Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TA0388

    Zaak T-388/19: Arrest van het Gerecht van 6 juli 2022 — Puigdemont i Casamajó en Comín i Oliveres/Parlement (“Institutioneel recht – Lid van het Parlement – Weigering door de voorzitter van het Parlement om gekozen kandidaten te erkennen als lid van het Europees Parlement met de daaraan verbonden rechten – Beroep tot nietigverklaring – Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld – Niet-ontvankelijkheid”)

    PB C 340 van 5.9.2022, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.9.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 340/27


    Arrest van het Gerecht van 6 juli 2022 — Puigdemont i Casamajó en Comín i Oliveres/Parlement

    (Zaak T-388/19) (1)

    (“Institutioneel recht - Lid van het Parlement - Weigering door de voorzitter van het Parlement om gekozen kandidaten te erkennen als lid van het Europees Parlement met de daaraan verbonden rechten - Beroep tot nietigverklaring - Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld - Niet-ontvankelijkheid”)

    (2022/C 340/35)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Carles Puigdemont i Casamajó (Waterloo, België), Antoni Comín i Oliveres (Waterloo) (vertegenwoordigers: P. Bekaert, G. Boye, S. Bekaert, advocaten, en B. Emmerson, QC)

    Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: N. Görlitz, T. Lukácsi en C. Burgos, gemachtigden)

    Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: A. Gavela Llopis, gemachtigde)

    Voorwerp

    Met hun beroep krachtens artikel 263 VWEU vorderen verzoekers nietigverklaring van, ten eerste, de instructie van de voorzitter van het Europees Parlement van 29 mei 2019 waarbij hen de toegang tot de ontvangstdienst en ondersteunende dienst voor nieuwe leden van het Europees Parlement alsmede de verlening van een tijdelijke erkenning wordt geweigerd en, ten tweede, de in de brief van 27 juni 2019 vervatte weigering van de voorzitter van het Parlement om hen als lid van het Europees Parlement te erkennen.

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

    2)

    Carles Puigdemont i Casamajó en Antoni Comín i Oliveres worden verwezen in hun eigen kosten en in die van het Europees Parlement, daaronder begrepen in het kader van de zaken T-388/19 R, C-646/19 P(R), en T-388/19 R-RENV.

    3)

    Het Koninkrijk Spanje zal zijn eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 270 van 12.8.2019.


    Top