerea Chevrolat, met name in de stammen van de planten; zo nodig moet deze inspectie een destructieve bemonstering omvatten.

32.5

Planten van Acer macrophyllum Pursh, Acer pseudoplatanus L., Adiantum aleuticum (Rupr.) Paris, Adiantum jordanii C. Muell., Aesculus californica (Spach) Nutt., Aesculus hippocastanum L., Arbutus menziesii Pursch., Arbutus unedo L., Arctostaphylos Adans, Calluna vulgaris (L.) Hull, Camellia L., Castanea sativa Mill., Fagus sylvatica L., Frangula californica (Eschsch.) Gray, Frangula purshiana (DC.) Cooper, Fraxinus excelsior L., Griselinia littoralis (Raoul), Hamamelis virginiana L., Heteromeles arbutifolia (Lindley) M. Roemer, Kalmia latifolia L., Larix decidua Mill., Larix kaempferi (Lamb.) Carrière, Larix × eurolepis A. Henry Laurus nobilis L., Leucothoe D. Don, Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Lonicera hispidula (Lindl.) Dougl. ex Torr.&Gray, Magnolia L., Michelia doltsopa Buch.-Ham. ex DC., Nothofagus obliqua (Mirbel) Blume, Osmanthus heterophyllus (G. Don) P. S. Green, Parrotia persica (DC) C.A. Meyer, Photinia x fraseri Dress, Pieris D. Don, Pseudotsuga menziesii (Mirbel) Franco, Quercus L., Rhododendron L. met uitzondering van Rhododendron simsii Planch., Rosa gymnocarpa Nutt., Salix caprea L., Sequoia sempervirens (Lamb. ex D. Don) Endl., Syringa vulgaris L., Taxus L., Trientalis latifolia (Hook.), Umbellularia californica (Hook. & Arn.) Nutt., Vaccinium L. en Viburnum L., met uitzondering van vruchten, pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 30 00

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

ex 0603 19 70

ex 0604 20 40

ex 0604 20 90

ex 0604 90 91

ex 1401 90 00

ex 1404 90 00

Canada, Verenigd Koninkrijk  (2), Verenigde Staten en Vietnam

Officiële verklaring dat:

a)

de planten afkomstig zijn uit gebieden waarvan bekend zijn dat zij vrij zijn van Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld, zoals vastgesteld door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

bij officiële inspecties, met inbegrip van laboratoriumtests bij verdachte symptomen die sedert het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus zijn uitgevoerd, op de productieplaats geen tekenen van Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld zijn waargenomen op eender welke gevoelige planten,

en

een representatief monster van de planten is vóór verzending geïnspecteerd en bij deze inspecties vrij bevonden van Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld.

32.6

Voor opplant bestemde planten van Acer L., Betula L., Elaeagnus L., Fraxinus L., Gleditsia L., Juglans L., Malus Mill., Morus L., Platanus L., Populus L., Prunus L., Pyrus L., Quercus L., Robinia L., Salix L., of Ulmus L., met uitzondering van enten, stekken, planten in weefselkweek, pollen of zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

Afghanistan, India,

Iran, Kirgizië, Oezbekistan, Pakistan, Tadzjikistan en Turkmenistan

Officiële verklaring dat de planten:

a)

een diameter hebben van minder dan 9 cm aan de voet van de stam,

of

b)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Trirachys sartus Solsky. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productielocatie die overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Trirachys sartus Solsky, en waarbij de planten zijn geteeld

i)

op een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Trirachys sartus Solsky en die ten minste één keer per jaar wordt geïnspecteerd op tekenen van Trirachys sartus Solsky, op daartoe geschikte tijdstippen van het jaar om de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme op te sporen,

of

ii)

op een productielocatie waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en die ten minste twee keer per jaar wordt geïnspecteerd op tekenen van Trirachys sartus Solsky, op daartoe geschikte tijdstippen van het jaar om de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme op te sporen en die is omgeven door een bufferzone met een breedte van ten minste 500 m waar de afwezigheid van Trirachys sartus Solsky tijdens deze officiële onderzoeken is bevestigd,

en de planten onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van Trirachys sartus Solsky, met name in de stammen van de plant, met inbegrip van, zo nodig, destructieve bemonstering, en er geen tekenen van de aanwezigheid van Trirachys sartus Solsky zijn waargenomen.

32.7

Voor opplant bestemde planten van Castanea Mill., Castanopsis (D. Don) Spach en Quercus L., met uitzondering van planten in weefselkweek, pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 47

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

China, Noord-Korea, Rusland, Taiwan, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat de planten:

a)

een diameter hebben van minder dan 9 cm aan de voet van de stam,

of

b)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Massicus raddei (Blessig). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

gedurende hun hele levensduur of gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoer zijn geteeld op een productielocatie die overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Massicus raddei (Blessig), en waarbij de planten zijn geteeld

i)

op een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Massicus raddei (Blessig) en die ten minste één keer per jaar wordt geïnspecteerd op tekenen van Massicus raddei (Blessig), op het daartoe geschikte tijdstip van het jaar om de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme op te sporen,

of

ii)

op een productielocatie waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en die ten minste twee keer per jaar wordt geïnspecteerd op tekenen van Massicus raddei (Blessig), op daartoe geschikte tijdstippen van het jaar om de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme op te sporen en die is omgeven door een bufferzone met een breedte van ten minste 2 000 m waar de afwezigheid van Massicus raddei (Blessig) tijdens officiële onderzoeken is bevestigd,

en de planten onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van Massicus raddei (Blessig), met name in de stammen van de plant, met inbegrip van, zo nodig, destructieve bemonstering, en er geen tekenen van de aanwezigheid van Massicus raddei (Blessig) zijn waargenomen.

m)

punt 36 wordt vervangen door:

“36.

Planten van Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met uitzondering van vruchten en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 99

ex 0604 20 90

ex 1404 90 00

Belarus, Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Oekraïne, Rusland, Taiwan, Verenigde Staten en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat de planten afkomstig zijn uit een gebied waarvan door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen is vastgesteld dat het vrij is van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme officieel is bevestigd; de naam van het gebied wordt vermeld op het fytosanitaire certificaat en de ziektevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld.”;

n)

in punt 45 wordt in de derde kolom “Oorsprong” en in de vierde kolom “Bijzondere voorschriften” de tekst “niet-Europese virussen, viroïden en fytoplasma’s” vervangen door: “virussen, viroïden en fytoplasma’s als bedoeld in bijlage II, deel A, punt 22”;

o)

in punt 49 wordt in de derde kolom “Oorsprong” en in de vierde kolom, “Bijzondere voorschriften” de tekst “Strawberry witches’ broom phytoplasma” vervangen door: “Candidatus Phytoplasma australiense Davis et al. (referentiestam), Candidatus Phytoplasma fraxini (referentiestam) Griffiths et al. en Candidatus Phytoplasma hispanicum (referentiestam) Davis et al.”;

p)

punt 56 wordt vervangen door:

“56.

Voor opplant bestemde planten van Cryptocoryne sp., Hygrophila sp. en Vallisneria sp., met uitzondering van pollen en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 99

Derde landen, met uitzondering van Zwitserland

Officiële verklaring dat de wortels zijn onderzocht op ten minste nematoden, op een representatief monster, waarbij gebruik wordt gemaakt van passende methoden om de plaagorganismen op te sporen en bij dit onderzoek vrij zijn bevonden van nematoden.”;

q)

punt 61 wordt vervangen door:

“61.

Vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., en de hybriden daarvan, Mangifera L. en Prunus L.

ex 0804 50 00

0805 10 22

0805 10 24

0805 10 28

ex 0805 10 80

ex 0805 21 10

ex 0805 21 90

ex 0805 22 00

ex 0805 29 00

ex 0805 40 00

ex 0805 50 10

ex 0805 50 90

ex 0805 90 00

0809 10 00

0809 21 00

0809 29 00

0809 30 10

0809 30 90

0809 40 05

0809 40 90

Derde landen

Officiële verklaring dat:

a)

de vruchten afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen is erkend als zijnde vrij van Tephritidae als bedoeld in punt 77 van tabel 3 in bijlage II, deel A, waarvan bekend is dat die vruchten er gevoelig voor zijn, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

de vruchten afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Tephritidae als bedoeld in punt 77 van tabel 3 in bijlage II, deel A, waarvan bekend is dat die vruchten er gevoelig voor zijn, en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

c)

sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus bij officiële inspecties die drie maanden vóór de oogst tenminste om de maand zijn verricht, op de productieplaats en in de directe omgeving daarvan geen tekenen zijn waargenomen die wijzen op de aanwezigheid van Tephritidae als bedoeld in punt 77 van tabel 3 in bijlage II, deel A, waarvan bekend is dat die vruchten er gevoelig voor zijn, en bij passende officieële onderzoeken van de op de productieplaats geoogste vruchten op die vruchten geen tekenen van die plaagorganismen zijn aangetroffen en gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

zijn onderworpen aan een doeltreffende systeembenadering of een doeltreffende behandeling na de oogst om te garanderen dat zij vrij zijn van Tephritidae als bedoeld in punt 77 van tabel 3 in bijlage II, deel A, waarvan bekend is dat die vruchten er gevoelig voor zijn, en op het fytosanitaire certificaat wordt melding gemaakt van het gebruik van een systeembenadering of van gegevens over de behandelingsmethode na de oogst, op voorwaarde dat de systeembenadering of de behandelingsmethode door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land vooraf schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld.”;

r)

punt 67 wordt vervangen door:

“67.

Vruchten van Solanaceae

0702 00 00

0709 30 00

0709 60 10

0709 60 91

0709 60 95

0709 60 99

ex 0709 99 90

ex 0810 90 75

Australië, Noord- en Zuid-Amerika en Nieuw-Zeeland

Officiële verklaring dat de vruchten afkomstig zijn uit:

a)

een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Bactericera cockerelli (Sulc.), op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Bactericera cockerelli (Sulc.), en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

c)

een productieplaats waar (en in de directe omgeving waarvan) in de laatste drie maanden vóór uitvoer officiële inspecties en onderzoeken naar de aanwezigheid van Bactericera cockerelli (Sulc.) zijn verricht, en die is onderworpen aan doeltreffende behandelingen om te verzekeren dat zij vrij is van dat plaagorganisme, en er vóór uitvoer representatieve monsters van de vruchten zijn geïnspecteerd, en gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

een insectwerende productielocatie die door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong op basis van officiële inspecties en onderzoeken die in de laatste drie maanden vóór de uitvoer zijn verricht, vrij is bevonden van Bactericera cockerelli (Sulc.), en gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat.”;

s)

tussen de punten 68 en 69 wordt het volgende punt ingevoegd:

“68.1

Vruchten van Capsicum L. en Solanum lycopersicum L.

