Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0213

    Zaak C-213/07: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoulio tis Epikrateias — Griekenland) — Michaniki AE/Ethniko Symvoulio Radiotileorasis, Ypourgos Epikrateias (Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken — Richtlijn 93/37/EEG — Artikel 24 — Gronden voor uitsluiting van deelneming aan opdracht — Nationale maatregelen waarbij onverenigbaarheid van sector van openbare werken met die van media wordt ingevoerd)

    PB C 44 van 21.2.2009, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.2.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 44/11


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoulio tis Epikrateias — Griekenland) — Michaniki AE/Ethniko Symvoulio Radiotileorasis, Ypourgos Epikrateias

    (Zaak C-213/07) (1)

    (Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken - Richtlijn 93/37/EEG - Artikel 24 - Gronden voor uitsluiting van deelneming aan opdracht - Nationale maatregelen waarbij onverenigbaarheid van sector van openbare werken met die van media wordt ingevoerd)

    (2009/C 44/18)

    Procestaal: Grieks

    Verwijzende rechter

    Symvoulio tis Epikrateias

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Michaniki AE

    Verwerende partijen: Ethniko Symvoulio Radiotileorasis, Ypourgos Epikrateias

    In tegenwoordigheid van: Elliniki Technodomiki Techniki Ependytiki Viomichaniki AE, rechtsopvolgster van Pantechniki AE, Syndesmos Epicheiriseon Periodikou Typou

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Symvoulio tis Epikrateias — Uitlegging van artikel 24 van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (PB L 199, blz. 54) — Al dan niet limitatieve opsomming van gronden voor uitsluiting van aannemer van deelneming aan opdracht

    Dictum

    1)

    Artikel 24, eerste alinea, van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1997, moet aldus worden uitgelegd dat het een limitatieve opsomming bevat van de op objectieve overwegingen van beroepsbekwaamheid gebaseerde gronden waarmee de uitsluiting van een aannemer van deelneming aan een overheidsopdracht voor de uitvoering van werken kan worden gerechtvaardigd. Deze richtlijn staat echter niet eraan in de weg dat een lidstaat andere uitsluitingsmaatregelen vaststelt die beogen te waarborgen dat het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers en het beginsel van transparantie in acht worden genomen, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen niet verder gaan dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.

    2)

    Het gemeenschapsrecht moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale bepaling die weliswaar de legitieme doelstellingen van gelijke behandeling van de inschrijvers en van transparantie in het kader van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten nastreeft, doch tegelijkertijd een onweerlegbaar vermoeden invoert dat de hoedanigheid van eigenaar, vennoot, grootaandeelhouder of bestuurder van een in de mediasector werkzame onderneming onverenigbaar is met de hoedanigheid van eigenaar, vennoot, grootaandeelhouder of bestuurder van een onderneming waaraan door de Staat of een tot de publieke sector in ruime zin behorende rechtspersoon de uitvoering van opdrachten voor werken, leveringen of diensten wordt opgedragen.


    (1)  PB C 140 van 23.6.2007.


    Top