EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0517

Zaak C-517/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 december 2008 — [verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (Chancery Division) — Verenigd Koninkrijk] — Afton Chemical Ltd/The Commissioners for Her Majesty's Revenue and Customs (Richtlijn 92/81/EEG — Accijns op minerale oliën — Artikelen 2, leden 2 en 3, en 8, lid 1, sub a — Richtlijn 2003/96/EG — Belasting van energieproducten en elektriciteit — Artikel 2, leden 2 tot en met 4, sub b — Werkingssfeer — Motorbrandstofadditieven die minerale oliën of energieproducten zijn, maar niet als motorbrandstof worden gebruikt — Nationale belastingregeling)

PB C 44 van 21.2.2009, p. 20–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/20


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 december 2008 — [verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (Chancery Division) — Verenigd Koninkrijk] — Afton Chemical Ltd/The Commissioners for Her Majesty's Revenue and Customs

(Zaak C-517/07) (1)

(Richtlijn 92/81/EEG - Accijns op minerale oliën - Artikelen 2, leden 2 en 3, en 8, lid 1, sub a - Richtlijn 2003/96/EG - Belasting van energieproducten en elektriciteit - Artikel 2, leden 2 tot en met 4, sub b - Werkingssfeer - Motorbrandstofadditieven die minerale oliën of energieproducten zijn, maar niet als motorbrandstof worden gebruikt - Nationale belastingregeling)

(2009/C 44/33)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice (Chancery Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Afton Chemical Limited

Verwerende partij: The Commissioners for Her Majesty's Revenue and Customs

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — High Court of Justice (Chancery Division) — Uitlegging van de artikelen 2, lid 3, en 8, lid 1, van richtlijn 92/81/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën (PB L 316, blz. 12), van de artikelen 2, lid 3, en 4, sub b, van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB L 283, blz. 51) en van artikel 3 van richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (PB L 76, blz. 1) — Minerale oliën die aan brandstoffen worden toegevoegd voor andere doeleinden dan ter aandrijving van het voertuig, maar die niet zijn bestemd voor verkoop of gebruik als brandstof — Belastbaar als brandstof?

Dictum

De artikelen 2, lid 3, en 8, lid 1, van richtlijn 92/81/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën, zoals gewijzigd bij richtlijn 94/74/EG van de Raad van 22 december 1994, wat de periode tot en met 31 december 2003 betreft, en artikel 2, leden 3 en 4, van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, wat de periode van 1 januari tot en met 31 oktober 2004 betreft, moeten aldus worden uitgelegd dat additieven voor motorbrandstof zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die „minerale oliën” in de zin van artikel 2, lid 1, van eerstgenoemde richtlijn dan wel „energieproducten” in de zin van artikel 2, lid 1, van de tweede richtlijn zijn, maar die niet bestemd zijn voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als motorbrandstof, aan de door deze richtlijnen voorziene belastingheffing moeten worden onderworpen.


(1)  PB C 22 van 26.1.2008.


Top