0702 00 00

0709 60 10

0709 60 91

0709 60 95

0709 60 99

ex 0709 99 90

Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en de Verenigde Staten

Officiële verklaring dat de vruchten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Prodiplosis longifila Gagné, en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

afkomstig zijn van een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Prodiplosis longifila Gagné en dat op geschikte tijdstippen tijdens het teeltseizoen officiële inspecties op de productieplaats zijn uitgevoerd, met inbegrip van een onderzoek van representatieve monsters van vruchten, die vrij zijn bevonden van Prodiplosis longifila Gagné, en gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat,

of

c)

afkomstig zijn uit een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Prodiplosis longifila Gagné en die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong vrij is bevonden van Prodiplosis longifila Gagné, op basis van officiële inspecties die zijn uitgevoerd gedurende de twee maanden voorafgaand aan de uitvoer, en gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

zijn onderworpen aan een doeltreffende systeembenadering of een doeltreffende behandeling na de oogst om te garanderen dat zij vrij zijn van Prodiplosis longifila Gagné, en op het fytosanitaire certificaat wordt melding gemaakt van het gebruik van een systeembenadering of van gegevens over de behandelingsmethode, op voorwaarde dat de systeembenadering of de behandelingsmethode door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land vooraf schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

en

gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat”;

t)

punt 71 wordt vervangen door:

“71.

Vruchten van Momordica L.

ex 0709 99 90

Derde landen

Officiële verklaring dat de vruchten afkomstig zijn uit:

a)

een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Thrips palmi Karny, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Thrips palmi Karny, en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld.”;

u)

tussen de punten 72 en 73 worden de volgende punten ingevoegd:

“72.1

Vruchten van Capsicum L. en Solanum L.

0702 00 00

0709 30 00

0709 60 10

0709 60 91

0709 60 95

0709 60 99

Algerije, Angola, Benin,

Botswana, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, Comoren, Congo, Democratische Republiek Congo, Djibouti, Egypte, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Eswatini, Ethiopië, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Ivoorkust, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Lesotho, Liberia, Libië, Madagaskar, Malawi, Mali, Marokko, Mauritanië, Mauritius, Mayotte, Mozambique, Namibië,

Niger, Nigeria, Réunion, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Senegal, Seychellen, Sierra Leone, Somalië, Sudan, Tanzania, Togo, Tsjaad, Tunesië, Uganda, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika, Zuid-Sudan

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat:

a)

de vruchten afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Bactrocera latifrons (Hendel), op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

de vruchten afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Bactrocera latifrons (Hendel), en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

c)

sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus bij officiële inspecties die drie maanden vóór de oogst tenminste om de maand zijn verricht, op de productieplaats en in de onmiddellijke omgeving daarvan geen tekenen van Bactrocera latifrons (Hendel) zijn waargenomen, en bij passende officiële onderzoeken van de op de productieplaats geoogste vruchten op die vruchten geen symptomen van Bactrocera latifrons (Hendel) zijn aangetroffen,

en

gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

de vruchten zijn onderworpen aan een doeltreffende systeembenadering of een doeltreffende behandeling na de oogst om te garanderen dat zij vrij zijn van Bactrocera latifrons (Hendel) en

het gebruik van een systeembenadering of gegevens over de behandelingsmethode staan vermeld in het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat de systeembenadering of de behandelingsmethode na de oogst door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land vooraf schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld.

72.2

Vruchten van Annona L. en Carica papaya L.

ex 0810 90 75

0807 20 00

Algerije, Angola, Benin,

Botswana, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, Comoren, Congo, Democratische Republiek Congo, Djibouti, Egypte, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Eswatini, Ethiopië, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Ivoorkust, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Lesotho, Liberia, Libië, Madagaskar, Malawi, Mali, Marokko, Mauritanië, Mauritius, Mayotte, Mozambique, Namibië,

Niger, Nigeria, Réunion, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Senegal, Seychellen, Sierra Leone, Somalië, Sudan, Tanzania, Togo, Tsjaad, Tunesië, Uganda, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika, Zuid-Sudan

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen,

Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit,

Laos,

Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat:

a)

de vruchten afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Bactrocera dorsalis (Hendel), op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

de vruchten afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Bactrocera dorsalis (Hendel), en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

c)

sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus bij officiële inspecties die drie maanden vóór de oogst tenminste om de maand zijn verricht, op de productieplaats en in de onmiddellijke omgeving daarvan geen tekenen van Bactrocera dorsalis (Hendel) zijn waargenomen, en bij passende officiële onderzoeken van de op de productieplaats geoogste vruchten op die vruchten geen symptomen van Bactrocera dorsalis (Hendel) zijn aangetroffen,

en

gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

de vruchten zijn onderworpen aan een doeltreffende systeembenadering of een doeltreffende behandeling na de oogst om te garanderen dat zij vrij zijn van Bactrocera dorsalis (Hendel) en

het gebruik van een systeembenadering of gegevens over de behandelingsmethode staan vermeld in het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat de systeembenadering of de behandelingsmethode na de oogst door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land vooraf schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld.

72.3

Vruchten van Psidium guajava L.

ex 0804 50 00

Algerije, Angola, Benin,

Botswana, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, Comoren, Congo, Democratische Republiek Congo, Djibouti, Egypte, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Eswatini, Ethiopië, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Ivoorkust, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Lesotho, Liberia, Libië, Madagaskar, Malawi, Mali, Marokko, Mauritanië, Mauritius, Mayotte, Mozambique, Namibië,

Niger, Nigeria, Réunion, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Senegal, Seychellen, Sierra Leone, Somalië, Sudan, Tanzania, Togo, Tsjaad, Tunesië, Uganda, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika, Zuid-Sudan

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen,

Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit,

Laos,

Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat:

a)

de vruchten afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Bactrocera dorsalis (Hendel) en Bactrocera zonata (Saunders), op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

de vruchten afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Bactrocera dorsalis (Hendel) en Bactrocera zonata (Saunders), en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

c)

sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus bij officiële inspecties die drie maanden vóór de oogst tenminste om de maand zijn verricht, op de productieplaats en in de onmiddellijke omgeving daarvan geen tekenen van Bactrocera dorsalis (Hendel) en Bactrocera zonata (Saunders) zijn waargenomen, en bij passende officiële onderzoeken van de op de productieplaats geoogste vruchten op die vruchten geen symptomen van Bactrocera dorsalis (Hendel) en Bactrocera zonata (Saunders) zijn aangetroffen,

en

gegevens over de traceerbaarheid zijn opgenomen in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

de vruchten zijn onderworpen aan een doeltreffende systeembenadering of een doeltreffende behandeling na de oogst om te garanderen dat zij vrij zijn van Bactrocera dorsalis (Hendel) en Bactrocera zonata (Saunders) en op het fytosanitaire certificaat wordt melding gemaakt van het gebruik van een systeembenadering of van gegevens over de behandelingsmethode na de oogst, op voorwaarde dat de systeembenadering of de behandelingsmethode door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land vooraf schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld.”;

v)

punt 73 wordt vervangen door:

“73.

Zaden van Zea mays L.

0712 90 11

1005 10 13

1005 10 15

1005 10 18

1005 10 90

Derde landen

Officiële verklaring dat:

a)

de zaden afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Pantoea stewartii subsp. stewartii (Smith) Mergaert, Verdonck & Kersters,

of

b)

de zaden afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Pantoea stewartii subsp. stewartii (Smith) Mergaert, Verdonck & Kersters, en dat vermeld wordt op het fytosanitaire certificaat,

of

c)

een representatief monster van de zaden is getest en bij deze test vrij is bevonden van Pantoea stewartii subsp. stewartii (Smith) Merkaert, Verdonck & Kersters. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 0,5 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt. In geval van partijen zaden van minder dan 8 000 zaden is evenwel een representatief monster van 10 % van de zaden getest en bij deze test vrij bevonden van Pantoea stewartii subsp. stewartii (Smith) Mergaert, Verdonck & Kersters.”;

w)

punt 76 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen” worden de woorden “naaldbomen (Pinales)” vervangen door “naaldbomen (Pinopsida)”;

ii)

in de tweede kolom “GN-code” wordt de code “ex 4409 10 18” toegevoegd vóór de code “ex 4416 00 00”;

x)

in punt 77 worden de woorden “naaldbomen (Pinales)” in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen” vervangen door “naaldbomen (Pinopsida)”;

y)

in punt 78 wordt de code “ex 4409 10 18” toegevoegd in de tweede kolom “GN-code” vóór de code “ex 4416 00 00”;

z)

punt 79 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen” worden de woorden “naaldbomen (Pinales)” vervangen door “naaldbomen (Pinopsida)”;

ii)

in de tweede kolom “GN-code” wordt de code “ex 4409 10 18” toegevoegd vóór de code “ex 4416 00 00”;

iii)

in de kolom “Bijzondere voorschriften” worden de woorden “Scolytidae spp. (niet-Europese)” vervangen door “Scolytinae spp. (niet-Europese)”;

aa)

punt 80 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen” worden de woorden “naaldbomen (Pinales)” vervangen door “naaldbomen (Pinopsida)”;

ii)

in de tweede kolom “GN-code” wordt de code “ex 4409 10 18” toegevoegd vóór de code “ex 4416 00 00”;

bb)

punt 81 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen” worden de woorden “naaldbomen (Pinales)” vervangen door “naaldbomen (Pinopsida)”;

ii)

in de kolom “Bijzondere voorschriften” worden de woorden “Scolytidae spp. (niet-Europese)” vervangen door “Scolytinae spp. (niet-Europese)”;

cc)

in punt 82 worden de woorden “naaldbomen (Pinales)” in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen” vervangen door “naaldbomen (Pinopsida)”

dd)

de punten 87, 88 en 89 worden vervangen door:

“87.

