EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0175

Zaak C-175/14: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 5 maart 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof — Oostenrijk) — Ralph Prankl (Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Richtlijn 92/12/EEG — Algemene regeling voor accijnsproducten — Heffing van belasting op smokkelwaar — Goederen die tot verbruik zijn uitgeslagen in een lidstaat en zijn vervoerd naar een andere lidstaat — Bepaling van de bevoegde lidstaat — Recht van de lidstaat van doorvoer om belasting te heffen over die goederen)

PB C 138 van 27.4.2015, p. 21–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/21


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 5 maart 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof — Oostenrijk) — Ralph Prankl

(Zaak C-175/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Richtlijn 92/12/EEG - Algemene regeling voor accijnsproducten - Heffing van belasting op smokkelwaar - Goederen die tot verbruik zijn uitgeslagen in een lidstaat en zijn vervoerd naar een andere lidstaat - Bepaling van de bevoegde lidstaat - Recht van de lidstaat van doorvoer om belasting te heffen over die goederen))

(2015/C 138/27)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgerichtshof

Partij in het hoofdgeding

Ralph Prankl

Dictum

De artikelen 7, leden 1 en 2, en 9, lid 1, van richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, zoals gewijzigd bij richtlijn 92/108/EEG van de Raad van 14 december 1992, moeten aldus worden uitgelegd dat wanneer in een lidstaat binnengesmokkelde accijnsgoederen zonder het in artikel 7, lid 4, van die richtlijn genoemde geleidedocument worden vervoerd naar een andere lidstaat en daar door de bevoegde autoriteiten worden ontdekt, het de lidstaten van doorvoer niet is toegestaan ook accijns te heffen van de chauffeur van de vrachtwagen die het vervoer heeft uitgevoerd, omdat hij de goederen op hun grondgebied voor commerciële doeleinden voorhanden heeft gehad.


(1)  PB C 235 van 21.7.2014.


Top