This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CA0382
Case C-382/16: Judgment of the Court (Second Chamber) of 31 May 2018 (request for a preliminary ruling from the Finanzgericht Rheinland-Pfalz (Finance Court, Rhineland-Palatinate — Germany) — Hornbach-Baumarkt AG v Finanzamt Landau (Reference for a preliminary ruling — Freedom of establishment — Corporation tax — Legislation of a Member State — Calculation of the taxable revenue of companies — Advantage granted gratuitously by a resident company to a non-resident company to which is it linked by a relationship of interdependence — Correction of the taxable income of the resident company — No correction of taxable income in the event of an identical advantage granted by a resident company to another resident company to which it is linked by such a relationship — Restriction on the freedom of establishment — Justification)
Zaak C-382/16: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Rheinland-Pfalz — Duitsland) — Hornbach-Baumarkt-AG / Finanzamt Landau (Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging — Vennootschapsbelasting — Regeling van een lidstaat — Vaststelling van het belastbaar inkomen van de vennootschappen — Voordeel dat door een ingezeten vennootschap kosteloos is verleend aan een niet-ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een situatie van wederzijdse afhankelijkheid bevindt — Correctie van de belastbare inkomsten van de ingezeten vennootschap — Geen correctie van de belastbare inkomsten in het geval van een identiek voordeel dat door een ingezeten vennootschap is verleend aan een andere ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een dergelijke situatie bevindt — Beperking van de vrijheid van vestiging — Rechtvaardiging)
Zaak C-382/16: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Rheinland-Pfalz — Duitsland) — Hornbach-Baumarkt-AG / Finanzamt Landau (Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging — Vennootschapsbelasting — Regeling van een lidstaat — Vaststelling van het belastbaar inkomen van de vennootschappen — Voordeel dat door een ingezeten vennootschap kosteloos is verleend aan een niet-ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een situatie van wederzijdse afhankelijkheid bevindt — Correctie van de belastbare inkomsten van de ingezeten vennootschap — Geen correctie van de belastbare inkomsten in het geval van een identiek voordeel dat door een ingezeten vennootschap is verleend aan een andere ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een dergelijke situatie bevindt — Beperking van de vrijheid van vestiging — Rechtvaardiging)
PB C 259 van 23.7.2018, p. 5–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak C-382/16: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Rheinland-Pfalz — Duitsland) — Hornbach-Baumarkt-AG / Finanzamt Landau (Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging — Vennootschapsbelasting — Regeling van een lidstaat — Vaststelling van het belastbaar inkomen van de vennootschappen — Voordeel dat door een ingezeten vennootschap kosteloos is verleend aan een niet-ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een situatie van wederzijdse afhankelijkheid bevindt — Correctie van de belastbare inkomsten van de ingezeten vennootschap — Geen correctie van de belastbare inkomsten in het geval van een identiek voordeel dat door een ingezeten vennootschap is verleend aan een andere ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een dergelijke situatie bevindt — Beperking van de vrijheid van vestiging — Rechtvaardiging)
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Rheinland-Pfalz — Duitsland) — Hornbach-Baumarkt-AG / Finanzamt Landau
(Zaak C-382/16) ( 1 )
„(Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging — Vennootschapsbelasting — Regeling van een lidstaat — Vaststelling van het belastbaar inkomen van de vennootschappen — Voordeel dat door een ingezeten vennootschap kosteloos is verleend aan een niet-ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een situatie van wederzijdse afhankelijkheid bevindt — Correctie van de belastbare inkomsten van de ingezeten vennootschap — Geen correctie van de belastbare inkomsten in het geval van een identiek voordeel dat door een ingezeten vennootschap is verleend aan een andere ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een dergelijke situatie bevindt — Beperking van de vrijheid van vestiging — Rechtvaardiging)”
2018/C 259/05Procestaal: DuitsVerwijzende rechter
Finanzgericht Rheinland-Pfalz
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Hornbach-Baumarkt-AG
Verwerende partij: Finanzamt Landau
Dictum
Artikel 43 EG (thans artikel 49 VWEU) juncto artikel 48 EG (thans artikel 54 VWEU) moet aldus worden uitgelegd dat het in beginsel niet in de weg staat aan een nationale regeling als in het hoofdgeding, volgens welke de inkomsten van een in een lidstaat gevestigde vennootschap die aan een in een andere lidstaat gevestigde vennootschap waarmee zij zich in een situatie van wederzijdse afhankelijkheid bevindt, voordelen heeft verleend onder voorwaarden die afwijken van de voorwaarden die van elkaar onafhankelijke derden zouden zijn overeengekomen onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden, moeten worden berekend zoals zij zouden zijn verkregen indien de tussen dergelijke derden overeengekomen voorwaarden van toepassing waren geweest, en gecorrigeerd, ofschoon er geen correctie van het belastbare inkomen plaatsvindt wanneer die voordelen door een ingezeten vennootschap zijn verleend aan een andere ingezeten vennootschap waarmee zij zich in een situatie van wederzijdse afhankelijkheid bevindt. Het staat echter aan de nationale rechter om na te gaan of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde regeling de ingezeten belastingplichtige de mogelijkheid biedt om aan te tonen dat de voorwaarden zijn overeengekomen om commerciële redenen die voortvloeien uit zijn aandeelhoudersband met de niet-ingezeten vennootschap.
( 1 ) PB C 343 van 19.9.2016.