Hout van Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met uitzondering van hout in de vorm van

plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van deze bomen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zendingen hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat niet zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, en meubilair en andere voorwerpen van onbehandeld hout

ex 4401 12 00

ex 4403 12 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 95 10

4407 95 91

4407 95 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 10

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Belarus, Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Oekraïne, Rusland, Taiwan, Verenigde Staten en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat:

a)

het hout afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme officieel is bevestigd; het gebied wordt vermeld op het fytosanitaire certificaat en de plaagorganismevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld,

of

b)

de bast en ten minste 2,5 cm van het buitenste deel van het spint zijn verwijderd in een voorziening die een vergunning heeft en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst,

of

c)

het hout ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken.

88.

Hout in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen uit Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc.

ex 4401 22 90

ex 4401 40 10

ex 4401 40 90

ex 4404 20 00

Belarus, Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Oekraïne, Rusland, Taiwan, Verenigde Staten en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout afkomstig is van een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme officieel is bevestigd; het gebied wordt vermeld op het fytosanitaire certificaat en de plaagorganismevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld.

89.

Bast, zonder andere delen, en voorwerpen gemaakt van bast verkregen uit Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc.

ex 1404 90 00

ex 4401 40 90

Belarus, Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Oekraïne, Rusland, Taiwan, Verenigde Staten en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat de bast afkomstig is van een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme officieel is bevestigd; het gebied wordt vermeld op het fytosanitaire certificaat en de plaagorganismevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld.”;

ee)

in de punten 91, 93, 97, 99 en 101 wordt in de tweede kolom “GN-code” de code “ex 4401 22 00” vervangen door “ex 4401 22 90”;

ff)

de volgende punten worden toegevoegd:

“102.

Hout van Acacia Mill., Acer buergerianum Miq., Acer macrophyllum Pursh, Acer negundo L., Acer palmatum Thunb., Acer paxii Franch., Acer pseudoplatanus L., Aesculus californica (Spach) Nutt., Ailanthus altissima (Mill.) Swingle, Albizia falcate Backer ex Merr., Albizia julibrissin Durazz., Alectryon excelsus Gärtn., Alnus rhombifolia Nutt., Archontophoenix cunninghamiana H. Wendl. & Drude, Artocarpus integer (Thunb.) Merr., Azadirachta indica A. Juss., Baccharis salicina Torr. & A. Gray, Bauhinia variegata L., Brachychiton discolor F. Muell., Brachychiton populneus R. Br., Camellia semiserrata C.W. Chi, Camellia sinensis (L.) Kuntze, Canarium commune L., Castanospermum australe A. Cunningham & C. Fraser, Cercidium floridum Benth. ex A. Gray, Cercidium sonorae Rose & I. M. Johnst., Cocculus laurifolius DC., Combretum kraussii Hochst., Cupaniopsis anacardioides (A. Rich.) Radlk., Dombeya cacuminum Hochr., Erythrina corallodendron L., Erythrina coralloides Moc. & Sessé ex DC., Erythrina falcata Benth., Erythrina fusca Lour., Eucalyptus ficifolia F. Müll., Fagus crenata Blume, Ficus L., Gleditsia triacanthos L., Hevea brasiliensis (Willd. ex A. Juss) Muell. Arg., Howea forsteriana (F. Müller) Becc., Ilex cornuta Lindl. & Paxton, Inga vera Willd., Jacaranda mimosifolia D. Don, Koelreuteria bipinnata Franch., Liquidambar styraciflua L., Magnolia grandiflora L., Magnolia virginiana L., Mimosa bracaatinga Hoehne, Morus alba L., Parkinsonia aculeata L., Persea americana Mill., Pithecellobium lobatum Benth., Platanus x hispanica Mill. ex Münchh., Platanus mexicana Torr., Platanus occidentalis L., Platanus orientalis L., Platanus racemosa Nutt., Podalyria calyptrata Willd., Populus fremontii S. Watson, Populus nigra L., Populus trichocarpa Torr. & A. Gray ex Hook., Prosopis articulata S. Watson, Protium serratum Engl., Psoralea pinnata L., Pterocarya stenoptera C. DC., Quercus agrifolia Née, Quercus calliprinos Webb., Quercus chrysolepis Liebm, Quercus engelmannii Greene, Quercus ithaburensis Dence. Quercus lobata Née, Quercus palustris Marshall, Quercus robur L., Quercus suber L., Ricinus communis L., Salix alba L., Salix babylonica L., Salix gooddingii C. R. Ball, Salix laevigata Bebb, Salix mucronata Thnb., Shorea robusta C. F. Gaertn., Spathodea campanulata P. Beauv., Spondias dulcis Parkinson, Tamarix ramosissima Kar. ex Boiss., Virgilia oroboides subsp. ferrugine B.-E. van Wyk, Wisteria floribunda (Willd.) DC. en Xylosma avilae Sleumer,

met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, zaagsel, schaafsel en resten, geheel of gedeeltelijk van deze planten verkregen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, kabelhaspels, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

ex 4401 12 00

ex 4403 12 00

4403 91 00

4403 93 00

4403 97 00

4403 98 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 91 15

4407 91 31

4407 91 39

4407 91 90

4407 92 00

4407 93 10

4407 93 91

4407 93 99

4407 97 10

4407 97 91

4407 97 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Derde landen

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Euwallacea fornicatus sensu lato,

of

b)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Euwallacea fornicatus sensu lato. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan om te garanderen dat het vrij is van Euwallacea fornicatus sensu lato, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

volgens een passend tijd- en temperatuurschema kunstmatig is gedroogd tot een vochtgehalte van minder dan 20 %, berekend op de droge stof, aangegeven met het merkteken “kiln-dried” of “K.D.” of een ander internationaal erkend merkteken, dat overeenkomstig de gangbare handelsgebruiken is aangebracht op het hout of op de verpakking ervan.

103.

Hout van Artocarpus chaplasha Roxb., Artocarpus heterophyllus Lam., Artocarpus integer (Thunb.) Merr., Alnus formosana Makino, Bombax malabaricum DC., Broussonetia papyrifera (L.) Vent., Broussonetia kazinoki Siebold, Cajanus cajan (L.) Huth, Camellia oleifera C. Abel, Castanea Mill., Celtis sinensis Pers., Cinnamomum camphora (L.) J. Presl, Citrus L., Cunninghamia lanceolata (Lamb.) Hook., Dalbergia L.f., Eriobotrya japonica (Thunb.) Lindl., Ficus carica L., Ficus hispida L.f., Ficus infectoria Willd., Ficus retusa L., Juglans regia L., Maclura tricuspidata Carrière, Malus Mill., Melia azedarach L., Morus L., Populus L., Prunus pseudocerasus, Pyrus spp., Robinia pseudoacacia L., Salix L., Sapium sebiferum (L.) Roxb., Schima superba Gardner & Champ., Sophora japonica L., Trema amboinense (Willd.) Blume, Trema orientale (L.) Blume, Ulmus L., Vernicia fordii (Hemsl.) Airy Shaw, en Xylosma G. Forst., met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, zaagsel, schaafsel en resten, geheel of gedeeltelijk van deze planten verkregen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, kabelhaspels, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

ex 4401 12 00

ex 4403 12 00

4403 97 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 93 10

4407 93 91

4407 93 99

4407 94 10

4407 94 91

4407 94 99

4407 97 10

4407 97 91

4407 97 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit,

Laos,

Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona germari (Hope),

of

b)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona germari (Hope). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

een passende ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken,

of

e)

vrij van bast is en een grootste dwarsdoorsnede heeft van niet meer dan 20 cm en overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen een passende fumigatie met sulfurylfluoride heeft ondergaan.

104.

Hout in de vorm van plakjes en resten, geheel of gedeeltelijk verkregen van Artocarpus chaplasha Roxb., Artocarpus heterophyllus Lam., Artocarpus integer (Thunb.) Merr., Alnus formosana Makino, Bombax malabaricum DC., Broussonetia papyrifera (L.) Vent., Broussonetia kazinoki Siebold, Cajanus cajan (L.) Huth, Camellia oleifera C. Abel, Castanea Mill., Celtis sinensis Pers., Cinnamomum camphora (L.) J. Presl, Citrus spp., Cunninghamia lanceolata (Lamb.) Hook., Dalbergia L.f., Eriobotrya japonica (Thunb.) Lindl., Ficus carica L., Ficus hispida L.f., Ficus infectoria Willd., Ficus retusa L., Juglans regia L., Maclura tricuspidata Carrière, Malus Mill., Melia azedarach L., Morus L., Populus L., Prunus pseudocerasus, Pyrus spp., Robinia pseudoacacia L., Salix L., Sapium sebiferum (L.) Roxb., Schima superba Gardner & Champ., Sophora japonica L., Trema amboinense (Willd.) Blume, Trema orientale (L.) Blume, Ulmus L., Vernicia fordii (Hemsl.) Airy Shaw, en Xylosma G. Forst.

ex 4401 22 90

ex 4401 40 90

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië,

Koeweit, Laos,

Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona germari (Hope),

of

b)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona germari (Hope). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

is verwerkt tot stukken met een dikte en breedte van maximaal 2,5 cm,

of

d)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat.

105.

Hout van Caesalpinia japonica Siebold & Zucc., Camellia sinensis (L.) Kuntze, Celtis sinensis Pers., Cercis chinensis Bunge, Chaenomeles sinensis (Thouin) Koehne, Cinnamomum camphora (L.) J. Presl, Citrus spp., Cornus kousa Bürger ex Hanse, Crataegus cordata Aiton, Debregeasia edulis (Siebold & Zucc.) Wedd., Diospyros kaki L., Eriobotrya japonica (Thunb.) Lindl., Enkianthus perulatus (Miq.) C.K.Schneid., Fagus crenata Blume, Ficus carica L., Firmiana simplex (L.) W.Wight, Gleditsia japonica Miq., Hovenia dulcis Thunb., Lagerstroemia indica L., Malus pumila Mill., Morus L., Platanus x hispanica Mill. ex Münchh., Platycarya strobilacea Siebold & Zucc., Populus L., Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., Pterocarya stenoptera C.DC., Punica granatum L., Pyrus pyrifolia (Burm.f.) Nakai, Robinia pseudoacacia L., Salix L., Spiraea thunbergii Siebold ex Blume, Ulmus parvifolia Jacq., Villebrunea pedunculata Shirai, en Zelkova serrata (Thunb.) Makino, met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, zaagsel, schaafsel en resten, geheel of gedeeltelijk van deze planten verkregen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zendingen hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

ex 4401 12 00

ex 4403 12 00

4403 97 00

4403 93 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 92 00

4407 93 10

4407 93 91

4407 93 99

4407 97 10

4407 97 91

4407 97 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië,

Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona rugicollis Chevrolat,

of

b)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona rugicollis Chevrolat. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

een passende ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken,

of

e)

vrij van bast is en een grootste dwarsdoorsnede heeft van niet meer dan 20 cm en overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen een passende fumigatie met sulfurylfluoride heeft ondergaan.

