Επιλέξτε τις πειραματικές λειτουργίες που θέλετε να δοκιμάσετε

Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex

Έγγραφο 32009R0910

    Verordening (EG) nr. 910/2009 van de Commissie van 29 september 2009 tot verlening van een vergunning voor een nieuwe toepassing van het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor paarden (vergunninghouder: Lallemand SAS) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 257 van 30.9.2009, σ. 7 έως 9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Νομικό καθεστώς του εγγράφου Δεν ισχύει πλέον, Ημερομηνία λήξης ισχύος: 24/02/2020; opgeheven door 32020R0149

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/910/oj

    30.9.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 257/7


    VERORDENING (EG) Nr. 910/2009 VAN DE COMMISSIE

    van 29 september 2009

    tot verlening van een vergunning voor een nieuwe toepassing van het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor paarden (vergunninghouder: Lallemand SAS)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name op artikel 9, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de verleningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (2)

    Bij deze verordening wordt vergunning verleend voor een nieuwe toepassing van het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor paarden.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor het in de bijlage bij deze verordening opgenomen preparaat ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten zijn bij de aanvraag verstrekt.

    (4)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de risicobeoordeling uitgevoerd overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (5)

    De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor een nieuwe toepassing van het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 als toevoegingsmiddel voor diervoeding in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” voor paarden.

    (6)

    Bij Verordening (EG) nr. 226/2007 van de Commissie (2) is voor het gebruik van dat preparaat een vergunning verleend voor tien jaar voor melkgeiten en melkschapen en bij Verordening (EG) nr. 1293/2008 van de Commissie (3) voor tien jaar voor lammeren.

    (7)

    Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag van een vergunning voor paarden. De EFSA heeft in haar adviezen van 12 september 2006 (4) en 1 april 2009 (5) geconcludeerd dat het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 geen nadelige gevolgen voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid en het milieu heeft en dat het gebruik van dat preparaat een aanzienlijk gunstig effect kan hebben op de vezelvertering. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen heeft de EFSA niet nodig geacht. Zij heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde communautaire referentielaboratorium was ingediend.

    (8)

    Uit de beoordeling van het preparaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „verteringsbevorderaars”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 september 2009.

    Voor de Commissie

    Androulla VASSILIOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)  PB L 64 van 2.3.2007, blz. 26.

    (3)  PB L 340 van 19.12.2008, blz. 38.

    (4)  The EFSA Journal (2006) 385, blz. 1.

    (5)  The EFSA Journal (2009) 1040, blz. 1.


    BIJLAGE

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Naam van de vergunninghouder

    Toevoegingsmiddel

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    CFU/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Categorie zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verteringsbevorderaars

    4a1711

    LALLEMAND SAS

    Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077

     

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel:

     

    Vast:

    Preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 van levensvatbare gedroogde cellen met een gegarandeerde minimale concentratie van 2 × 1010 CFU/g

     

    Gecoat:

    Preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 van levensvatbare gedroogde cellen met een gegarandeerde minimale concentratie van 1 × 1010 CFU/g

     

    Karakterisering van de werkzame stof:

    Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077: 80 % levensvatbare gedroogde cellen en 14 % niet levensvatbare cellen

     

    Analysemethode (1):

    Gietplaatmethode en moleculaire identificatie (PCR)

    Paarden

    3,0 × 109

    1.

    In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

    2.

    Gecoat, uitsluitend voor toediening via diervoeder in pelletvorm.

    3.

    Als het product wordt gehanteerd of gemengd in een gesloten atmosfeer, moeten veiligheidsbrillen en maskers voor het mengen worden gebruikt, als de mengers niet met afzuigsystemen zijn uitgerust.

    20 oktober 2019


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het communautaire referentielaboratorium: www.irmm.jrc.be/crl-feed-additives


    Επάνω