Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R2324

    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2324 van de Commissie van 11 december 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad, wat het definiëren van vistuigcategorieën in bepaalde geografische gebieden betreft

    PB L 328 van 12.12.2015, p. 101–103 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 04/08/2018; stilzwijgende opheffing door 32018R0973

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2015/2324/oj

    12.12.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 328/101


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2324 VAN DE COMMISSIE

    van 11 december 2015

    tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad, wat het definiëren van vistuigcategorieën in bepaalde geografische gebieden betreft

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (1), en met name artikel 31,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Een van de belangrijkste doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid bestaat erin een einde te maken aan de verspilling die gepaard gaat met het overboord gooien van vis. De aanlandingsverplichting zal met ingang van 2016 tot uiterlijk 2019 gestaffeld in werking treden voor bepaalde demersale visserijen die momenteel onder de visserijinspanningsregeling van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vallen.

    (2)

    Krachtens Verordening (EG) nr. 1342/2008 worden visserijinspanningsbeperkingen opgelegd aan inspanningsgroepen die worden gedefinieerd aan de hand van vistuigcategorieën en geografische gebieden als opgenomen in bijlage I bij die verordening.

    (3)

    In het licht van de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting is er behoefte aan meer flexibiliteit in de huidige visserijinspanningsregeling, teneinde de vissers in staat te stellen gebruik te maken van selectiever vistuig met een grotere maaswijdte. In dit verband leek het noodzakelijk na te gaan of de huidige structuur van inspanningsgroepen nog kosteneffectief is uit het oogpunt van de verhouding tussen de administratieve lasten en de instandhoudingsbehoeften.

    (4)

    Daarom is aan het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) gevraagd advies uit te brengen over de mogelijkheid de vistuigcategorieën TR1 en TR2, die worden gebruikt om inspanningsgroepen te definiëren, samen te voegen. Het WTECV komt tot de slotsom (2) dat de samenvoeging van de vistuigcategorieën TR1 en TR2 tot een grotere visserijsterfte voor kabeljauw kan leiden en bovendien aanleiding zou geven tot inconsistenties met andere beheersgebieden indien zij alleen wordt toegepast in de Noordzee, het Skagerrak en het oostelijke deel van het Kanaal. Voorts concludeert het WTECV dat de nieuwe samengevoegde groep uit het oogpunt van gevangen biologische bestanden heterogener zou zijn dan de afzonderlijke groepen TR1 en TR2 en dat de kosteneffectiviteit waarschijnlijk niet zal verbeteren omdat immers extra maatregelen moeten worden genomen tegen een mogelijke stijging van de visserijsterfte bij kabeljauw. Daartegenover staat, aldus de conclusies van het WTECV, dat als gevolg van de samenvoeging selectiever zou kunnen worden gevist.

    (5)

    Volgens een in 2011 door het WTECV verrichte evaluatie van Verordening (EG) nr. 1342/2008 (3) lag de visserijsterfte voor kabeljauw in de Noordzee in 2010 slechts 3 % lager dan in 2008. Het WTECV concludeerde daaruit dat het inspanningsbeheer voor het kabeljauwbestand in de Noordzee er niet in geslaagd was de onttrekkingen aan het bestand te beperken.

    (6)

    De aan de vistuigcategorieën TR1 en TR2 toegewezen inspanning is aanzienlijk gereduceerd sinds de invoering van de huidige visserijinspanningsregeling in 2008. Hierdoor zou de eventuele negatieve impact van de samenvoeging op de visserijsterfte voor kabeljauw veel beperkter zijn dan in het verleden het geval zou zijn geweest.

    (7)

    De beheerskosten zouden door een samenvoeging fors worden gedrukt. Een verlaging van het aantal vistuigcategorieën zou de administratieve kosten voor nationale autoriteiten en vissers reduceren. Veel vissers zetten namelijk meerdere vistuigen in en behoren dus tot verschillende inspanningsgroepen, wat de berekening van de toewijzing van visserijinspanning aan deze vissers tot een complexe aangelegenheid maakt. Bovendien zal de tenuitvoerlegging van de pas ingevoerde verplichting om alle vangsten aan te landen, beslag leggen op een aanzienlijk aandeel van de personele middelen bij de overheidsinstanties van de lidstaten. In het geval van een toename van de visserijsterfte bij kabeljauw zouden aanvullende beschermingsmaatregelen volgens de Commissie trouwens geen substantiële administratieve kosten met zich brengen.

    (8)

    Volgens het ICES-advies (4) is de instandhoudingsstatus van het kabeljauwbestand in de Noordzee in ICES-deelgebied IV, ICES-sector VIId en het westelijke deel van ICES-sector IIIa (Skagerrak) sterk verbeterd.

    (9)

    Gezien het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de snellere invoering van de aanlandingsverplichting voor kabeljauw, in vergelijking met het behoud van het momenteel bindende systeem voor inspanningsbeheer, een grotere toegevoegde waarde zou opleveren voor het reduceren van door ongewenste vangsten veroorzaakte visserijsterfte bij kabeljauw.

    (10)

    Daarom is het niet dienstig om de afzonderlijke vistuigcategorieën TR1 en TR2 te handhaven in de volgende gebieden: Skagerrak, het gedeelte van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort; ICES-deelgebied IV en de EU-wateren van ICES-sector IIa, en ICES-sector VIId. Gezien de slechte toestand van de kabeljauwbestanden in het Kattegat, ICES-sector VIIa, ICES-sector VIa en de EU-wateren van ICES-sector Vb mag de samenvoeging van de vistuigcategorieën niet van toepassing zijn op die gebieden.

    (11)

    De Commissie zal het effect van de samenvoeging van de vistuigcategorieën TR1 en TR2 op de visserijsterfte bij kabeljauw zorgvuldig monitoren, teneinde de structuur van de vistuigcategorieën overeenkomstig aan te passen indien de visserijsterfte bij kabeljauw als gevolg van teruggooi toeneemt.

    (12)

    Om de Commissie en de lidstaten in staat te stellen zonder extra administratieve kosten te monitoren hoe de situatie evolueert, is het raadzaam het huidige rapportagesysteem niet te wijzigen.

    (13)

    Verordening (EG) nr. 1342/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (14)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 wordt het volgende punt 3 toegevoegd:

    „3.

    Voor het beheer van de visserijinspanning in het in punt 2, onder b), bedoelde gebied, worden de vistuigcategorieën TR1 en TR2, in afwijking van het bepaalde in punt 1, beschouwd als één enkele vistuigcategorie met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 70 mm. De lidstaten blijven voor de vistuigcategorieën TR1 en TR2 afzonderlijk verslag over het inspanningsgebruik uitbrengen overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (5).

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2016.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 11 december 2015.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20.

    (2)  Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij — Verslag van de 49e voltallige zitting (PLEN-15-02).

    (3)  Evaluatie van meerjarenplannen voor kabeljauw in de Ierse Zee, het Kattegat, de Noordzee en het gebied ten westen van Schotland (STECF-11-07).

    (4)  ICES Advice on fishing opportunities, catch, and effort Greater North Sea and Celtic Seas Ecoregions: 6.3.4 Cod (Gadus morhua) in Subarea IV and Divisions VIId and IIIa West (North Sea, Eastern English Channel, Skagerrak).


    Top