106.

Hout in de vorm van plakjes en resten, geheel of gedeeltelijk verkregen van Caesalpinia japonica Siebold & Zucc., Camellia sinensis (L.) Kuntze, Celtis sinensis Pers., Cercis chinensis Bunge, Chaenomeles sinensis (Thouin) Koehne, Cinnamomum camphora (L.) J. Presl, Citrus spp., Cornus kousa Bürger ex Hanse, Crataegus cordata Aiton, Debregeasia edulis (Siebold & Zucc.) Wedd., Diospyros kaki L., Eriobotrya japonica (Thunb.) Lindl., Enkianthus perulatus (Miq.) C.K.Schneid., Fagus crenata Blume, Ficus carica L., Firmiana simplex (L.) W.Wight, Gleditsia japonica Miq., Hovenia dulcis Thunb., Lagerstroemia indica L., Malus pumila Mill., Morus L., Platanus x hispanica Mill. ex Münchh., Platycarya strobilacea Siebold & Zucc., Populus L., Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., Pterocarya stenoptera C.DC., Punica granatum L., Pyrus pyrifolia (Burm.f.) Nakai, Robinia pseudoacacia L., Salix L., Spiraea thunbergii Siebold ex Blume, Ulmus parvifolia Jacq., Villebrunea pedunculata Shirai, en Zelkova serrata (Thunb.) Makino

ex 4401 22 90

ex 4401 40 90

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona rugicollis Chevrolat,

of

b)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona rugicollis Chevrolat. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

is verwerkt tot stukken met een dikte en breedte van maximaal 2,5 cm,

of

d)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat.

107.

Hout van Debregeasia hypoleuca (Hochst. ex Steud.) Wedd., Ficus L., Maclura pomifera (Raf.) C.K.Schneid., Malus domestica (Suckow) Borkh., Morus L., Populus L., Prunus spp., Pyrus spp. en Salix L., met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, zaagsel, schaafsel en resten, geheel of gedeeltelijk van deze planten verkregen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, kabelhaspels, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

ex 4401 12 00

ex 4403 12 00

4403 97 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 93 10

4407 93 91

4407 93 99

4407 94 10

4407 94 91

4407 94 99

4407 97 10

4407 97 91

4407 97 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona cinerea Chevrolat,

of

b)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona cinerea Chevrolat. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat,

of

d)

een passende ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken,

of

e)

vrij van bast is en een grootste dwarsdoorsnede heeft van niet meer dan 20 cm en overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen een passende fumigatie met sulfurylfluoride heeft ondergaan.

108.

Hout in de vorm van plakjes en resten, geheel of gedeeltelijk verkregen van Debregeasia hypoleuca (Hochst. ex Steud.) Wedd., Ficus L., Maclura pomífera (Raf.) C.K.Schneid., Malus domestica ( Suckow) Borkh., Morus L., Populus L., Prunus spp., Pyrus spp. en Salix L.

ex 4401 22 90

ex 4401 40 90

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen, Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Apriona cinerea Chevrolat,

of

b)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Apriona cinerea Chevrolat. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

c)

is verwerkt tot stukken met een dikte en breedte van maximaal 2,5 cm,

of

d)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat.

109.

Hout van Acer L., Betula L., Elaeagnus L., Fraxinus L., Gleditsia L., Juglans L., Malus Mill., Morus L., Platanus L., Populus L., Prunus L., Pyrus L., Quercus L., Robinia L., Salix L., of Ulmus L., met uitzondering van hout in de vorm van

plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten of afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van deze bomen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten of andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden,

ex 4401 12 00

ex 4403 12 00

4403 91 00

4403 95 10

4403 95 90

4403 96 00

4403 97 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 91 15

4407 91 31

4407 91 39

4407 91 90

4407 93 10

4407 93 91

4407 93 99

4407 94 10

4407 94 91

4407 94 99

4407 95 10

4407 95 91

4407 95 99

4407 96 10

4407 96 91

4407 96 99

4407 97 10

4407 97 91

4407 97 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Afghanistan, India,

Iran, Kirgizië, Oezbekistan, Pakistan, Tadzjikistan en Turkmenistan

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Trirachys sartus Solsky. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat,

of

c)

ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken,

of

d)

vrij van bast is en een grootste dwarsdoorsnede heeft van niet meer dan 20 cm en overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen een passende fumigatie met sulfurylfluoride heeft ondergaan.

110.

Hout in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen uit Acer L., Betula L., Elaeagnus L., Fraxinus L., Gleditsia L., Juglans L., Malus Mill., Morus L., Platanus L., Populus L., Prunus L., Pyrus L., Quercus L., Robinia L., Salix L., of Ulmus L.

ex 4401 22 90

ex 4401 40 90

Afghanistan, India,

Iran, Kirgizië, Oezbekistan, Pakistan, Tadzjikistan of Turkmenistan

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Trirachys sartus Solsky. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

is verwerkt tot stukken met een dikte en breedte van maximaal 2,5 cm,

of

c)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat.

111.

Hout van Acer macrophyllum Pursh, Aesculus californica (Spach) Nutt., Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Quercus L. en Taxus brevifolia Nutt., met uitzondering van hout in de vorm van:

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zendingen hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout, maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

ex 4401 11 00

ex 4401 12 00

ex 4401 21 00

ex 4401 22 90

ex 4401 40 90

ex 4403 11 00

ex 4403 12 00

4403 91 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 91 15

4407 91 31

4407 91 39

4407 91 90

4407 93 10

4407 93 91

4407 93 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Canada, Verenigd Koninkrijk  (3), Verenigde Staten en Vietnam

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ‘t Veld. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

is ontdaan van de bast en:

i)

zodanig is gekantrecht dat het natuurlijke ronde oppervlak is verdwenen;

of

ii)

een vochtgehalte heeft van niet meer dan 20 %, berekend op de droge stof;

of

iii)

gedesinfecteerd is door middel van een passende behandeling met warme lucht of warm water,

of

c)

indien gezaagd, met of zonder schors dat is bevestigd, kunstmatig is gedroogd tot een vochtgehalte van minder dan 20 %, berekend op de droge stof, op basis van een geschikt tijdstip/temperatuurschema, aangegeven door het merkteken “kiln-dried” of “K.D.” of een ander internationaal erkend merkteken, op het hout of op de verpakking ervan overeenkomstig de gangbare handelsgebruiken.

112.

Hout van Castanea Mill., Castanopsis (D. Don) Spach en Quercus L., met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, zaagsel en schaafsel, geheel of gedeeltelijk van deze planten verkregen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zendingen hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout, maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

ex 4401 12 00

ex 4401 40 90

ex 4403 12 00

4403 91 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 91 15

4407 91 31

4407 91 39

4407 91 90

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

China, Noord-Korea, Rusland, Taiwan, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Massicus raddei (Blessig). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat,

of

c)

een passende ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken,

of

d)

vrij van bast is en een grootste dwarsdoorsnede heeft van niet meer dan 20 cm en overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen een passende fumigatie met sulfurylfluoride heeft ondergaan.

113.

Hout in de vorm van plakjes, geheel of gedeeltelijk verkregen van Castanea Mill., Castaniopsis (D. Don) Spach en Quercus L.

ex 4401 22 90

China, Noord-Korea, Rusland, Taiwan, Vietnam en Zuid-Korea

Officiële verklaring dat het hout:

a)

afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Massicus raddei (Blessig). De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld,

of

b)

is verwerkt tot stukken met een dikte en breedte van maximaal 2,5 cm,

of

c)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van de plakjes heeft ondergaan, waarvan melding moet worden gemaakt in het fytosanitaire certificaat.

7)

Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:

a)

tussen de punten 2 en 3 wordt het volgende punt ingevoegd:

“2.1

Voor opplant bestemde planten met groeimedia, met uitzondering van planten in weefselkweek en waterplanten

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Popillia japonica Newman, zoals vastgesteld door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen,

of

b)

zijn geteeld op een productieplaats die overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Popillia japonica Newman:

i)

die is onderworpen aan een jaarlijkse officiële inspectie en, ten minste, een maandelijkse inspectie gedurende de drie maanden vóór het in het verkeer brengen naar tekenen van Popillia japonica Newman, uitgevoerd op daartoe geschikte tijdstippen om de aanwezigheid van het betrokken plaagorganisme op te sporen, ten minste door visueel onderzoek van alle planten, met inbegrip van onkruid, en bemonstering van de groeimedia waarin de planten groeien;

en

ii)

die is omgeven door een bufferzone van minstens 100 m waar de afwezigheid van Popillia japonica Newman is bevestigd door jaarlijks op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële onderzoeken;

en

iii)

de planten en de groeimedia vóór het in het verkeer brengen aan een officiële inspectie zijn onderworpen, met inbegrip van de bemonstering van de groeimedia, en vrij zijn bevonden van Popillia japonica Newman;

en

iv)

de planten:

zodanig zijn verwerkt en verpakt dat besmetting met Popillia japonica Newman na het verlaten van de productieplaats wordt vermeden,

of

buiten het vluchtseizoen van Popillia japonica Newman zijn vervoerd,

of

c)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een productielocatie die fysiek is geïsoleerd tegen de introductie van Popillia japonica Newman en de planten:

zodanig zijn verwerkt en verpakt dat besmetting met Popillia japonica Newman na het verlaten van de productielocatie wordt vermeden

of

buiten het vluchtseizoen van Popillia japonica Newman zijn vervoerd,

of

d)

gedurende hun hele levensduur zijn geteeld in een productielocatie:

i)

die van de bevoegde autoriteit een specifieke toelating heeft gekregen voor de productie van planten vrij van Popillia japonica Newman,

en

ii)

waar het groeimedium vrij van Popillia japonica Newman is gehouden aan de hand van passende mechanische maatregelen of andere behandelingen,

en

iii)

waar de planten passende maatregelen hebben ondergaan om te garanderen dat zij vrij zijn van Popillia japonica Newman,

en

iv)

de planten en het groeimedium vóór het in het verkeer brengen aan een officiële inspectie zijn onderworpen, met inbegrip van de bemonstering van de groeimedia, en vrij van Popillia japonica Newman zijn bevonden,

en

v)

de planten:

zodanig zijn verwerkt en verpakt dat besmetting met Popillia japonica Newman na het verlaten van de productielocatie wordt vermeden

of

buiten het vluchtseizoen van Popillia japonica Newman zijn vervoerd.”;

b)

punt 4 wordt vervangen door:

“4.

