This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CN0705
Case C-705/21: Request for a preliminary ruling from the Győri Ítélőtábla (Hungary) lodged on 23 November 2021 — MJ v AxFina Hungary Zrt.
Zaak C-705/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Győri Ítélőtábla (Hongarije) op 23 november 2021 — MJ / AxFina Hungary Zrt.
Zaak C-705/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Győri Ítélőtábla (Hongarije) op 23 november 2021 — MJ / AxFina Hungary Zrt.
PB C 64 van 7.2.2022, p. 19–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 64/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Győri Ítélőtábla (Hongarije) op 23 november 2021 — MJ / AxFina Hungary Zrt.
(Zaak C-705/21)
(2022/C 64/30)
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Győri Ítélőtábla
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: MJ
Verwerende partij: AxFina Hungary Zrt.
Prejudiciële vragen
1) |
Verzetten artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (1) (hierna: “richtlijn 93/13”) zich tegen een uitlegging van het nationale recht volgens welke, wanneer in een situatie waarin het oneerlijke beding het eigenlijke voorwerp van de dienst betreft, zodat de (lenings)overeenkomst zonder het als oneerlijk gekwalificeerde beding niet kan voortbestaan, de rechtsgevolgen van de uit het nietige beding voortvloeiende ongeldigheid van de consumentenovereenkomst erin bestaan dat de nationale rechter, nadat hij heeft vastgesteld dat de volledige overeenkomst ongeldig is, dat wil zeggen dat de overeenkomst in haar geheel niet kan voortbestaan en geen bindende rechtsgevolgen kan hebben voor de consument,
|
2) |
Is het voor de beantwoording van de eerste vraag van belang dat de geldigverklaring volgens Hongaars recht geschiedt
|
3) |
Indien het Hof vraag 1a) en vraag 1b) bevestigend beantwoordt, en mede gelet op de in vraag 2 genoemde aspecten, verzetten dan de betrokken bepalingen van richtlijn 93/13 zich, in een feitelijke situatie zoals in vraag 2a) is beschreven, tegen de instandhouding van de overeenkomst die wordt bewerkstelligd door de betrokken bedingen van de overeenkomst — tot de door de wetgever in de wet betreffende de omzetting van in vreemde valuta luidende overeenkomsten in HUF bepaalde wijzigingsdatum — te vervangen door nationale wettelijke bepalingen volgens welke
|