EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012TB0268

Zaak T-268/12: Beschikking van het Gerecht van 19 juni 2014 — Suwaid/Raad ( „Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Syrië — Ontbreken van vertegenwoordiging — Stilzitten van verzoeker — Afdoening zonder beslissing” )

PB C 315 van 15.9.2014, p. 50–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.9.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 315/50


Beschikking van het Gerecht van 19 juni 2014 — Suwaid/Raad

(Zaak T-268/12) (1)

((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Syrië - Ontbreken van vertegenwoordiging - Stilzitten van verzoeker - Afdoening zonder beslissing”))

2014/C 315/84

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Joseph Suwaid (Damascus, Syrië) (vertegenwoordigers: aanvankelijk L. Defalque en T. Bontinck, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: G. Étienne en V. Piessevaux, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van punt A 7 van bijlage I bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 266/2012 van de Raad van 23 maart 2012 houdende uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 87, blz. 45), alsmede van punt A 7 van bijlage I bij uitvoeringsbesluit 2012/172/GBVB van de Raad van 23 maart 2012 houdende uitvoering van besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 87, blz. 103), voor zover die handelingen verzoekers naam opnemen op de lijst van personen op wie die beperkende maatregelen van toepassing zijn

Dictum

1)

Op het onderhavige beroep hoeft niet te worden beslist.

2)

Joseph Suwaid wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van de Raad van de Europese Unie.


(1)  PB C 243 van 11.8.2012.


Top