Voor opplant bestemde planten van stolonen- of knollenvormende soorten van Solanum L. of hybriden daarvan, met uitzondering van knollen van Solanum tuberosum L. als bedoeld in rubrieken 5, 6, 7, 8 of 9, en met uitzondering van instandhoudingsmateriaal dat is opgeslagen in genenbanken of in collecties van genetisch materiaal, en van zaden van Solanum tuberosum L. als bedoeld in punt 21.

Officiële verklaring dat de planten zijn gehouden onder quarantaineomstandigheden en dat zij bij laboratoriumproeven vrij zijn bevonden van EU-quarantaineorganismen.

De laboratoriumproeven:

a)

staan onder toezicht van de betrokken bevoegde autoriteit en worden uitgevoerd door wetenschappelijk opgeleid personeel van die autoriteit of een officieel erkend orgaan;

b)

moeten worden verricht op een locatie waar de nodige voorzieningen aanwezig zijn om de verspreiding van EU-quarantaineorganismen te voorkomen en het materiaal inclusief de indicatorplanten zo te behandelen dat er voor de verspreiding van EU-quarantaineorganismen geen gevaar bestaat;

c)

omvatten voor ieder individueel stuk van het materiaal:

i)

een visueel onderzoek op door EU-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen en dit op gezette tijden gedurende, afhankelijk van de aard van het materiaal en het ontwikkelingsstadium ervan tijdens het toetsingsprogramma, tenminste één volledige vegetatiecyclus;

ii)

laboratoriumproeven, voor al het aardappelmateriaal, ten minste voor:

Andean potato latent virus,

Andean potato mottle virus,

Potato black ringspot virus,

Potato virus T,

niet-EU-isolaten van de potato viruses S, X en Potato leafroll virus,

Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kottho) Nouioui et al,

Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. emend. Safni et al.; Ralstonia pseudosolanacearum Safni et al.Ralstonia syzigii subsp. celebensis Safni et al. en Ralstonia syzigii subsp. indonesiensis Safni et al.

iii)

voor zaden van Solanum tuberosum L., met uitzondering van die bedoeld in punt 21, ten minste op de hierboven vermelde virussen en viroïden, met uitzondering van Andean potato mottle virus en niet-EU-isolaten van de potato viruses S, X en Potato leafroll virus;

d)

omvatten adequate tests met betrekking tot de bij het visueel onderzoek waargenomen symptomen om uit te maken welke EU-quarantaineorganismen deze symptomen hebben veroorzaakt.”;

c)

tussen de punten 17 en 18 wordt het volgende punt ingevoegd:

“17.1

Voor opplant bestemde planten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., en de hybriden daarvan, Diospyros kaki L., Ficus carica L., Hedera helix L., Laurus nobilis L., Magnolia L., Malus Mill., Melia L., Mespilus germanica L., Parthenocissus Planch., Prunus L., Psidium guajava L., Punica granatum L., Pyracantha M. Roem., Pyrus L., Rosa L., Vitis vinifera L., met uitzondering van zaden, pollen en planten in weefselkweek

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Aleurocanthus spiniferus (Quaintance), zoals vastgesteld door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen,

of

b)

zijn geteeld op een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Aleurocanthus spiniferus (Quaintance) en vóór het in het verkeer brengen zodanig zijn verwerkt en verpakt dat besmetting na het verlaten van de productieplaats wordt vermeden,

of

c)

een doeltreffende behandeling hebben ondergaan om te garanderen dat zij vrij zijn van Aleurocanthus spiniferus (Quaintance) en vóór het in het verkeer brengen daarvan vrij zijn bevonden.”;

d)

tussen de punten 18 en 19 wordt het volgende punt ingevoegd:

“18.1

Voor opplant bestemde planten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., en de hybriden daarvan, met uitzondering van zaden, pollen en planten in weefselkweek

Officiële verklaring dat de planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Toxoptera citricida (Kirkaldy), zoals vastgesteld door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen,

of

b)

zijn geteeld op een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Toxoptera citricida (Kirkaldy) en vóór het in het verkeer brengen zodanig zijn verwerkt en verpakt dat besmetting na het verlaten van de productieplaats wordt vermeden.”;

e)

punt 19 wordt vervangen door:

“19.

Voor opplant bestemde planten van Vitis L., met uitzondering van zaden

Officiële verklaring dat de voor opplant bestemde planten:

a)

afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Grapevine flavescence dorée phytoplasma,

of

b)

afkomstig zijn uit een productielocatie waar:

i)

sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus geen symptomen van Grapevine flavescence dorée phytoplasma op Vitis L. zijn waargenomen, zowel op de productielocatie als in een zone van 20 m rond de productielocatie. Voor planten die voor de vermeerdering van Vitis L. worden gebruikt, zijn er sinds het begin van de laatste twee volledige vegetatiecycli op de productielocatie en in een zone van hetzij 20 m van een productielocatie van enten, hetzij 40 m van een productielocatie van onderstammen geen symptomen van Grapevine flavescence dorée phytoplasma op Vitis spp. waargenomen, en

ii)

de vectoren aan observatie worden onderworpen en in gebieden waar de vectoren aanwezig zijn passende behandelingen worden toegepast om de vectoren van Grapevine flavescence dorée phytoplasma te controleren, en

iii)

verlaten Vitis L. in de zone van 20 m van de productielocatie is verwijderd,

of

c)

een warmwaterbehandeling hebben ondergaan volgens de internationale normen.”;

f)

punt 25 wordt vervangen door:

“25.

Houten verpakkingsmateriaal van hout van Juglans L. en Pterocarya Kunth, in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, kabelhaspels, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van ruw hout met een dikte van ten hoogste 6 mm, verwerkt hout bij de productie waarvan gebruik is gemaakt van lijm, warmte en druk, of een combinatie daarvan, en stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout.

Het verpakkingsmateriaal van hout:

a)

is afkomstig uit een gebied dat door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Geosmithia morbida Kolarík, Freeland, Utley & Tisserat en de vector daarvan Pityophthorus juglandis Blackman,

of

b)

vervaardigd is van hout dat van bast ontdaan is, zoals gespecificeerd in bijlage I bij Internationale Norm voor fytosanitaire maatregelen nr. 15 van de FAO inzake “Regulation of wood packaging material in international trade” (Reglementering inzake houten verpakkingsmateriaal in het internationale handelsverkeer), en i) onderworpen is aan een van de goedgekeurde behandelingen die zijn vastgesteld in bijlage I bij die internationale norm, en ii) voorzien is van een merkteken dat is vastgesteld in bijlage II bij die internationale norm, ten bewijze dat het houten verpakkingsmateriaal een goedgekeurde fytosanitaire behandeling overeenkomstig die norm heeft ondergaan.”;

g)

de volgende punten worden toegevoegd:

“26.

Planten van Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met uitzondering van vruchten en zaden

De planten moeten afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Agrilus planipennis Fairmaire en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van Agrilus planipennis Fairmaire officieel is bevestigd.

27.

Hout van Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., afkomstig uit een gebied dat zich voor zover bekend op minder dan 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van Agrilus planipennis Fairmaire officieel is bevestigd, met uitzondering van hout in de vorm van

plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van deze bomen,

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zendingen hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat niet zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, en meubilair en andere voorwerpen van onbehandeld hout

Officiële verklaring dat:

a)

de bast en ten minste 2,5 cm van het buitenste deel van het spint zijn verwijderd in een voorziening die een vergunning heeft en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst,

of

b)

het hout ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken.

28.

Hout in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen uit Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc.

Het hout is afkomstig uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Agrilus planipennis Fairmaire en dat zich op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van Agrilus planipennis Fairmaire officieel is bevestigd.

29.

Bast, zonder andere delen, en voorwerpen gemaakt van bast verkregen uit Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc.

De bast moet afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Agrilus planipennis Fairmaire en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van Agrilus planipennis Fairmaire officieel is bevestigd.”

