This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CN0530
Case C-530/09: Reference for a preliminary ruling from the Wojewódzki Sąd Administracyjny w Poznaniu (Republic of Poland) lodged on 18 December 2009 — Inter-Mark Group Sp. z o.o., Sp. komandytowa v Minister Finansów
Zaak C-530/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny w Poznaniu (Polen) op 18 december 2009 — Inter-Mark Group Sp. z o.o., Sp. komandytowa/Minister Finansów
Zaak C-530/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny w Poznaniu (Polen) op 18 december 2009 — Inter-Mark Group Sp. z o.o., Sp. komandytowa/Minister Finansów
PB C 63 van 13.3.2010, p. 27–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/27 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny w Poznaniu (Polen) op 18 december 2009 — Inter-Mark Group Sp. z o.o., Sp. komandytowa/Minister Finansów
(Zaak C-530/09)
2010/C 63/45
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Wojewódzki Sąd Administracyjny w Poznaniu
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Inter-Mark Group Sp. z o.o., Sp. komandytowa
Verwerende partij: Minister Finansów
Prejudiciële vraag
a) |
Moet artikel 52, sub a, van richtlijn 2006/112/EG (1) (hierna: „richtlijn 2006/112”) aldus worden uitgelegd dat de diensten van tijdelijke terbeschikkingstelling van expositie- en beursstands aan klanten die hun aanbod voorstellen op beurzen en exposities, moeten worden aangemerkt als de in die bepaling bedoelde diensten die samenhangen met de organisatie van beurzen en exposities, dit wil zeggen als diensten die soortgelijk zijn aan culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, onderwijs-, en amusementsactiviteiten, die worden belast op de plaats waar zij daadwerkelijk worden verricht, |
b) |
of moet worden aangenomen dat het gaat om diensten op het gebied van de reclame, die overeenkomstig artikel 56, lid 1, sub b, van richtlijn 2006/112 worden belast op de plaats waar de afnemer de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd waarvoor de dienst is verricht, of bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, op de plaats waar hij zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats heeft,
|
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).