8)

Bijlage X wordt als volgt gewijzigd:

a)

tussen de punten 3 en 4 wordt het volgende punt ingevoegd:

“3.1

Planten van kruidachtige soorten bestemd voor opplant, met uitzondering van bollen, stengelknollen, planten van de familie Gramineae, wortelstokken, zaden en knollen

ex 0602 10 90

0602 90 20

ex 0602 90 30

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 91

ex 0602 90 99

ex 0704 10 00

ex 0704 90 10

ex 0704 90 90

ex 0705 11 00

ex 0705 19 00

ex 0705 21 00

ex 0705 29 00

ex 0706 90 10

ex 0709 40 00

ex 0709 99 10

ex 0910 99 31

ex 0910 99 33

Officiële verklaring dat:

a)

de planten afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Liriomyza bryoniae (Kaltenbach), Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess),

of

b)

er geen tekenen van Liriomyza bryoniae (Kaltenbach), Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess) zijn waargenomen op de productieplaats, bij officiële inspecties die in de laatste drie maanden voordat de planten die productieplaats hebben verlaten, ten minste eens in de maand zijn verricht,

of

c)

de planten onmiddellijk vóór het in het verkeer brengen officieel zijn geïnspecteerd en vrij zijn bevonden van Liriomyza bryoniae (Kaltenbach),Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess) en een passende behandeling tegen Liriomyza bryoniae (Kaltenbach) Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess) hebben ondergaan,

of

d)

de planten afkomstig zijn van plantmateriaal dat vrij is van Liriomyza bryoniae (Kaltenbach), Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess), in vitro zijn geteeld in een steriel medium, onder steriele omstandigheden die de mogelijkheid van besmetting met Liriomyza bryoniae (Kaltenbach), Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess) uitsluiten, en onder steriele omstandigheden in doorzichtige containers zijn vervoerd.

a)

Ierland

b)

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)”;

b)

in punt 4, in de tweede kolom, wordt de code “0706 90 30” vervangen door “0706 90 10”;

c)

in punt 14, in de eerste kolom, worden de woorden “Ficus L.,” geschrapt;

d)

in punt 15, in de derde kolom, worden de woorden “Gremmeniella abiedina” vervangen door “Gremmeniella abietina”;

e)

in de punten 22 tot en met 28, in de eerste kolom, worden de woorden “met uitzondering van vruchten en zaden” geschrapt;

f)

tussen de punten 31 en 32 wordt het volgende punt ingevoegd:

“31.1

Snijbloemen, bladgroenten van Apium graveolens L. en Ocimum L.

0603 12 00

0603 14 00

ex 0603 19 70

0709 40 00

ex 0709 99 90

Officiële verklaring dat:

a)

de planten afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Liriomyza bryoniae (Kaltenbach), Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess),

of

b)

de planten onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer officieel zijn geïnspecteerd en vrij zijn bevonden van Liriomyza bryoniae (Kaltenbach), Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess).

a)

Ierland

b)

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)”;

g)

punt 35 wordt geschrapt;

h)

in de punten 39 tot en met 44, in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen”, worden de woorden “Hout van naaldbomen (Pinales)” vervangen door “Hout van naaldbomen (Pinopsida)”;

i)

in de punten 46 tot en met 51, in de kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen”, worden de woorden “Bast, zonder andere delen, van naaldbomen (Pinales)” vervangen door “Bast, zonder andere delen, van naaldbomen (Pinopsida)”.

9)

Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 2 (“Algemene categorieën”) wordt als volgt gewijzigd:

in de tweede kolom, na het 16e element “ 0602 90 99 ” wordt tussen de tweede rubriek (“ Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; met uitzondering van champignonbroed: ”) en de derde rubriek “ Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld: ” het volgende ingevoegd:

“Mossen, vers:

ex 0604 20 19 ”;

de derde rij (“Planten van Cryptocoryne sp., …”) wordt geschrapt;

ii)

punt 3 (“Delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden, van:”) wordt als volgt gewijzigd:

in de derde rij (“ Convolvulus L., Ipomoea L., …”) wordt in de tweede kolom, tussen de code “ ex 0604 20 90 ” en de rubriek “ Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen, vers: ”, de volgende tekst ingevoegd:

“Andere groenten, vers of gekoeld:

Ex07099990 ”;

in de vierde rij (“ Bladgroenten van Apium graveolens L., … ”) wordt in de tweede kolom, na de code “ ex 0709 99 90 ”, de tekst “zaden en vruchten, ” geschrapt;

in de zesde rij (“ Naaldbomen (pinales) ”) wordt in de eerste en tweede kolom de tekst “Naaldbomen (Pinales)” vervangen door “Naaldbomen (Pinopsida)”;

in de zevende rij (“ Castanea Mill., … ”) worden in de eerste kolom de woorden “ Dendranthema (DC.) Des Moul.” vervangen door “ Chrysanthemum L.,”;

de elfde rij (“ Fraxinus L., …”) wordt vervangen door:

“Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans L., Pterocarya Kunth en Ulmus davidiana Planch.

Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, voor bloemstukken of voor sierdoeleinden, vers:

 

ex 0604 20 90

Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen, vers:

 

ex 1404 90 00

Belarus, Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Oekraïne, Rusland, Taiwan, Verenigde Staten en Zuid-Korea”

in de 13e rij (“ Acer macrophylum Pursh, …”) worden in de derde kolom de woorden “Verenigde Staten” vervangen door “Canada, Verenigd Koninkrijk (1), Verenigde Staten en Vietnam”

(1)

Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.”;

iii)

punt 5 (“Vruchten van:”) wordt als volgt gewijzigd:

de titel wordt vervangen door “Vruchten in botanische zin, niet tot moes verwerkt, van:”;

in de tweede rij (“ Actinidia Lindl., … ”) wordt in de tweede kolom, na de code “ 0806 10 90 ”, de tekst “Meloenen (watermeloenen daaronder begrepen) en papaja’s, vers of gekoeld:” vervangen door “Papaja’s, vers of gekoeld:”;

iv)

punt 8 (“Zaaigoed van:”) wordt als volgt gewijzigd:

de eerste rij (“ Brassicaceae, ... ”) wordt als volgt gewijzigd:

in de tweede kolom, zevende rubriek (“ Zaaigoed van sorghum: ”) wordt de code “ 1007 90 00 ” vervangen door “ 1007 10 90 ”;

in de tweede kolom, 18e rubriek (“ Raaigraszaad ”) wordt de code “12052590” vervangen door “ 1209 25 90 ”;

de derde rij (“ Citrus L., Fortunella Swingle …”) wordt als volgt gewijzigd:

in de eerste kolom worden de woorden “ Phaseolus cocineus sp. L.” vervangen door “ Phaseolus coccineus L.”;

in de tweede kolom wordt tussen de code “ ex 0709 99 60 ” en “– Bonen (Phaseolus spp.), als zaaigoed:” de volgende tekst ingevoegd:

“---

Hybriden van suikermais (Zea mays var.saccharata), als zaaigoed:

0712 90 11 ” ;

v)

punt 11 (“Bast, zonder andere delen, van:”) wordt als volgt gewijzigd:

in de eerste rij (“Naaldbomen ...”) worden de woorden “Naaldbomen (Pinales)” vervangen door “Naaldbomen (Pinopsida)”;

de derde rij (“ Fraxinus L., …”) wordt vervangen door:

“Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans L., Pterocarya Kunth en Ulmus davidiana Planch.

Plantaardige producten van bast, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

ex 1404 90 00

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Resten en afval, van hout, niet geperst:

ex 4401 40 90

Belarus, Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Oekraïne, Rusland, Taiwan, Verenigde Staten en Zuid-Korea”

in de laatste rij (“ Acer macrophylum Pursh, …”) wordt in de derde kolom de tekst “Verenigde Staten” vervangen door “Canada, Verenigde Staten, Vietnam”;

vi)

punt 12 (“Hout, voor zover het: …”) wordt vervangen door:

“12.

Hout, voor zover het:

a)

wordt beschouwd als een plantaardig product in de zin van artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2016/2031,

en

b)

geheel of gedeeltelijk is verkregen uit een van de hieronder genoemde families, geslachten of soorten, met uitzondering van houten verpakkingsmateriaal,

en

c)

onder de respectieve GN-code valt en overeenstemt met een van de omschrijvingen in de middelste kolom, zoals vastgesteld in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87:

 

 

Quercus L., ook wanneer het hout niet zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met uitzondering van hout dat voldoet aan de omschrijving die is opgenomen in GN-code 4416 00 00, voor zover kan worden aangetoond dat het hout is verwerkt of vervaardigd met gebruikmaking van een warmtebehandeling waarbij gedurende 20 minuten een temperatuur van ten minste 176 °C is gehandhaafd

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

- - -

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Eik (Quercus spp.):

4403 91 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd)

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

– –

Eik (Quercus spp.):

 

4407 91 15

 

4407 91 31

 

4407 91 39

 

4407 91 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm: – Ander:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

- - -

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Canada, Verenigde Staten, Vietnam

Platanus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

- - -

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd)

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

 

ex 4407 99 27

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Albanië, Armenië, Turkije, Verenigde Staten of Zwitserland

Populus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

- - -

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

4403 97 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd)

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

– –

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

 

4407 97 10

 

4407 97 91

 

4407 97 99

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Noord- en Zuid-Amerika

Acer saccharum Marsh., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd)

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

– –

Esdoorn (Acer spp.):

 

4407 93 10

 

4407 93 91

 

4407 93 99

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Verenigde Staten en Canada

Naaldbomen (Pinopsida), ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Naaldhout

4401 11 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Naaldhout

4401 21 00

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Naaldhout:

4403 11 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Naaldhout, ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Dennenhout (Pinus spp.):

ex 4403 21 10

ex 4403 21 90

ex 4403 22 00

– –

Zilversparhout (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.):

ex 4403 23 10

ex 4403 23 90

ex 4403 24 00

– –

Ander, naaldhout:

ex 4403 25 10

ex 4403 25 90

ex 4403 26 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Naaldhout:

ex 4404 10 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, van naaldhout:

Niet geïmpregneerd:

4406 11 00

Ander (dan niet-geïmpregneerd):

4406 91 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

Naaldhout:

– –

Dennenhout (Pinus spp.):

4407 11 10

4407 11 20

4407 11 90

– –

Zilversparhout (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.):

4407 12 10

4407 12 20

4407 12 90

– –

Ander, naaldhout:

4407 19 10

4407 19 20

4407 19 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

Naaldhout:

4408 10 15

4408 10 91

4408 10 98

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Naaldhout, ander:

 

ex 4409 10 18

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Kazachstan, Rusland, Turkije en andere derde landen dan Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Bosnië en Herzegovina, Canarische Eilanden, de Faeröer, Georgië, IJsland, Liechtenstein, Moldavië, Monaco, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, San Marino, Servië, Zwitserland, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk (4)

Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans L., Pterocarya Kunth en Ulmus davidiana Planch., en met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd:

ex 4406 12 00

Ander (dan niet-geïmpregneerd):

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

– –

Van es (Fraxinus spp.):

 

4407 95 10

 

4407 95 91

 

4407 95 99

– –

Ander:

 

ex 4407 99 27

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Belarus, Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Oekraïne, Rusland, Taiwan, Verenigde Staten en Zuid-Korea

Betula L., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Berkenhout (Betula spp.):

4403 95 10

4403 95 90

4403 96 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd:

ex 4406 12 00

Ander (dan niet-geïmpregneerd):

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

– –

Berkenhout (Betula spp.):

 

4407 96 10

 

4407 96 91

 

4407 96 99

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Canada en de Verenigde Staten

Amelanchier Medik., Aronia Medik., Cotoneaster Medik., Crataegus L., Cydonia Mill., Malus Mill., Pyracantha M. Roem., Pyrus L. en Sorbus L., met inbegrip van hout dat niet zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met uitzondering van zaagsel en schaafsel

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd:

ex 4406 12 00

Ander (dan niet-geïmpregneerd):

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

 

ex 4407 99 27

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Canada en de Verenigde Staten

Prunus L., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd:

ex 4406 12 00

Ander (dan niet-geïmpregneerd):

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

– –

Van kers (Prunus spp.):

 

4407 94 10

 

4407 94 91

 

4407 94 99

– –

Ander:

 

ex 4407 99 27

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Canada, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Verenigde Staten, Vietnam, Zuid-Korea of elk derde land waarvan bekend is dat Aromia bungii er voorkomt

Acer L., Aesculus L., Alnus L., Betula L., Carpinus L., Cercidiphyllum Siebold & Zucc., Corylus L., Fagus L., Fraxinus L., Koelreuteria Laxm., Platanus L., Populus L., Salix L., Tilia L. en Ulmus L., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Beukenhout (Fagus spp.):

4403 93 00

4403 94 00

– –

Berkenhout (Betula spp.):

4403 95 10

4403 95 90

4403 96 00

– –

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

4403 97 00

– –

Ander:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten, andere dan van naaldhout:

Niet geïmpregneerd:

ex 4406 12 00

Ander (dan niet-geïmpregneerd):

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

– –

Beukenhout (Fagus spp.):

 

4407 92 00

– –

Esdoorn (Acer spp.):

 

4407 93 10

 

4407 93 91

 

4407 93 99

– –

Van es (Fraxinus spp.):

 

4407 95 10

 

4407 95 91

 

4407 95 99

– –

Berkenhout (Betula spp.):

 

4407 96 10

 

4407 96 91

 

4407 96 99

– –

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

 

4407 97 10

 

4407 97 91

 

4407 97 99

– –

Ander:

 

4407 99 27

 

4407 99 40

 

4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

 

ex 4408 90 15

 

ex 4408 90 35

 

ex 4408 90 85

 

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Derde landen waarvan bekend is dat Anoplophora glabripennis er voorkomt

Acer macrophyllum Pursh, Aesculus californica (Spach) Nutt., Lithocarpus densiflorus (Hook. & Arn.) Rehd., Quercus L. en Taxus brevifolia Nutt.

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

– –

Naaldhout:

ex 4401 11 00

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

– –

Naaldhout:

ex 4401 21 00

––

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

– –

Zaagsel:

ex 4401 40 10

– –

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Naaldhout:

ex 4403 11 00

– –

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Ander, naaldhout:

ex 4403 25 10

ex 4403 25 90

ex 4403 26 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

– –

Andere, van ander hout dan naaldhout:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Naaldhout:

ex 4404 10 00

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten:

Niet geïmpregneerd:

– –

Naaldhout:

ex 4406 11 00

––

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 12 00

Ander (dan niet-geïmpregneerd):

– –

Naaldhout:

ex 4406 91 00

– –

Ander dan van naaldhout

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

Naaldhout:

 

ex 4407 19 10

 

ex 4407 19 20

 

ex 4407 19 90

– –

Esdoorn (Acer spp.):

 

4407 93 10

 

4407 93 91

 

4407 93 99

– –

Ander:

 

ex 4407 99 27

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

Naaldhout:

ex 4408 10 15

ex 4408 10 91

ex 4408 10 98

Andere:

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

---

Ander dan van naaldhout:

 

ex 4409 29 91

 

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Canada, Verenigd Koninkrijk (4), Verenigde Staten en Vietnam

Artocarpus chaplasha Roxb., Artocarpus heterophyllus Lam., Artocarpus integer (Thunb.) Merr., Alnus formosana Makino, Bombax malabaricum DC., Broussonetia papyrifera (L.) Vent., Broussonetia kazinoki Siebold, Caesalpinia japonica Siebold & Zucc., Cajanus cajan (L.) Huth, Camellia sinensis (L.) Kuntze, Camellia oleífera C. Abel, Castanea Mill., Celtis sinensis Pers., Cercis chinensis Bunge, Chaenomeles sinensis (Thouin) Koehne, Cinnamomum camphora (L.) J. Presl, Citrus L., Cornus kousa Bürger ex Hanse, Crataegus cordata Aiton, Cunninghamia lanceolata (Lamb.) Hook., Dalbergia L. f., Debregeasia edulis (Siebold & Zucc.) Wedd., Debregeasia hypoleuca (Hochst. ex Steud.) Wedd., Diospyros kaki L., Enkianthus perulatus (Miq.) C. K. Schneid., Eriobotrya japonica (Thunb.) Lindl., Fagus crenata Blume, Ficus L., Firmiana simplex (L.) W. Wight, Gleditsia japonica Miq., Hovenia dulcis Thunb., Juglans regia L., Lagerstroemia indica L., Maclura tricuspidata Carrière, Maclura pomifera (Raf.) C. K. Schneid., Malus Mill., Melia azedarach L., Morus L., Platanus x hispanica Mill. ex Münchh., Platycarya strobilaceae Siebold & Zucc., Populus L., Prunus spp, Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., Pterocarya stenoptera C. DC., Punica granatum L., Pyrus spp., Robinia pseudoacacia L., Salix L., Sapium sebiferum (L.) Roxb., Schima superba Gardner & Champ., Sophora japonica L., Spiraea thunbergii Siebold ex Blume, Trema amboinensis (Willd.) Blume, Trema orientale (L.) Blume, Ulmus L., Vernicia fordii (Hemsl.) Airy Shaw, Villebrunea pedunculata Shirai, Xylosma G. Forst., en Zelkova serrata (Thunb.) Makino

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

--

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

--

Zaagsel:

ex 4401 40 10

--

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Beukenhout (Fagus spp.):

ex 4403 93 00

ex 4403 94 00

--

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

ex 4403 97 00

--

Ander:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten:

Niet geïmpregneerd:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd):

--

Ander dan van naaldhout

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

Ander hout (dan naaldhout of tropisch hout):

--

Beukenhout (Fagus spp.):

ex 4407 92 00

--

Van kers (Prunus spp.):

---

Geschaafd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

ex 4407 94 10

---

Ander hout:

ex 4407 94 91

ex 4407 94 99

--

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

---

Geschaafd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

ex 4407 97 10

---

Ander hout:

ex 4407 97 91

ex 4407 97 99

--

Ander:

---

Geschaafd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

ex 4407 99 27

---

Ander hout:

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

Ander hout (dan naaldhout of tropisch hout):

--

Geschaafd; geschuurd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

ex 4408 90 15

--

Ander:

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

Ander dan van naaldhout:

--

Ander hout (dan bamboe of tropisch hout):

---

Ander hout (dan staaflijst van hout, voor lijsten voor schilderijen, voor foto’s, voor spiegels en dergelijke):

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Afghanistan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei Darussalam, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak, Iran, Japan, Jemen,

Jordanië, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Laos, Libanon, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nepal, Noord-Korea, Oezbekistan, Oman, Oost-Timor, Pakistan, Qatar, Rusland (alleen de volgende delen: Federaal District Verre Oosten (Dalnevostochny federalny okrug), Federaal District Siberië (Sibirsky federalny okrug) en Federaal District Oeral (Uralsky federalny okrug)), Saudi-Arabië, Singapore, Sri Lanka, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Turkmenistan, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam en Zuid-Korea

Acer L., Betula L., Elaeagnus L., Fraxinus L., Gleditsia L., Juglans L., Malus Mill., Morus L., Platanus L., Populus L., Prunus L., Pyrus L., Quercus L., Robinia L., Salix L., en Ulmus L., met inbegrip van hout dat niet zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, maar uitgezonderd zaagsel en schaafsel

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

--

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

--

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Eik (Quercus spp.):

4403 91 00

--

Berkenhout (Betula spp.):

4403 95 10

4403 95 90

4403 96 00

--

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

4403 97 00

--

Ander hout (dan Quercus, Betula, Populus):

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten:

Niet geïmpregneerd:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd):

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

--

Eik (Quercus spp.):

 

4407 91 15

 

4407 91 31

 

4407 91 39

 

4407 91 90

--

Esdoorn (Acer spp.):

 

4407 93 10

 

4407 93 91

 

4407 93 99

--

Van kers (Prunus spp.):

 

4407 94 10

 

4407 94 91

 

4407 94 99

--

Van es (Fraxinus spp.):

 

4407 95 10

 

4407 95 91

 

4407 95 99

--

Berkenhout (Betula spp.):

 

4407 96 10

 

4407 96 91

 

4407 96 99

--

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

 

4407 97 10

 

4407 97 91

 

4407 97 99

--

Ander:

---

Geschaafd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

 

ex 4407 99 27

---

Ander hout:

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

Ander hout (dan naaldhout of tropisch hout)

--

Geschaafd; geschuurd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

ex 4408 90 15

--

Ander:

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

Ander dan van naaldhout:

--

Ander hout (dan bamboe of tropisch hout):

---

Ander hout (dan staaflijst van hout, voor lijsten voor schilderijen, voor foto’s, voor spiegels en dergelijke):

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Afghanistan, India,

Iran, Kirgizië, Oezbekistan, Pakistan, Tadzjikistan en Turkmenistan

Hout van Castanea Mill., Castanopsis (D. Don) Spach en Quercus L.

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

--

Ander dan van naaldhout:

---

Ander hout (dan van eucalyptus (Eucalyptus spp.)):

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

--

Zaagsel:

ex 4401 40 10

--

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Eik (Quercus spp.):

4403 91 00

--

Ander:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten:

Niet geïmpregneerd:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd):

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

--

Eik (Quercus spp.):

---

Geschuurd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

 

4407 91 15

---

Ander hout:

 

4407 91 31

 

4407 91 39

 

4407 91 90

--

Ander:

---

Geschaafd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

 

ex 4407 99 27

---

Ander hout:

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

Ander hout (dan naaldhout of tropisch hout)

--

Geschaafd; geschuurd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

ex 4408 90 15

--

Ander:

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

Ander dan van naaldhout:

--

Ander hout (dan bamboe of tropisch hout):

---

Ander hout (dan staaflijst van hout, voor lijsten voor schilderijen, voor foto’s, voor spiegels en dergelijke):

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

China, Noord-Korea, Rusland, Taiwan, Vietnam en Zuid-Korea

Hout van Acacia Mill., Acer buergerianum Miq., Acer macrophyllum Pursh, Acer negundo L., Acer palmatum Thunb., Acer paxii Franch., Acer pseudoplatanus L., Aesculus californica (Spach) Nutt., Ailanthus altissima (Mill.) Swingle, Albizia falcate Backer ex Merr., Albizia julibrissin Durazz., Alectryon excelsus Gärtn., Alnus rhombifolia Nutt., Archontophoenix cunninghamiana H. Wendl. & Drude, Artocarpus integer (Thunb.) Merr., Azadirachta indica A. Juss., Baccharis salicina Torr. & A. Gray, Bauhinia variegata L., Brachychiton discolor F. Muell., Brachychiton populneus R. Br., Camellia semiserrata C.W. Chi, Camellia sinensis (L.) Kuntze, Canarium commune L., Castanospermum australe A. Cunningham & C. Fraser, Cercidium floridum Benth. ex A. Gray, Cercidium sonorae Rose & I. M. Johnst., Cocculus laurifolius DC., Combretum kraussii Hochst., Cupaniopsis anacardioides (A. Rich.) Radlk., Dombeya cacuminum Hochr., Erythrina corallodendron L., Erythrina coralloides Moc. & Sessé ex DC., Erythrina falcata Benth., Erythrina fusca Lour., Eucalyptus ficifolia F. Müll., Fagus crenata Blume, Ficus L., Gleditsia triacanthos L., Hevea brasiliensis (Willd. ex A. Juss) Muell. Arg., Howea forsteriana (F. Müller) Becc., Ilex cornuta Lindl. & Paxton, Inga vera Willd., Jacaranda mimosifolia D. Don, Koelreuteria bipinnata Franch., Liquidambar styraciflua L., Magnolia grandiflora L., Magnolia virginiana L., Mimosa bracaatinga Hoehne, Morus alba L., Parkinsonia aculeata L., Persea americana Mill., Pithecellobium lobatum Benth., Platanus x hispanica Mill. ex Münchh., Platanus mexicana Torr., Platanus occidentalis L., Platanus orientalis L., Platanus racemosa Nutt., Podalyria calyptrata Willd., Populus fremontii S. Watson, Populus nigra L., Populus trichocarpa Torr. & A. Gray ex Hook., Prosopis articulata S. Watson, Protium serratum Engl., Psoralea pinnata L., Pterocarya stenoptera C. DC., Quercus agrifolia Née, Quercus calliprinos Webb., Quercus chrysolepis Liebm, Quercus engelmannii Greene, Quercus ithaburensis Dence, Quercus lobata Née, Quercus palustris Marshall, Quercus robur L., Quercus suber L., Ricinus communis L., Salix alba L., Salix babylonica L., Salix gooddingii C. R. Ball, Salix laevigata Bebb, Salix mucronata Thnb., Shorea robusta C. F. Gaertn., Spathodea campanulata P. Beauv., Spondias dulcis Parkinson, Tamarix ramosissima Kar. ex Boiss., Virgilia oroboides subsp. ferrugine B.-E. van Wyk, Wisteria floribunda (Willd.) DC. en Xylosma avilae Sleumer

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen:

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 12 00

Hout in plakjes, spanen of kleine stukjes:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4401 22 10

ex 4401 22 90

Zaagsel, resten en afval, van hout, niet geperst:

--

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel):

ex 4401 40 90

Hout, onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4403 12 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

Ander dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen:

--

Eik (Quercus spp.):

4403 91 00

--

Beukenhout (Fagus spp.):

4403 92 00

--

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

4403 97 00

--

Eucalyptus (Eucalyptus spp.):

4403 98 00

--

Ander:

ex 4403 99 00

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd;

Ander dan van naaldhout:

ex 4404 20 00

Houten dwarsliggers en wisselhouten:

Niet geïmpregneerd:

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 12 00

Andere (dan niet-geïmpregneerd):

--

Ander dan van naaldhout:

ex 4406 92 00

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

--

Eik (Quercus spp.):

 

4407 91 15

 

4407 91 31

 

4407 91 39

 

4407 91 90

--

Beukenhout (Fagus spp.):

 

4407 92 00

--

Esdoorn (Acer spp.):

 

4407 93 10

 

4407 93 91

 

4407 93 99

--

Populieren- en espenhout (Populus spp.):

 

4407 97 10

 

4407 97 91

 

4407 97 99

--

Ander:

---

Geschaafd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

 

ex 4407 99 27

---

Ander hout:

 

ex 4407 99 40

 

ex 4407 99 90

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm:

Ander hout (dan naaldhout of tropisch hout)

--

Geschaafd; geschuurd; in de lengte verbonden, ook indien geschaafd of geschuurd:

ex 4408 90 15

--

Ander:

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

Hout (niet-ineengezette plankjes en friezen voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde, oppervlak of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (voorzien van messing of groef, van sponningen, met kraal of rondstaaf, afgeschuimd, met V-verbinding, rondgemaakt of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

Ander dan van naaldhout:

--

Ander hout (dan bamboe of tropisch hout):

---

Ander hout (dan staaflijst van hout, voor lijsten voor schilderijen, voor foto’s, voor spiegels en dergelijke):

ex 4409 29 91

ex 4409 29 99

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen:

 

ex 4416 00 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout:

 

ex 9406 10 00

Derde landen

b)

deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

de titel wordt vervangen door:

“Lijst van planten, alsmede de respectieve derde landen van oorsprong of verzending waarvoor overeenkomstig artikel 73 van Verordening (EU) 2016/2031 fytosanitaire certificaten vereist zijn voor het binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Unie”;

ii)

in de tweede kolom, in de tweede rubriek (“Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen…”), wordt tussen de titel van de rubriek en de code “0603 15 00” de volgende code ingevoegd:

 

“ 0603 11 00 ”;

iii)

in de derde rubriek (“Loof, bladeren, …”) wordt de titel van de rubriek vervangen door:

“Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, mossen, geen korstmossen, voor bloemstukken of voor versiering, vers:”;

iv)

in de vijfde rubriek (“Rodekool, wittekool…”) wordt tussen de codes “0704 10 00” en “0704 90 10” de volgende code ingevoegd:

 

“ 0704 20 00 ”;

v)

in de elfde rubriek (“Paranoten…”) wordt de titel van de rubriek vervangen door:

“Paranoten en cashewnoten, heel, vers in groene dop, ook als zaaigoed:”

vi)

in de twaalfde rubriek (“Andere noten…”) wordt de titel van de rubriek vervangen door:

“Andere noten, heel, vers in groene dop, ook als zaaigoed:”;

vii)

na de rubriek “Laurierbladeren, vers: ex 0910 99 50” wordt het volgende ingevoegd:

“Zaaigoed van tarwe en mengkoren:

 

1001 11 00

 

1001 91 10

 

1001 91 20

 

1001 91 90

Zaaigoed van rogge:

 

1002 10 00 ”;

viii)

in de rubriek “Boekweit, gierst en kanariezaad, andere granen, als zaaigoed:” wordt de volgende code ingevoegd tussen de codes “ex 1008 50 00” en “ex 1008 90 00”:

 

“ ex 1008 60 00 ”.

10)

Bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt 4 wordt de derde rij geschrapt;

b)

in punt 6 worden de woorden “Naaldbomen (Pinales)” vervangen door “Naaldbomen (Pinopsida)”.

11)

Bijlage XIII wordt als volgt gewijzigd:

a)

tussen de punten 4 en 5 wordt het volgende punt ingevoegd:

“4.1

Hout van Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., als bedoeld in punt 27 van bijlage VIII.”;

b)

de punten 10 en 11 worden vervangen door:

“10.

Zaad, indien het verkeer plaatsvindt binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 98/56/EG, waarvoor specifieke gereguleerde niet-quarantaineorganismen zijn opgenomen overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031 in bijlage IV, van:

Allium L.,

Capsicum annuum L.,

Helianthus annuus L.

11.

Zaad, indien het verkeer plaatsvindt binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 98/56/EG of Richtlijn 2008/90/EG, waarvoor specifieke gereguleerde niet-quarantaineorganismen zijn opgenomen overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031 in bijlage IV, van:

Prunus armeniaca L.,

Prunus cerasus L.,

Prunus domestica L.,

Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb,

Prunus persica (L.) Batsch,

Prunus salicina Lindley.”;

c)

het volgende punt wordt toegevoegd:

“12.

Zaad, indien het verkeer plaatsvindt binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 98/56/EG, Richtlijn 1999/105/EG of Richtlijn 2008/90/EG, waarvoor specifieke gereguleerde niet-quarantaineorganismen zijn opgenomen overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031 in bijlage IV, van:

Prunus avium L.”.

12)

Bijlage XIV wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 1 wordt vervangen door:

“Planten van Abies Mill., Larix Mill., Picea A. Dietr., Pinus L. en Pseudotsuga Carr., met uitzondering van zaden.”;

b)

in punt 2 worden de woorden “Ficus L.,” en “Platanus L.,” geschrapt;

c)

punt 3 wordt vervangen door:

“3.

Planten, met uitzondering van vruchten en zaden, van Amelanchier Med., Castanea Mill., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Eucalyptus L’Herit., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L., Sorbus L. en Vitis L.’;

d)

punt 9 wordt vervangen door:

“9.

Zaad van Beta vulgaris L., Castanea Mill., Gossypium L. en Mangifera L.”;

e)

in punt 11, b), worden de woorden “Naaldbomen (Pinales)” vervangen door “Naaldbomen (Pinopsida)”;

f)

in punt 12 worden de woorden “Naaldbomen (Pinales)” vervangen door “Naaldbomen (Pinopsida)”.


(1)  Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/ Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.”;

(2)  Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.”;

(3)  Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.”.

(4)  Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.”;


Top